Hoofdstuk 13

125 17 11
                                    

Geen gevoel meer. Het is weg, verdwenen. Weggevlogen naar een andere wereld. Op mijn dertiende voelde ik niks meer. Ervoor voelde ik genoeg. Mijn ouders sloegen mij, ik was ongewenst. Ik werd gepest op school. Dag in, dag uit. Er werd op me gespuugd, er werd geslagen, maar ik kon niks doen. Ik was een bang, klein jongetje. De boze wereld heeft me de laatste jaren in mijn greep. Mensen kijken me vuil aan, ze begrijpen mij niet en ik begrijp hen niet. Mijn automutilatie is de laatste jaren toegenomen. Ik wil weer voelen, ik wil leven. 
Het leven in een zwart gat, een grote leegte, alleen maar duisternis om je heen wil niemand. Ik ook niet, maar ik heb geen keuze. Ik wil eruit, maar het lukt niet meer. Ik ben uit huis gegaan maar ik heb geen geld om een eigen onderkomen te zoeken. Vaak slaap ik onder een brug. Met een beetje geluk, kan ik ergens een oude deken zien te regelen. Ik ben 21, volwassen dus. Niemand is meer verantwoordelijk voor me. Ik ben een volwassen man, maar tegelijkertijd nog een kind. Helemaal alleen in de boze wereld. 


Met mijn hoofd naar beneden loop ik door het donkere park. Het maanlicht schijnt zwak door de bomen en het is er stil. Behalve hier en daar wat mensen die samen door het park lopen, is er niemand. Zo vreemd is dat ook niet, het regent. Als ik ervoor had kunnen kiezen zat ik ook lekker binnen. Voor een grote openhaard waarvan de vlammen je verwarmen. Niet alleen je lichaam, maar ook je ziel. Mijn ziel is donker, afwezig. Ik voel de aanwezigheid van het scheermesje in de linkerzak van mijn zwarte vest. Het roept me. Ik wil weer voelen en het scheermesje lijkt het aan te voelen.

Wanneer ik plaatsneem op de bruine tegels onder de brug, voel ik de ruwe ondergrond. Comfortabel is anders, maar het is nog maar eventjes tot de verlossing er is. Het duurt niet lang meer, of dit allemaal is voorbij.

Met trillende vingers pak ik het scheermesje uit mijn zak. Ik schuif mijn festivalbandjes omhoog en laat mijn blik vallen over mijn bleke arm vol littekens. 
Het roestvrijstalen mesje glijdt over mijn arm en het donkerrode bloed welt haast meteen op. De donkere gedachten in mijn hoofd stoppen en alles wat ik nu voel is pijn. Pijn en kalmte.


Een wereld zonder pijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu