Hoofdstuk 2

274 27 12
                                    

De volgende dag sta ik vroeg op om weer naar school te gaan. Ik zucht, mijn huiswerk heb ik gisterenavond niet meer afgekregen. Al ligt dat waarschijnlijk meer aan mijn gemakzucht dan aan mijn mentale capaciteiten.

Ik ga op de rand van mijn bed zitten en ik rek mij langzaam uit, 's ochtends ligt het tempo nooit zo hoog bij mij.

"Goedemorgen jongen," zegt mijn moeder vriendelijk wanneer ik beneden verschijn om een ontbijtje voor mezelf te maken. Ze ligt half-onderuitgezakt op de bank met een dubbel gevouwen bruine boterham tussen haar kaken geklemd waar hier en daar wat bruine hageltjes uit ontsnappen.

"Goedemorgen mam" zeg ik met mijn schorre ochtendstem en ik haal mijn hand door mijn haar. Ik open onze gloednieuwe koelkast waar alle etenswaren heel geordend in staan. Ik pak een pak sinaasappelsap en ik schenk een groot glas voor mezelf in.

"Heb je veel uren vandaag?" hoor ik mijn moeder vragen met haar mond vol.

"Valt mee," zeg ik schouderophalend terwijl ik druk bezig ben om mijn boterham te smeren met pindakaas. Wanneer mijn boterham gesmeerd is neem ik mijn boterham tussen mijn tanden en mijn glas in mijn handen mee naar de bank. Mijn moeder komt half overeind maar ik gebaar dat het niet nodig is.

"Hoeveel is valt mee precies?" vraagt ze lachend terwijl ik net een hap wil nemen van mijn boterham. Voorzichtig laat ik deze zakken om antwoord te kunnen geven.

"Zes uur, geloof ik" zeg ik hoofdschuddend en lichtelijk geïrriteerd omdat ze me lastigvalt met al deze vragen op de vroege ochtend.

"Zullen we daarna iets leuks gaan doen?" vraagt mijn moeder hoopvol. Zichtbaar klaar ik op. "Natuurlijk! Doen we!" ik begin te stralen.

Ik vind het heerlijk om samen iets leuks te doen met mijn moeder en met die kleine in haar buik natuurlijk.

Ik glimlach en leg mijn hand voorzichtig op de zachte stof van haar blauwe badjas, op de plek waar de baby zit.

Ze glimlacht, "ik weet zeker dat je een goede broer voor hem zal worden."

"Haar" onderbreek ik haar.

"Hem" zegt ze en ze kijkt me indringend aan. Dan lachen we beiden. Mijn moeder strekt haar armen uit en knuffelt me stevig.

"Hup naar school jij! Anders dan weet jij later niet hoe baby'tjes worden gemaakt." Mijn moeder straalt helemaal en ze gniffelt een beetje.

Ik lach hoofdschuddend naar haar en loop de kleine, lichte woonkamer uit. Wanneer ik mijn donkergroene jas aanheb zie ik mijn moeder naar mij zwaaien. Ik zwaai vrolijk terug.

"Tot vanmiddag mam" roep ik nog terwijl ik probeer om de voordeur te openen, dat ding klemt altijd zo erg. Vreselijk irritant.

Wanneer het mij gelukt is om de voordeur te openen steek ik de sleutel in mijn gloednieuwe grijze fiets. Het frame glimt nog van nieuwheid en er zitten nog geen schaafplekken aan. Al weet ik dat het niet heel lang meer gaat duren voordat het zal gaan gebeuren. Je zit immers op school en de fietsen hangen overal waar ze niet zouden moeten hangen.

Ik heb mijn vorige fiets regelmatig in de struiken gevonden en zelfs in een boom.


"Goedemorgen Brennon" zegt mevrouw Fisscher.

Ik groet haar terug met een glimlach en neem plaats aan mijn tafeltje ergens achterin de klas aan het raam. Mevrouw Fisscher is wel aardig. Anders dan de meeste docenten. Ze is al ouder, ik schat zo'n 45 jaar maar ze heeft haar haar knal oranje geverfd en ze heeft van die vriendelijke zorgrimpels. Als ze met je spreekt kijkt ze je altijd heel vriendelijk aan met haar bruine bambi ogen.

Wanneer de rest van de klas ook is binnen gedruppeld, stelt mevrouw Fisscher voor om met haar les te beginnen. Ze wijst naar het whiteboard waar enkele Nederlandse zinconstructen staan aangegeven.

Mevrouw Fisscher is stellig in het gebruik van het whiteboard. Zoals ze zelf altijd zegt, had ze liever het krijtbord nog gehad omdat dat zo vertrouwd aanvoelt.

Het gebruik van een beamer of het smartboard kan je bij haar al helemaal vergeten. Daar begint ze al helemaal niet aan.

Ik lach Yuri vriendelijk toe, hij zit naast mij.

Yuri heeft vandaag iets teveel gel in zijn haren gesmeerd, het druipt er nog net niet vanaf. Toch is Yuri een van de aardigste personen in deze klas.

Yuri streelt met zijn hand over zijn kaak en kijkt er moeilijk bij. Zijn kaak zit vol met blonde stoppels wat opzich wel goed bij hem past.

"Weet iemand het antwoord?" mevrouw Fisscher probeert hulpeloos boven het geroezemoes van het lokaal uit te komen. Helaas lijkt dit niet erg te lukken.

Ik steek mijn hand op en geef het antwoord.

"Dank je wel Brannon" zegt ze, in haar zachte stem hoor ik een mix van dankbaarheid en strengheid naar de andere kinderen in de klas.

Ik ben blij dat ik haar kan helpen. Ik zou eigenlijk het liefste iedereen willen helpen. Zelfs al zijn het mensen die mij niet altijd liggen.

Ik wil mensen de positiviteit in het leven schenken omdat ik vind dat iedereen geluk verdient in het leven. Het mooiste zou zijn een wereld zonder pijn, maar ik weet ook dat het een ideaalbeeld is van de wereld wat heel moeilijk is om na te streven.

Maar, zoals Gandhi altijd zei: "Be the change you wish to see in the world." Dus ik hou vol aan mijn idealen ook al vinden anderen mij daarom naïef. Ik weet dat er mensen zijn die wel in mij geloven en daar doe ik het allemaal voor.


"Hoe was school?" mijn moeder komt me tegemoet lopen en ik trap de deur achter mij dicht.

"Ja, goed hoor" antwoord ik met een glimlach. De bruine, steile haren van mijn moeder dansen over haar schouder bij elke stap die ze zet.

"Wat gaan we doen?" vraagt ze terwijl ze me omhelst.

"Ergens wat eten? Ik heb berehonger!" zeg ik terwijl op dat moment mijn maag begint te knorren. "Zie je?" lachend doe ik de voordeur weer open.

"Is goed, waar wil je zitten? Bij de PizzaHut?" Mijn moeder pakt haar buine, dunne zomerjas en trekt deze aan. Het gaat niet even soepel maar ik ondersteun haar er voorzichtig bij.

"Is het eigenlijk lastig, zo'n baby'tje in je buik?" Mijn ogen richten zich weer op de dikke buik die het witte tuniekje van mijn moeder omhoog lift.

"Het is lastig met bewegingen" mijn moeder lacht en wrijft me door mijn haren, "maar ik ben blij met elke minuut dat dat kleintje in me zit hoor" zegt ze om mij gerust te stellen.

Ik knik haar vrolijk toe. Ik kan nu eigenlijk al niet wachten totdat ik mijn nieuwe broertje of zusje in mijn armen kan houden. Eigenlijk is het best wel apart dat het kindje van mijn vader is, terwijl mijn vader het niet meer kan meemaken.

"Waar denk je aan?" mijn moeder verlost me uit mijn gedachten en kijkt me bezorgd aan, haar bruine, dunne wenkbrauwen staan lichtelijk naar boven gekanteld en de zorgrimpels zijn duidelijk te zien op haar voorhoofd.

"Ik dacht eraan dat het eigenlijk best apart is dat mijn nieuwe broertje of zusje"

"Broertje" onderbreekt mijn moeder me lachend, "maar ga verder"

"Dat mijn nieuwe zusje" ik benadruk het woord 'zusje' "van papa is, terwijl hij zelf niet meer bij ons is." zeg ik en ik glimlach naar mijn moeder. De heerlijke en luchtige manier waarop we met elkaar omgaan is gewoon heel prettig.

"Het is het mooiste cadeau wat hij me heeft gegeven samen met jou natuurlijk" ze knipoogt me vrolijk toe en we vervolgen onze weg naar de PizzaHut.

Een wereld zonder pijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu