Darkness Returns

37 7 0
                                    

Stilletjes zitten Al en ik in het kantoor van Anderling. Ik heb zijn hand nog geen moment losgelaten en Anderling zit tegenover ons met een bezorgde uitdrukking in haar ogen.

We wachten op onze ouders die elk moment kunnen komen. Slakhoorn zit in een hoekje zijn pijp te stoppen en kijkt af en toe even op.

Hij heeft me veilig en wel weer het kasteel binnen gebracht en meteen door naar Anderling. Mijn voet is dik en gezwollen, maar met een beetje magie was daar snel een verband omheen getoverd.

Anderling heeft thee voor ons neergezet, maar geen van ons heeft nog een slok naar binnen kunnen krijgen.

Ik voel me misselijk en ik zit onder de modder. Mijn gezicht zit onder de schaafwondjes en ook mijn handen zijn niet compleet ongeschonden onder de valpartijen uit gekomen.

Albus staart strak voor zich uit, bijt op zijn lip en haalt af en toe een hand door zijn haar.

We schrikken dan ook van het ploppende geluid dat uit het haardvuur komt.

Alle ouders komen tegelijk het haardvuur uit, bleek en zichtbaar gespannen.

Mijn moeder rent op me af, en neemt liefdevol mijn gezicht in haar handen, "ik was zo bang dat we slecht nieuws zouden krijgen," zegt ze met tranen in haar ogen. Voor het eerst laat ik Albus los om op te staan en haar te knuffelen. Ook Albus staat op, om zijn ouders te omhelzen.

Als mijn moeder me loslaat veegt ze een beetje vuil van mijn gezicht. Dan, sta ik face to face met pa. Hij kijkt me aan, zwijgend.

Dan stapt hij naar me toe en slaat zijn armen om me heen.

Meteen voel ik tranen opwellen en ik omhels hem terug.

"We waren zo bang mijn jongen," hoor ik pa zachtjes zeggen. "Als jou iets zou overkomen-" hij kapt zichzelf af.

Ik veeg langs mijn ogen, "hij zei dat ik een schande was voor de familie, en dat ik toch niet gemist zou worden," weet ik uit te brengen."

Mijn vader pakt me bij mijn schouders en kijkt me aan, "je bent mijn zoon, Scorpius. Als jou iets overkomt bega ik een ongeluk," zegt hij. Opnieuw veeg ik een traan weg.

"Ik- zal letten op hoe ik je behandel van nu af aan jongen," zegt mijn vader. "Je bent geen schande. Ik ben trots op je."

Als ik omkijk kijkt Albus me glimlachend en bemoedigend aan.

Anderling schraapt haar keel, "als we de begroetingen voor nu even kunnen laten voor wat ze zijn, kunnen we luisteren naar wat de heren te vertellen hebben." Prompt tovert ze nog vier stoelen uit de lucht waar onze ouders op kunnen zitten om te luisteren.

Albus en ik steken van wal, elkaar aanvullend en helpend mocht een van ons dreigen een stuk over te slaan.

"En de Profetie? Hebben jullie die onthouden?" vraagt Anderling, als we bij dat stukje zijn aangeland.

Albus klapt dicht, "eh-"

"Donker zal de dag zijn, waarop het verleden wederkeert. Dat onze wereld in duisternis hult en in gevaar verkeert. Maar twee tovenaars hebben de kracht. Om zich te meten met deze macht. Valt het tweetal echter uit in elk één. Overheerst het kwaad iedereen," dreun ik uit mijn hoofd zo langzaam mogelijk op. Dan kan iedereen goed horen wat er in die Profetie stond.

Anderling schrijft mee en kijkt bedenkelijk naar die woorden, "hm."

"Voldemort is niet dood," zeg ik een beetje plompverloren. Meteen zijn alle ogen op mij gericht.

"Wat, zei je?" vraagt Anderling langzaam, haar ogen zijn groot. En dan kijkt ze naar Harry.

"Potter?"

Harry schuift even heen en weer op zijn stoel, "het zou kunnen kl-"

"Hij ligt niet meer in zijn tombe,' val ik hem in de rede. "Er ligt een vrouw in de kist. Ik denk die vrouw die ook aanwezig was toen de Profetie ontstond en vermist raakte."

Harry's ogen worden groot, "jullie hebben de kist geopend?"

"Ik," zeg ik, "dat is mijn verantwoordelijkheid."

"Ik denk dat onze grootste prioriteit is; als Voldemort niet meer in zijn graf ligt. Waar is hij dan wel?" zegt Anderling.

Daar heeft niemand een antwoord op.

"Waarom hebben jullie niemand om hulp gevraagd?" vraagt Ginny en ze kijkt ons beide even aan.

"Omdat we zo maar het idee hadden dat niemand ons zou geloven," zegt Albus. "Daarbij ben ik een groot deel van het schooljaar onder invloed geweest van een vloek."

"Ik heb geprobeerd hulp te vragen," zeg ik, "ik heb Professor Slakhoorn om hulp gevraagd, maar hij wilde me niet geloven. Dus heb ik zelf de vloek opgeheven."

"Je hebt een Onvergeefelijke Vloek gebruikt!?" roept mijn vader, hij kijkt me ontstelt aan.

"Niemand anders ging het doen, dus ik had niet echt een keuze pap!" verdedig ik mezelf.

"U had ook mij om hulp kunnen vragen," zegt Anderling droogjes, en ze kijkt me aan.

"Had u me geloofd, als ik had verteld dat ik bijna zeker wist dat Albus onder invloed was van de Imperiusvloek?" ik kijk haar vragend aan. "Of ik als ik had verteld dat ik me zorgen maakte over een Profetie, waar ik iets vaags over had gehoord op het perron? Niet om het een of ander Professor, maar het zit niet bepaald in jullie karakter om ons als leerlingen heel serieus te nemen." Ik sla mijn armen over elkaar om mijn woorden kracht bij te zetten.

Anderling doet haar mond open om ertegenin te gaan, maar Albus is haar voor; "dat ben ik met Scor eens," zegt hij. "Pas nu worden we echt geloofd en gehoord."

"Het schilderij achter u nam me wel serieus, toen ik hem een paar vragen stelde," knik ik naar het portret van Sneep.

"Sneep?" zegt mijn vader fel.

Anderling draait zich om in haar stoel en kijkt haar oude vriend aan. Sneep zit in zijn stoel te slapen. En heeft overduidelijk niets van het hele gesprek meegekregen.

"Wanneer heb je dan-" begint Anderling, maar dan zie ik in haar ogen het besef. "Aha, toen Foppe de boel op stelten zetten beneden, heb jij je kans gegrepen om met Severus te praten."

Ik knik.

"Hoe nu verder?" vraagt mijn moeder. "Het liefst zou ik mijn jongen mee naar huis nemen. Maar de examens komen eraan en-"

"Mam, ik wil het jaar afmaken," ik kijk haar aan. "Met thuis zitten help je ook niets. En- we weten niet wat er verder gaat gebeuren."

"Hoe denk jij erover jongen?" vraagt Harry aan Albus.

Die knikt, "als Scor blijft, blijf ik ook."

De ouders kijken elkaar even aan, en wisselen een blik van verstandhouding. Dit gaan ze nooit winnen.

"Goed, ik vind het goed," knikt Anderling, "maar ik wil niet dat dit verhaal de ronde gaat doen door het kasteel. Het is al erg genoeg dat er mogelijkheid is dat de meest Duistere Tovenaar weer terug is. Ik wil niet bij voorbaat paniek zaaien als dat nog niet nodig is, kunnen we dat afspreken?"

We knikken. Ja, het is al erg genoeg dat wij het weten, laat staan de hele school.

Anderling staat op, "goed, dan stel ik voor dat meneer Malfidus nu naar de ziekenzaal gaat. En de ouders-"

"Wij blijven bij Scorpius," zegt mijn vader stellig. "Tot hij is herstelt."

Ik glimlach even naar hem. Deze hele situatie is compleet shit. Maar ik begin stiekeme hoop te koesteren dat mijn vader misschien het licht heeft gezien.

Scorpius Malfoy: The ProphecyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu