We have to Destroy it

39 5 1
                                    

Hijgend kom ik niet veel later naast Albus zitten, die me met grote ogen bezorgd aankijkt. Hij trekt me weer overeind, mee naar een hoekje van de Zaal.

"Ik hou van je," zegt hij ernstig. "Scor?"

"Ja," ik knik, "ik ook van jou man."

"What the fuck is er gebeurd?"

"Dat leg ik later wel uit," even kijk ik achterom als Merryweather de Zaal ook binnenkomt.

Hij heeft zichzelf weer compleet onder controle zo te zien. Maar het feit dat ik uiteindelijk uit zijn vloek kon losbreken, kan alleen maar betekenen dat hij extra gevaarlijk is.

"We moeten oppassen, Al," zeg ik dan ook zacht, "ik vind dat we misschien nog iemand in vertrouwen moeten nemen,' ik kijk hem aan.

Maar Albus knikt, "Georgia?" stelt hij voor. "En we moeten zeker weten dat we een veilige plek hebben om alles wat we moeten bespreken, te kúnnen bespreken."

"Die plek hebben we. De Kamer van de Hoge Nood."

"Ja, ik dacht daar ook al aan," antwoord Albus, "maar hoe gaan we daar komen zonder dat Merryweather ons volgt? Wij zijn maar studenten. Hij is een volwassen tovenaar. Hij kan ons makkelijk de baas. Zéker als onze theorie over zijn oefenen in de Zwarte Kunsten kloppen."

"We hebben een ander detail ook over het hoofd gezien," ik kijk hem bezorgd aan, "Merryweather is niet van hier. Hij zat op Durmstrang. Hij is meer Zwarte Kunsten gewend dan wij. en niet bang ze te gebruiken, daar zijn we inmiddels wel achter."

Ik werp even een blik op de docententafel. Maar hij zit in gesprek met Slakhoorn en Bill, die hartelijk moeten lachen om een grap die Merryweather duidelijk heeft gemaakt.

"Shit, dat was ik even vergeten."

"Anders ik wel," ik sla mijn armen over elkaar. "Daarbij- wat is het motief? Ik zie Merryweather er niet voor aan om- zich op te werpen als Voldemort de tweede, bij gebrek aan een beter woord."

Albus kijkt ook even achterom, "hij is meer een-"

Tegelijk lijkt het antwoord ons toe te komen.

"Een volger," fluisteren we tegelijkertijd en we kijken elkaar aan. "Als dat echt zo is dan- Scor dan vind ik dat we die Profetie moeten beluisteren. Voor ons, voor onze ouders. Misschien- misschien wel voor de toverwereld..."

Die woorden blijven even tussen ons in, in de lucht hangen en ik voel in die stilte de angst groeien. Niet alleen bij mezelf, maar ook bij Al.

Alleen spreken we die angst voor nu nog niet uit. Moeten we er ook al wel een naam aan geven? Is dat niet veel te voorbarig?

"Laten we iets proberen te eten," mompelt Albus. "En tijdens het eten aan Georgia vragen of ze met ons mee wilt komen."

Ik knik en we voegen ons weer bij onze klasgenoten.

Iets proberen te eten, Al heeft niets teveel gezegd. Ik schep dan wel op voor mezelf, ik krijg amper een hap naar binnen geschoven.

Alles lijkt ineens angstvallig snel op zijn plek te vallen en dat bevalt me precies niets.

Er hangt iets in de lucht dat alleen Al en ik aan lijken te voelen.

Naast me hoor ik Albus zacht met Georgia overleggen. Die buigt zich even naar voren en kijkt me bezorgd aan.

Als ik even glimlach lijkt dat te helpen. Ze stemt toe met ons mee te gaan en een derde getuige te zijn.

"Laten we met een grote menigte mee de zaal uit lopen," stel ik mompelend voor, "dan hebben we de minste kans gezien te worden door onze grote vriend."

Scorpius Malfoy: The ProphecyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu