Hoofdstuk 31

75 9 2
                                    

"Mam, ik ben thuis!" schreeuw ik door de gang, terwijl ik met mijn voet de voordeur achter mij sluit. Wanneer ik mijn jas wil ophangen aan het zilverkleurige haakje, voel ik iets in mijn jaszak zitten. Ik pak het ruwe vel vast met mijn hand en voel de scherpe randjes van het papier.
Voorzichtig haal ik het papiertje uit elkaar. Het is half verfrommeld geraakt in mijn jaszak, maar als ik het papier ontvouw kan ik gelukkig zien wat erop staat. Het is het kriebelige handschrift van Lars.

'Dit is mijn tekenmaatje, maar deze prinses zoekt haar droomprins. Meerdere malen heeft ze naar jou gevraagd, mijn vriend. Nu stel ik haar aan je voor. Vergeef me voor dit plotselinge afspraakje. Vergeef mij ook voor het feit dat ik je alleen met haar heb gelaten. Het kon niet anders.'

Onderaan het briefje is een mobiel nummer gekrast en de helft van het vel is bedekt met een naakt getekend meisje. Haar borsten zijn niet te zien, want daar heeft ze haar armen voorgeslagen. Haar benen heeft ze over elkaar gelegd. Mijn ogen glijden over de tekening van het meisje. Langzaam laat ik mijn vingertoppen over de tekening glijden, alsof het een levend wezen is. Elke millimeter van het met grafiet bedekte vel, koester ik.

"Wat ben jij aan het doen?" vraagt mijn moeder die plotseling naast me is komen staan.
"Huh, wat? Ik ehm," stamel ik en ik probeer het vel achter mijn rug te verstoppen. Het mislukt compleet, want ik voel dat mijn hoofd rood wordt.
Mijn moeder staat er lachend bij. Haar handen heeft ze in haar zij geplaatst en ze kijkt me met een grote grijns aan.
"Laat eens zien?" vraagt ze en ze probeert met haar handen het vel te pakken. Haar buik zit haar echter in de weg, want die botst voortdurend tegen mijn lichaam aan.
"Echt niet," zeg ik lachend terwijl ik het vel heen en weer zwaai. Ik probeer ervoor te zorgen dat het niet in mijn moeders handen komt.
"Is Brannon soms verliefd?" vraagt ze met een grote glimlach.
"Echt niet!" roep ik lachend. Het doelbewust pakken van het papier, is meer omgeslagen in een soort spel.

Uiteindelijk weet mijn moeder het uit mijn handen te grissen. Ze houdt het papier hoog boven haar hoofd en haar ogen vliegen van links naar rechts.

"Geef hier!" roep ik dramatisch. Gelukkig kan ik het makkelijk uit mijn moeders handen pakken en dit doe ik dan ook.
"Dat heeft Lars knap gedaan," zegt mijn moeder met een glimlach. Ik merk dat ik rood begin te worden en ik wend mijn blik snel af. Mijn moeder heeft de tekening van de naakte Felicia gezien. Erger kan haast niet. Ik kan haar nooit meer normaal uitnodigen, als ze dat al zou willen.
"Heb je haar al eens gezien?" vraagt mijn moeder geïnteresseerd. Als ik even opkijk, zie ik dat er een ondeugende lach op mijn moeders gezicht verschijnt, terwijl ze die woorden uitspreekt.
"Ja, daarnet," zeg ik kort. "Zullen we trouwens eten? Ik heb enorme honger." Ik probeer het gesprek zo subtiel mogelijk naar een ander onderwerp te brengen, maar helaas mislukt dit drastisch.

"Brannon Foster," zegt mijn moeder die achter mij aanloopt. Ik stop voor de deur van de woonkamer en kijk mijn moeder met een opgetrokken wenkbrauw aan. De nieuwsgierige houding van mijn moeder bevalt mij niet, waarom kan ze zich niet bezighouden met haar eigen zaken.
"Ben jij soms verliefd?" Mijn moeder probeert haar gezicht in de plooi te houden, maar ze probeert het te hard. Ze perst haar lippen op elkaar, maar haar mondhoeken zijn lichtelijk naar boven gericht.
Ik haal mijn schouders op. Ik voel mijn gezicht warm worden, maar probeer hier geen aandacht aan te besteden. Zou het zo zijn? Zou ik daadwerkelijk verliefd zijn op Felicia? Dat zou nergens op slaan. Ik ken haar amper, maar misschien is verliefdheid ook niet te verklaren. Ik mag niet verliefd worden, ik draag Emma nog altijd bij mij. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen, om verliefd te worden op een ander.

"Nee, ik ben niet verliefd," zeg ik luchtig. Ik haal mijn schouders op en laat een zucht aan mijn lippen ontsnappen.
Mijn moeder lijkt de verandering in mijn houding op te merken. Ze stoot zacht tegen mijn rechterschouder aan.
"Zo bedoel ik het toch helemaal niet, het was maar een grapje. Wat is er?" Meteen is ze een en al oor. Haar houding is volledig veranderd. Zo lacherig als ze net was, zo alert is ze nu. Haar ogen staan ernstig, lijken mijn ziel bijna te kunnen lezen.
"Is het Emma?" vraagt ze. Ik schud mijn hoofd. Natuurlijk is het Emma, maar waarom wil mijn moeder dat weten. Helaas, of gelukkig, net hoe je het wil bekijken, is mijn moeder slimmer dan dat.
"Het is Emma." Ze pakt met haar hand de achterkant van mijn hoofd vast en drukt deze stevig tegen haar schouder aan. Ik doe mijn best om niet te huilen, maar het lukt niet. Ik mis Emma nog steeds. Op de een of andere manier voel ik mij vreselijk schuldig tegenover Emma. Ik mag gewoon niet verliefd worden op Felicia. Een gedempte snik komt uit mijn mond. Ik voel de zachte streling van mijn moeders hand die over mijn rug wrijft. Rustig en liefdevol. Zo is ze altijd geweest.

"Bedankt, mam," zeg ik als ik mij ontworstel uit haar greep. Mijn tranen hebben natte vlekken achtergelaten op haar rode shirt. Ik wrijf de tranen uit mijn ogen en van mijn wangen.
Mijn moeder zegt niks, maar glimlacht alleen maar. Met haar hand gaat ze even snel over mijn korte haren. Haar oude ritueel heeft ze weer hervat, hoewel ze soms nog mijn wang streelt. Vaak als ik een beanie op mijn hoofd heb.
"Ik begrijp best dat het allemaal niet makkelijk is," zegt mijn moeder terwijl ze richting de keuken loopt. Ik volg haar op de voet. De smalle donkere gang, voelt beklemmend aan. Zo heeft het altijd voor mij gevoeld. Er is nauwelijks een lichtpuntje te bekennen, alleen hoog op de muur is een zwak schijnsel van een muurlamp te zien.

"Je hoeft je niet schuldig te voelen tegenover Emma," zegt mijn moeder terwijl ze een aantal zilverkleurige pannen tevoorschijn haalt en op het keramische oppervlak zet.
"Dat is makkelijk te zeggen," zeg ik zacht. "Emma was gewoon een heel speciaal meisje."
"Ik weet het, Bran. Emma was ook heel speciaal, maar er lopen nog meer speciale meisjes rond."
Mijn moeder kijkt me met een lieve blik aan. Haar ogen staan vriendelijk en bij haar rechterooglid hangt een klein stukje vel over haar oog. Haar lippen vormen zich tot een gematigde glimlach, het is bijna niet op te merken. Natuurlijk lopen er meer speciale meisjes rond op de wereld. Ik weet ook wel dat mijn moeder het goed bedoelt, maar op een of andere manier kon ik mij nog niet volledig openstellen.
"Zoals ik Emma kende, weet ik dat zij het enorm belangrijk vond om jou gelukkig te zien." De woorden die mijn moeder uitspreekt, raken mij hard. Ik ben lang boos geweest op Emma. Hoe kon ze zichzelf nou van kant maken? Hoe kon zij zomaar besluiten om te stoppen met leven, terwijl ik er alles aan deed om haar gelukkig te maken.

"Dan had ze zich niet van kant moeten maken!" schreeuw ik plotseling en ik draai me om en ren naar boven. Mijn hoofd bonkt, mijn longen schrijnen. Ik ben uitgeput. Met een plof val ik op het zachte dekbed. Boos staar ik naar het plafond. Waarom heeft Emma nog steeds die controle over mij? Het is alweer een aantal jaar geleden. Ze heeft er zelf voor gekozen om zich los te maken van mij. Ik haat Emma. Ik hield van haar, maar kennelijk was mijn liefde voor haar niet goed genoeg. Mijn liefde kon haar wonden niet helen. Tranen rollen over mijn wangen en worden geabsorbeerd door de donkergrijze kussensloop.

Ik moet Emma loslaten, anders zal ze de rest van mijn leven gaan beheersen en dat mag niet gebeuren. Mijn moeder heeft gelijk. Emma zou mij gelukkig willen zien. Natuurlijk zal ze voor altijd een speciaal plekje blijven houden in mijn hart, maar het is ook tijd om mijn hart weer open te stellen. Open te stellen voor een nieuwe liefde.

Een wereld zonder pijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu