"Ben je gek?' Albus houdt me tegen, "heb je een doodswens?"
"Geloof me, ik weet wat ik doe," ik kijk hem aan.
Gewillig laat hij zich weer meetrekken.
Als we de wilg hebben bereikt zoek ik in het gras een tak waarvan ik denk dat die lang genoeg is.
"Oké, op hoop van zegen," mompel ik.
"Ik heb geen goed gevoel Scor," mompelt Albus. "Ik bedoel- niet over jouw plan- maar-" als ik naar hem kijk, kijkt hij het terrein over.
Ik laat me snel op mijn buik vallen en kruip naar voren. De beukwilg roert zich en op tijd rol ik met een kreet opzij als een dikke knoest me bijna tot moes slaat.
"Scor!" Albus wilt naar me toe komen rennen maar ik houd hem tegen. En druk met de stok op een knoest bij de wortels van de boom.
Meteen staat de beukwilg doodstil.
"Al! Kom!"
Ik ren naar voren met Albus op mijn hielen. Tegelijk zien we het gat waar we doorheen kunnen en ik laat Albus als eerste naar beneden glijden.
Even kijk ik om me heen, de schemer is snel in komen vallen en de schaduwen vormen al één dikke muur waar je niet meer doorheen kunt kijken.
Ik voel me achtervolgd en bekeken.
Pas als de boom zich weer een beetje begint te roeren laat ik me ook naar beneden glijden. Albus vangt me op maar alsnog beland ik bovenop hem.
"Au, shit!" mompel ik.
Onder me grinnikt Albus, "lig je lekker?"
Even kijk ik hem aan, en met een opgetrokken wenkbrauw kijkt hij me aan.
"Kun je je herinneren wie je onder invloed had?" vraag ik terwijl ik van hem af krabbel. Hij schudt zijn hoofd, "sorry Scor, ik wil het net zo graag weten. Maar er is een soort zwart gat in mijn geheugen."
"Ik heb mijn vermoeden, maar ik vraag me sterk af of je het daarmee eens bent," zeg ik terwijl ik hem voor ga de gang door. Ik verlicht de gang met de hulp van mijn toverstok maar echt veel helpt het niet.
"Wie?"
"Merryweather," brom ik een beetje binnensmonds. Er valt een stilte achter me en omdat ik bang ben dat Merryweather ons volgt draai ik me om. Albus duwt mijn toverstok naar beneden als die recht in zijn gezicht schijnt.
"Dat meen je niet," hij kijkt me aan, een frons tussen zijn ogen. "Waarom zou hij dat doen? Wat wint hij ermee om mij onder invloed van een spreuk te hebben?"
"Daar probeer ik ook achter te komen Al, dat weet ik niet," antwoord ik. "Wat ik wel weet is dat ik hem niet meer vertrouw. Ik heb al vaker het gevoel gehad dat hij meer wist dan ik losliet, of het gevoel alsof hij in mijn herinneringen wilde poeren."
"Je denkt dat hij een gevorderde Legillimens is?" nu kijkt Albus verbaast.
"Dat denk ik niet, dat weet ik zeker."
"Hoe?"
"Ik heb informatie gevraagd van een betrouwbare bron."
Albus slaat zijn armen over elkaar, "Scor, waarom vertel je me maar halve dingen steeds? Moet ik het letterlijk uit je trekken?"
"Sorry, Al. Ik ben gewoon nog steeds bang dat je onder invloed bent," geef ik toe, "we weten niet hoe lang je in totaal onder invloed bent geweest. dat kan maanden zijn, of een paar weken. Ik weet in ieder geval sinds die zoen op het Grimboudplein dat je stom deed." Ik kijk weg en haat het dat ik een brok in mijn keel voel vormen.
"Hoe kan ik je bewijzen dat ik het echt ben dan?" Albus kijkt me vragend aan, "ik kan het wel zeggen, maar je ziet er niet uit alsof je dat gelooft."
"Omdat dat precies is wat ik je zou laten zeggen als ik je onder mijn invloed had, dat snap je toch wel?"
We kijken elkaar aan en ik zie Albus uiteindelijk knikken.
Ik bijt even op mijn lip, "voor ik je ontdeed van de vloek zei je iets tegen me, weet je nog wat dat was?"
"Ik zal wel gekke dingen hebben uitgekraamd in mijn half wakkere status," mompelt hij en hij kijkt weg. Als hij een hand door zijn haar haalt weet ik dat hij het nog weet.
"Als het je het gevoel gaf dat het je enig gevoel van wakker zijn gaf, waarom deed je dan zo raar na die zoen bij jouw thuis?" vraag ik dan ook.
Nu kijkt hij me wel aan, "Scor, kunnen we gewoon eerst doorlopen? Ik heb al de hele tijd het gevoel alsof we gevolgd worden."
"Ook hier beneden?"
Hij knikt.
Snel draai ik me om en loop weer verder. Als we maar in Zweinsveld kunnen komen. Daar zijn we dan voor nu misschien het meest veilig.
In de pit van mijn maag voel ik dat Merryweather ons op de hielen zit. Ik voel een hand die van mij pakken en meteen voel ik dat het Al is.
Even knijp ik bemoedigend in zijn hand en tot mijn opluchting doet hij hetzelfde.
We rennen bijna de trap naar het Krot op en weten een kapot raam te vinden. Daar klimmen we door naar buiten.
Het gras kraakt zacht onder onze schoenen terwijl we over het veld naar het hek lopen naar Zweinsveld. Deze avondwandeling is compleet uit de hand gelopen.
Ik kijk achterom als we het hek hebben bereikt. In het Krot zie ik een lichtbron uitgaan en dat is alles wat ik moet weten om Albus aan te sporen op te schieten.
"Ik zag licht!" sis ik, als we de weg op rennen.
Nu kijkt ook Albus achterom, maar voor hem is het huis in complete duisternis gehuld. Aan zijn gezicht kan ik echter wel zien dat hij het gelooft.
"Waarom denk je dat het Merryweather is Scor? Hij heeft toch geen enkele reden om- nou ons iets aan te willen doen?"
Ja, daar heeft hij een goed punt.
"Omdat hij me sinds een paar weken de kriebels geeft," mompel ik. "Ik kan er de vinger niet op leggen Al, maar ik heb gewoon het gevoel alsof hij met Legillimentie wilde achterhalen waarom ik door het kasteel sloop, twee nachten geleden."
"Sloop je door het kasteel? Waarom?"
We lopen inmiddels door de stille straten van het dorp en de steentjes kraken bijna gezellig onder onze schoenen.
Ik geef niet meteen antwoord en kijk Al alleen maar even zijdelings aan.
Nu is zijn nieuwsgierigheid alleen maar meer gewekt, "Scor? Wat heb je geflikt?"
"Als ik het zeg moet je me beloven niet teveel te flippen," zeg ik zacht. "Ik deed het alleen maar omdat jij zó raar aan het doen was. En ik vertrouwde je gewoon niet meer helemaal-"
"Als je hebt gedaan wat ik denk dat je hebt gedaan-" begint Albus.
Maar voor hij verder nog iets kan zeggen horen we een stem brommen: "wat doen twee minderjarige tovenaars om dit uur nog in Zweinsveld?"
JE LEEST
Scorpius Malfoy: The Prophecy
FanfictionEen Profetie en een tienerjongen, wat kan er misgaan?