Hoofdstuk 5

191 20 19
                                    

"Goedemorgen schat," mijn moeder buigt zich over mijn hoofd heen en drukt haar zachte lippen op mijn voorhoofd.
"Goedemorgen," brom ik en ik kijk met één oog gesloten naar mijn moeder. Dan pas realiseer ik me welke dag het is. Austin komt vandaag aan!
Mijn moeder ziet blijkbaar dat ik ineens opklaar want ze zegt: "zo, ben je er weer bij?" Haar glimlach doet mij goed.
"Sorry," zeg ik wanneer ik snel uit mijn bed spring. Meteen daarna bijt ik hard op mijn lip. Verdraaid, die knie.
"Gaat het?" vraagt mijn moeder die mijn van pijn vertrokken gezicht blijkbaar heeft gezien.
"Ja hoor," zeg ik met een gemaakte glimlach. Mijn handen vormen zich tot vuisten waar ik hard in knijp.
"Weet je zeker dat je niet naar de dokter moet?" vraagt mijn moeder, haar zorgrimpels zijn duidelijk te zien op haar voorhoofd. Ik vind het vreselijk dat mijn moeder zo kijkt, ze moet zich namelijk niet zorgen maken om mij.
"Nee hoor, het is niet nodig." Ik knik kort en loop richting mijn kledingkast.
"Wanneer kwam Austin ook al weer?" vraag ik. Natuurlijk wist ik dat hij om half drie zou aankomen, maar ik wilde het gesprek op een ander onderwerp brengen. Het lijkt te werken.
"Om half drie," mijn moeder begint te lachen, "dat je dat vergeet!"
Ik lach en krab achter mijn oren. "Net wakker hè? Dan is nog niet alles even scherp in mijn bovenkamer."
"Natuurlijk," zegt mijn moeder hoofdschuddend. Het lijkt erop alsof ze denkt: daar heb je mijn gekke zoon weer.

Ze loopt richting de witte deur van mijn kamer en werpt me nog snel een bezorgde blik toe wanneer ze mijn kamer verlaat.

Ik zucht, "verdomme," ik wrijf over mijn knie en trek de grijze hoodie over mijn hoofd. Zelfs ik begin me nu zorgen te maken over mijn knie. In plaats van dat de pijn minder wordt, voel ik het nog meer dan voorheen. Dat is toch niet normaal bij spierpijn, of wel?
Nog in gedachten verzonken stap ik in mijn zwart-wit geblokte Vans.

"Lekker eitje, Brannon?" vraagt mijn moeder wanneer we samen aan de glazen tafel zitten. Mijn moeder heeft waarschijnlijk al gegeten want ze drinkt alleen een glas water.
Ik steek mijn duim op. "Heerlijk mam," zeg ik met mijn volle mond. Kleine stukjes roerei verlaten mijn mond en komen op de glazen tafel terecht. Snel pak ik deze op tussen mijn duim en wijsvinger en steek ze weer tussen mijn lippen.
"Je weet dat ik over enkele dagen de echo heb, toch?" vraagt mijn moeder met een speelse glimlach om haar lippen.
"Natuurlijk," zeg ik met een brede lach, "ik ben ook erg benieuwd."
"Anders ik wel!" roept mijn moeder enthousiast uit. Waarschijnlijk hoopt ze stiekem op dat dagje kuuroord, wat door mij gefinancierd zou worden als ik zou winnen. Stel dat ze niet zou winnen, dan zou ik haar dat dagje waarschijnlijk nog aanbieden.
Een Ticket naar Londen kost immers 130 euro, terwijl dat dagje kuuroord 82 euro kost. Toch een verschil. Daarbij, mijn moeder heeft veel voor mij over dus ik vind dat ze het verdiend.
"Ik ga winnen," zegt mijn moeder en haar wijsvinger is gericht op mij, haar rechtermondhoek is lichtelijk naar boven gericht en haar blik is ondeugend.
"Ik dacht het niet," zeg ik terwijl ik mijn laatste stukje roerei in mijn mond fijnkauw.

Ik breng mijn vuile bord naar de keuken en leg het in de ijzeren wasbak.
"Oh, ik mag het weer schoonmaken," hoor ik mijn moeder zeggen. Haar stem kan ik niet goed plaatsen maar het klinkt niet alsof ze er blij mee is.
"Ik dacht," een stilte klinkt, "dat ik wel naar boven mocht?" Het laatste deel van de zin spreek ik zacht uit.
"Het was maar een grap," haar gezicht straalt en ze begint te lachen. "Je had je gezicht moeten zien!" Ze klapt eenmalig in haar handen en pakt mij voorzichtig bij mijn schouders om mij vervolgens dicht tegen mij aan te drukken.

"Ik hou van je," zegt mijn moeder en ze glimlacht.
"Ik hou ook van jou, mam," mijn stem klinkt verveeld. Een typische puber die het té vaak van zijn moeder te horen heeft gekregen.
Ik pak haar armen vast en wrik ze los van mijn schouders om vervolgens de woonkamer deur uit te lopen. Natuurlijk werp ik mijn moeder nog een glimlach toe voordat ik naar boven ga.

In mijn kamer loop ik meteen naar mijn bordeauxrode gitaar toe en ik grijp het lege vel van de schoorsteenmantel die ik de vorige keer had teruggelegd. Ik ben in de stemming om te genieten van de muziek. Even mijn pijnlijke knie vergeten en mij natuurlijk verheugen op het feit dat Austin over enkele uren hier is.
Ik plof neer op mijn bed met de gitaar in mijn hand en positioneer deze goed op mijn benen. Mijn rug laat ik rusten op de met graffiti bekladde muur en mijn benen liggen gestrekt om mijn knie zoveel mogelijk te ontlasten.
Met mijn wijsvinger en duim sla ik enkele akkoorden aan en af en toe noteer ik wat op een papiertje. De pen stop ik tussendoor in mijn mond en inspannend kijk ik naar mijn hand die de juiste akkoorden moet pakken. Na een tijdje heb ik enkele akkoorden klaar en probeer ik een begin te maken met zingen.

Zusje
Zusje, mijn zusje.
Ik heb er nu een zusje bij.
Zo trots en ook heel blij.

"Brannon!" roept mijn moeder vanaf de trap. "Het is tijd om te gaan."
Ik glimlach, eindelijk. Ik schiet overeind, iets te snel want ik voel weer wat steken in mijn knie en zelfs in mijn benen. Een kreunend geluid ontsnapt aan mijn lippen maar ik probeer het te negeren.
Voorzichtig loop ik richting de trap en laat mijn gitaar en het witte A4'tje op mijn bed liggen.
Nu, is het tijd om lol te trappen met Austin.
"Ik kom eraan!"


Een wereld zonder pijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu