"Wat zei ik je?!" sis ik, "ik zei verdomme toch dat die fucking Profetie belangrijk was?"
Albus zit op zijn bed voor zich uit te staren, het is duidelijk hoezeer hij in shock is door wat we net hebben gehoord, "Merlijns Baard," hoor ik hem duidelijk mompelen.
Ik sla mijn armen over elkaar en zucht, ja, ik had verwacht dat die Profetie belangrijk was. Maar ik had er totaal geen rekening mee gehouden dat dit ook wel eens het geval zou kunnen zijn.
Ik ga naast Albus zitten, "ben je oké?"
Hij schudt zijn hoofd, "niet echt," geeft hij toe. "Ik- het spijt me...dat ik je niet eerder heb willen geloven," hij kijkt me aan. Ik ben al niet boos meer, en ik sla mijn arm om hem heen.
"Het is al goed," mompel ik. "Dit hadden we ook niet kunnen weten."
"Ik wil verhaal halen," Albus kijkt me aan, "ik wil weten wat die Profetie te zeggen heeft!"
"Al, we kunnen niet zomaar de huiskamer binnen komen walsen en ze laten weten dat we ze gehoord hebben," zeg ik zacht.
"Waarom niet?" hij slaat zijn armen over elkaar en kijkt me vragend aan, "geef me één goede reden, Scor. Die Profetie is van óns. Dus als wij die Profetie willen horen hebben we dat recht gewoon!"
"Wat nou als het iets is dat we helemaal niet willen horen? Wat nou als er- nou bijvoorbeeld gezegd wordt dat mijn ouders me van school halen en naar Durmstrang gaan sturen omdat ze willen dat ik me naar hun maatstaven ga gedragen? Of- misschien wordt er wel voorspelt dat onze ouders op gruwelijke wijze om het leven gaan komen. Zou je dat echt willen horen? Of weten?"
Hij tuit zijn lippen ontevreden en er verschijnt een boze frons op zijn gezicht, "ongeacht wat er instaat. Het is iets duisters, dat heb ik nu ook gehoord," zegt hij.
"De dingen die ik noemde waren dat ook."
"Ben je bang voor wat er in die Profetie zou kunnen staan?" Albus kijkt me aan, "als iemand hier normaal gezien zou staan springen om volwassenen in te wrijven dat hij iets gehoord heeft wat niet mag ben jij het wel Scor. Wat houdt je tegen?"
"Ik ben bang, ja," gooi ik eruit, "ik ben all for confronteren, maar niet als wij daarbij op het spel staan," ik wijs op ons. "Laten we er eerst even rustig over nadenken voor we op hoge poten naar je ouders stappen, alsjeblieft?"
Nu slaat hij zijn armen over elkaar en maakt een geïrriteerd geluidje.
"Al?" eis ik een antwoord. "Come on, morgen gaan we naar Het Nest, daar wordt het ook gezellig en misschien kunnen we dan even onze zinnen verzetten."
Albus zucht diep, kijkt me aan en knikt langzaam, "oké," zegt hij, 'oké, we denken er nog even over na."
Tegelijk kruipen we weer onder de warme dekens, maar ik kan de slaap natuurlijk niet meer vatten. Op mijn rug staar ik het donker in. Albus rolt tegen me aan, en slaat zijn arm om mijn middel.
Allang weer in slaap gevallen natuurlijk, ik zou willen dat het voor mij net zo makkelijk was om na zo'n discussie weer in slaap te vallen.
Even kijk ik naar Albus's gezicht, en schrik, als ik in het donker zijn ogen zie glanzen. Hij is dus nog wel wakker.
Meteen ben ik me heel bewust van zijn arm, die hij om me heen heeft geslagen en de warmte die hij uitstraalt.
En ik voel ook hoe veilig ik me daarbij voel, zelfs zoals we in stilte naast elkaar liggen. Hij bij zijn gedachten en ik bij die van mij.
Pas na een half uur voel ik zijn neus tegen mijn arm, en wordt zijn ademhaling regelmatiger.
Tegen de ochtend val ik eindelijk ook nog even in slaap.
"Je gaat het echt geweldig vinden bij Het Nest!" zegt James opgewonden tegen Georgia.
We zijn vroeg op pad gegaan naar Molly en Arthur met het overgebleven eten van de vorige dag.
Niet dat we bij hen zouden verhongeren, want Molly zorgt altijd goed voor haar gasten en maakt ook teveel.
Gelukkig krijgen we vaak de houdbare dingen mee naar Zweinstein zodat we tussendoor nog wat te snoepen of eten hebben.
"Ligt het aan mij of jat James onze vriendin?" bromt Albus.
"Nee, dat ligt niet aan jou," antwoord ik en ik onderdruk een gaap.
"Ook slecht geslapen?" glimlachend kijkt hij me aan, "kan ik over meepraten."
De hele ochtend hebben we samen het onderwerp "Profetie" vermeden, zijn opgestaan, hebben ontbeten en op het moment dat Harry en Ginny ook beneden kwamen voor wat ontbijt hadden we óók net gedaan alsof alles koek en ei was. Iets dat Albus moeilijker afgaat dan mij. Ik ben het vanuit huis gewend om af en toe een masker op te zetten om maar niet te laten zien wat er echt in me omgaat. En zelfs dan heb ik soms nog het gevoel alsof met name pa gewoon dwars door mijn gedachten heen kan prikken. Ik haat het als hij dat doet...
Georgia slaakt een kreet als ze het huis ziet liggen en ik kan een glimlach niet onderdrukken. Ook weer een van die plekken die ik zo heb gemist zonder het echt door te hebben gehad. En ook Albus lijkt iets lichter als we de voordeur bereiken.
Nog voor we mogelijkheid hebben om aan te bellen, gaat de deur al open. Fleur, de vrouw van Bill, ontvangt ons met een brede glimlach, "welkom, welkom!" zegt ze blij, "kom binnen! Hier is het lekker warm en behaaglijk."
Van Bill weet ik dat Fleur uit Frankrijk komt, dat is al niet meer aan haar spraak te herkennen. Ze woont nu ook al zo lang in Engeland.
Victoire, hun dochter en Teddy, het peetkind van Harry, zijn er ook al. Dus opnieuw volgen er hartelijke woorden en omhelzingen. Gezamenlijk lopen we naar de huiskamer die magisch is vergroot zodat we er met zijn allen in passen.
Arthur en Molly zien er dan misschien niet zo oud uit, het begint steeds vermoeiender te worden om nog echt veel te doen.
Daarom zijn Bill en Fleur ingetrokken om voor ze te zorgen.
Ook Charlie zit op de bank, en hij zwaait ons toe. Meteen gaan we bij hem zitten en vragen hem het hemd van het lijf over zijn avonturen met de draken waarmee hij werkt.
"Hoe is het met Normertina?" vraagt Albus, "vlak voor de vakantie heb ik Hargid beloofd dat ik ernaar zou vragen."
Charlie lacht hartelijk, "joh die is aan haar vierde leg begonnen, één van de beste moeders die we hebben," zegt hij en neemt een slok van zijn boterbier, "dat zal ze wel over hebben gehouden aan die tijdelijke verzorging van Hagrid hm?" even knipoogt hij. "Zeg dat maar niet tegen hem, voor je het weet loopt hij weer met een illegaal ei rond."
We moeten lachen, Hagrid kennende, die goedzak heeft zich in het verleden nogal laten verleiden door de meest gevreesde Fabeldieren.
"Zolang het maar geen Acramantula ei is dan," zegt Roos sidderend.
"Heeft hij die gehad?" vraagt Georgia met grote ogen, "nee doe normaal."
"Aragog," knikt Albus, "woonde uiteindelijk in het Verboden Bos, pa heeft 'm ontmoet in zijn tweede jaar op Zweinstein."
"Ieuw," Georgia trekt haar neus op.
"Kon praten en alles. Bijna hadden hij en Ron dat niet overleefd," gaat Albus met een grijns door. "Ik weet niet, mij lijkt het wel cool om een pratende spin te ontmoeten."
"Oh alsjeblieft," ik geeft hem een ellenboog por, "de spinnen bij je bed moet ik ook altijd voor je weghalen. Dan zou je bij een Acramantula gillend wegrennen."
JE LEEST
Scorpius Malfoy: The Prophecy
FanfictionEen Profetie en een tienerjongen, wat kan er misgaan?