Hoofdstuk 6

183 22 28
                                    

Austin komt met een brede grijns aangelopen, zijn haren glinsteren mooi in het zonlicht en zijn ogen staan vriendelijk.

Wanneer hij vlak voor mij tot stilstand komt zet hij zijn ouderwetse bruine koffer met diverse bandstickers langs zich neer.

"Brannon," zijn grijns ontpopt zich tot een enorme lach waar zijn mooie witte tanden duidelijk zichtbaar zijn. Hij strekt zijn armen uit en ontsluit mijn lichaam. Ik doe hetzelfde bij hem.

"Wat ben ik enthousiast dat ik weer in Nederland ben," hij kijkt verwonderd om zich heen. "Het blijft keer op keer weer prachtig."

Ik glimlach vriendelijk naar hem en knik afwezig. Ik was liever naar Engeland gegaan maar ik heb nog niet genoeg geld voor het vliegticket, daarnaast heb ik de weddenschap van mijn moeder nog niet gewonnen. De echo is binnenkort pas.

"Vind je het heel jammer?" vraagt Austin, die mijn gedachten lijkt te lezen. Ik kijk hem vragend en tegelijkertijd verbaasd aan.

"Omdat je niet naar Engeland kunt, want dat is het. Toch?" zijn volle lippen ontspannen zich en zijn gezicht staat ernstig.

"Hoe doe jij dat toch?" zeg ik glimlachend, doelend op het feit dat Austin vrijwel altijd weet wat ik voel.

"Gewoon," hij haalt zijn schouders op en legt zijn linkerhand op mijn schouder. "Het maakt niet uit, binnenkort kom jij weer gewoon naar Engeland toe," zijn stem klinkt vriendelijk en geduldig. Hij geeft me een stevige knuffel en klopt me vriendschappelijk op mijn rug.

Wanneer hij mij weer heeft losgelaten glimlach ik naar hem en pak ik zijn leren koffer vast.

"Ik draag 'm wel." Austin haalt zijn schouders op en kijkt me tevreden aan. Volgens mij vind hij het heerlijk dat iemand voor hem zijn koffer wilt dragen. Ik zou overigens hetzelfde hebben als hij het zou aanbieden.

"Hoe was de reis?" vraagt mijn moeder die intussen ook naast ons is gaan lopen nadat ze op een afstandje heeft toegekeken.

"Prima hoor, mevrouw." Austin glimlacht verlegen richting mijn moeder en bedankt haar voor haar interesse.

Na enkele minuten gelopen te hebben over het lichtgrijze asfalt pad komen we aan bij de rode Ford Ka van mijn moeder.

Wanneer we binnen op de zachte grijze bekleding van de auto zitten tikt Austin op mijn arm. Dit doet hij wel vaker, vooral in gezelschap. Austin is namelijk erg verlegen ondanks dat hij mijn moeder al aardig goed kent.

"Vanmiddag Freestylen?" fluistert hij, zijn stem klinkt zacht. Bijna te zacht om hem fatsoenlijk te kunnen verstaan. Ik knik en steek mijn duim op. Ik heb er zin in! Hopelijk gunnen mij gewrichten dit ook. De pijn in mijn knie, schouder en enkele andere gewrichten doen naarmate de tijd verloopt steeds meer pijn. Misschien is het toch verstandig om morgen een bezoek te brengen aan de huisarts.


Thuis sleep ik met een rood hoofd de bruine leren koffer van Austin achter me aan. De koffer is enorm zwaar, ik vraag me af wat Austin er allemaal in heeft gestopt. De pijn aan mijn gewrichten helpt hier ook niet echt aan mee.

"Lukt het?" vraagt Austin die achter mij de kamer binnen loopt.

"Ja hoor," puf ik vermoeid. "Wat heb jij hier eigenlijk inzitten. Je bent toch zeker geen wijf?" Compleet buiten adem laat ik me achterover vallen op mijn bed.

Austin lacht hardop, "zou je zeggen?" en hij zwiept aanstellerig zijn halflange haar uit zijn nek. Ik lach hoofdschuddend, het is me er toch eentje.

"Jij mag vanavond je eigen bed opmaken," zeg ik, nog steeds na-hijgend van Austins zware koffer.

Austin knikt en gaat voorzichtig op de grond zitten, zijn lichtblauwe spijkerblouse valt sierlijk om hem heen. Austins natuurlijke gezichtsuitdrukking is vriendelijk, zijn lippen zijn vrijwel altijd tot een glimlach gevormd, zijn wenkbrauwen staan lichtelijk omhoog en zijn grote muntblauwe ogen zijn omringd door vele lange wimpers.

Een wereld zonder pijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu