I Love You Too

41 7 0
                                    

Zachtjes sluipen Al en ik de leerlingenkamer weer binnen. Iedereen ligt als het goed is nog op één oor.

Niemand had op de loer gelegen en niemand had ons op de gangen betrapt. Ik pak mijn spullen bij elkaar terwijl Albus nog even op zijn bed ploft.

Hij weet niet dat ik weet dat hij de halve nacht wakker heeft gelegen. Maar dat weet ik alleen maar omdat ik zelf ook niet op mijn best heb geslapen. Alles van de vorige avond was door mijn hoofd gespookt.

En ik was eigenlijk tot de conclusie gekomen dat ik het me ook heel goed had kunnen verbeelden dat we werden gevolgd. Albus moest die angst hebben opgepikt en daarom hetzelfde hebben gevoeld.

Ik prop mijn boeken in mijn tas en kijk naar zijn bed, met zijn armen onder zijn hoofd kijkt hij naar me, "welke lessen hebben we vandaag?" vraagt hij zacht.

"Verzorging, Kruidenkunde en Verweer," antwoord ik een beetje gedachteloos. Maar bij die laatste kijken we elkaar geschrokken aan. Albus staat op en komt naast me zitten.

"Scor- wat nou als hij weer iets probeert?"

"Ik houd je in de gaten Al," zeg ik geruststellend en ik help hem zijn tas inpakken. "No way dat Merryweather onder mijn neus weer iets met je uitvreet. Dat is hem één keer gelukt, en dat is me één keer teveel."

Dankbaar kijkt Albus me aan, voor hij zich nog even achterover laat vallen op mijn bed. Ik kom naast hem zitten, "ik heb nagedacht Al," mompel ik, 'en het zou maar zo kunnen dat ik me wél heb vergist. Welk bewijs heb ik nou helemaal dat het Merryweather echt was? Behalve op die ene keer na dat hij mijn herinneringen in wilde komen? Wat bewijst dat nou helemaal?"

"Dat hij een gevorderde Legillimens is,' mompelt Albus, "en jij blijkbaar een gevorderde Occlumens, anders had je het niet in de gaten gehad."

"Waar haal je die wijsheid vandaan?" plagerig trek ik even aan een plukje haar. Hij ligt met zijn rug naar me toe en met een geïrriteerde grom slaat hij naar mijn hand, "mijn vader."

"Ik denk dat je vanzelf een gevorderde Occlumens wordt als je binnen de familie Malfidus geboren wordt," mompel ik. Nu draait Albus zich naar me om zodat hij me aan kan kijken.

"Vanwege je pa?"

"En opa," knik ik. "Hoewel ik bij hen nooit iets gevoeld heb, heb ik instinctief denk ik wel altijd gevoeld dat ik op mijn hoede moest zijn met het delen van- diepere gevoelens of emoties."

"Daar heb ik nooit iets van gemerkt," Albus gaapt.

"Omdat ik me hier meteen veilig voelde heb ik hier die muur nooit op hoeven zetten. Tot Merryweather."

"Wat nou als hij jou onder invloed wilt hebben?" Albus kijkt me aan, "dan moeten we iets afspreken, een safeword of een zin ofzo. Zodat we weten dat de ander zichzelf nog is."

"Dat- is een heel goed idee," ik kijk hem aan, "heb je een idee van wat dat woord of die zin moet zijn?"

"Iets dat alleen wij kunnen weten," mompelt Albus. "En niemand anders."

Even valt er een stilte.

"Het meest beschamende moment tijdens onze vriendschap?" opper ik.

"Pft, schaam jij je ooit ergens voor dan?" lacht Albus en hij kijkt me aan.

Opnieuw valt er een stilte als we beiden weer in nadenken vervallen.

"Ik hou van jou," stel ik een beetje halfslachtig voor. Iets dat Albus totaal ontgaat, want met een frons kijk hij me aan, "ja? Ik ook van jou," zegt hij alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

Verbijsterd kijk ik hem aan en pas dan lijkt tot hem door te dringen dat dat mijn voorstel was in plaats van een voorstel. Ik zie zijn hoofd rood worden en hij weet niet waar hij moet kijken terwijl ik moeite moet doen mijn lachen in te houden.

"Oh my fucking god," mompelt hij en hij slaat zijn handen voor zijn gezicht.

"Fijn dat we dat helder hebben," zeg ik nuchter, "jou antwoord lijkt me het perfecte antwoord om zeker te weten dat de ander niet onder invloed is."

"Dit ga ik echt nog jaren horen," kreunt Albus.

Nu schiet ik echt in de lach. Dat moet ik bekopen met een stomp in mijn zij maar dat maakt de pret er niet minder om.

"Georgia en Roos vermoeden trouwens sowieso dat wij "van elkaar houden"," zeg ik, voor nu nog maar even met aanhalingstekens om de zin.

Albus komt iets overeind en leunt op zijn ellenbogen, "als zij de enigen zijn is het nog steeds een goede zin," zegt hij, "ik zie hen er niet voor aan er iets over te zeggen tegen anderen namelijk."

Daarmee is het mini overleg gesloten en hebben we wat dit betreft een duidelijk plan.

Als we ergens in de verte een klok horen, komen we met moeite in beweging om ons om te kleden en klaar te maken voor deze nieuwe dag.

Ik ben nerveus voor vandaag. Niets in mij heeft ook maar enige behoefte om Merryweather onder ogen te komen.

En omdat we met een hele klas in zijn les zitten kan hij zelf ook niet laten merken of hij ons daadwerkelijk in de gaten aan het houden is.

Ik sta net mijn pyjama op te vouwen als dat ineens tot me doordringt. Waaróm moest hij Albus hebben?

Specifiek?

Wat was er nou zo bijzonder aan Albus dit jaar?

Ik heb verdomme het antwoord!

In een soort automatisme grijp ik naar mijn binnenzak. Waar de Profetie veilig verborgen zit.

Dát maakte Albus en mij bijzonder dit jaar! Onze namen, op die stómme Profetie!

Wat nou als er nóg een persoon aanwezig was toen die voorspelling werd gedaan? Iemand die vervolgens van de Dreuzel af moest die er ook bij was geweest?

Als bevroren sta ik naar mijn pyjama te staren als dat alles met een klap tot me doordringt.

"Scor? Kom je mee?"

Half verdoofd kijk ik om, Albus staat in de deuropening op me te wachten.

"Voel je je wel goed?" vraagt hij bezorgt als hij mijn gezicht ziet.

"Ik- geloof het niet," weet ik uit te brengen. Albus kijkt even de gang in en als hij ziet dat Matthias en Lukas zijn doorgelopen komt hij weer naar me toe.

"Wat is er?"

"Al ik- ik weet waarom Merryweather ons moet hebben," mompel ik.

Fronsend kijkt Albus me aan, "wat?"

Voorzichtig haal ik de Profetie tevoorschijn, "jij weet het misschien niet meer maar-we hebben jouw ouders en Hermelien en Ron hierover horen praten tijdens de kerstvakantie," begin ik.

"Al? Scor? Gaan jullie mee?"

We kijken op en ik stop de Profetie weg als we Georgia in de deuropening zien staan.

"Leg het me later maar uit oké?" Albus kijkt me aan, bemoedigend, "het komt goed."

Scorpius Malfoy: The ProphecyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu