Hoofdstuk 40

64 8 3
                                    

In gedachten loop ik door de lange, saaie gang richting de terminal. De man die naast mij in het vliegtuig zat, was niet de meest prettige passagier waar ik ooit naast heb gezeten. Ik voel de penetrante geur van zweet nog steeds om me heen cirkelen. Gelukkig was het niet een lange vlucht. 

"Austin!" Ik zie hem wild om zich heen kijken achter de hekken die netjes staan opgesteld bij de aankomst-hal.
Austin probeert zich te oriënteren. Volgens mij weet hij niet precies waar het geluid vandaan kwam.
"Hier," roep ik nogmaals om het te verduidelijken. Deze keer kijkt hij me recht aan.
"Brannon, wat zie je er goed uit man!" Austin lacht zijn witte tanden bloot. Zijn bekende brede, allesomvattende lach die ik heb gemist.
"Dank je, jij ook. Nu weer oranje haar?" Ik grinnik en pak een pluk van het droge haar van Austin vast.
"Ja, soms is verandering noodzakelijk." Zijn glimmende ogen vallen mij op. Ze zien er zo jeugdig uit, nog vol leven. Austin is niks veranderd en dat is prettig.

"Moet ik je helpen?" vraagt Austin die mijn zilverkleurige koffer wil overpakken.
"Nee, niet nodig. Het is maar een kleine koffer op wieltjes, dus dat kan ik wel zelf, toch bedankt voor het aanbod."
Austin haalt zijn schouders op. "Geen dank."
We lopen richting de uitgang van het vliegveld. Veel van de mensen die ik hoor praten, spreken Engels. Het Britse accent, wat heb ik dat gemist. Als we buiten zijn aangekomen, zie ik de vertrouwde borden van de bus. De rode cirkel met de streep erdoorheen is zo kenmerkend voor Londen. Zelfs nu ik al een tijd niet meer in Londen woon, voelt het vertrouwd.

"Ben je er nog?" Austin duwt met zijn vinger tegen mijn schouder en glimlacht.
"Ja, sorry."
"Heb je Engeland gemist?" Austin glimlacht en haalt zijn mobiele telefoon tevoorschijn.
"Kom, we maken even een foto." Austin pakt mij bij mijn middel en trekt mij naar zich toe. Razendsnel drukt hij op de camera-knop.

"Prachtig!" Breedlachend kijkt hij naar de foto. Mijn gezichtsuitdrukking is beduusd. Ondanks dat ik regelmatig terug ga naar Engeland, blijf ik heimwee hebben naar de plaats. Ik heb altijd bedacht dat ik later in Engeland wilde gaan wonen. Helaas heeft mijn ziekte besloten om roet in het eten te gooien.
"Kom, we nemen een taxi naar mijn huis. Mijn ouders zijn allebei aan het werk." Austin loopt richting de taxi's. Ook dat was iets wat specifiek was aan Londen. In New York hebben ze de gele taxi's en in Londen hebben taxi's die er uitzien als oldtimers. Engeland lijkt over het algemeen meer conservatief dan Nederland. De taxi's en de rode telefooncellen bevestigen dat. 

We worden door de taxi netjes afgezet voor het huis van Austin. Hij woont net buiten Londen. Het vrijstaande huis ziet er prachtig uit; de muren zijn wit en het dak is van riet. Austin had laatst gezegd dat zijn ouders het huis zouden opknappen. Het is prachtig geworden.
"Dat hebben je ouders mooi gedaan," zeg ik vol bewondering. "Het ziet er prachtig uit."
Austin glimlacht. "Ik ben het helemaal met je eens. Het ziet er nu een stuk beter uit dan voorheen."
Austin loopt over het betonnen pad, dat naar zijn huis leidt. Om het betonnen pad staan verschillende soorten bloemen in allerlei soorten kleuren en maten. Het huis is omgeven met een prachtig groen grasveld.
"Kom je?" vraagt Austin die de donkerblauwe deur wagenwijd open houdt. Hij wenkt me.
"Natuurlijk!" Het geluid van de wielen van mijn koffer klinken hard op het beton.

Niet veel later zitten we op de bank met een stuk appeltaart die zijn moeder speciaal had gebakken voor deze gelegenheid.
"Hoe is de taart?" Austin kijkt mij verwachtingsvol aan. Zijn blik glijdt afwisselend naar de taart die ik in mijn handen heb en naar mij.
Ik steek mijn duim op en ik wijs naar mijn gezicht. De bolle wangen vol met appeltaart zeggen eigenlijk al genoeg.
Austin glimlacht.

Ik kijk om me heen. De inrichting is nog grotendeels hetzelfde als tien jaar geleden. De zachte bank waarop ik zit, is opgeknapt met een aantal lappen van verschillende stoffen. De zwarte asbak die bijna overloopt van sigaretten en as, staat op de glazen salontafel. De oude bruine gordijnen zijn vervangen door moderne witte. Ik kijk om me heen. De sfeer in het huis is nog steeds hetzelfde en de geur van oude kranten is ook nooit meer weggegaan.
Het is stil. Austin en ik zijn goede vrienden, maar sinds mijn ongeluk heb ik het idee dat Austin zich meer afzijdig houdt. Ik kan niet meer echt tot hem doordringen. Misschien groeien we wel uit elkaar. 

Een wereld zonder pijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu