Hoofdstuk 50: Boze winkelbaas ✔️

129 7 1
                                    

POV Percy

Als ik mijn ogen opendoe, zie ik dat ik in Olympus ben en nog specifieker in de Grote zaal. Ik herkende het omdat ik hier al eerder was geweest. Ik wist niet meer waarom ik hier was, maar ik wist dat het heel belangrijk was. Anders zouden de Goden mij niet hebben opgeroepen.

Ik sta nu in de Grote zaal en ik zie dat Zeus en Poseidon in discussie waren. Ik merkte aan de toon en luidheid van hun stem dat het een hevige discussie was. Ik wist alleen niet waarover het juist ging. Ik zag dat mijn vader een strenge blik had in zijn ogen. Als ze merkten dat ik er was, begonnen ze wat stiller te praten zodat ik het zeker niet kon horen. Uiteindelijk kwamen ze allebei naar mij toe en begon Zeus te praten.

"IK WIL JOU OP EEN PERSOONLIJKE MISSIE STUREN" zegt Zeus dan tegen mij. Hij klonk heel intimiderend en je kan moeilijk iets weigeren als de oppergod zelf vraagt om jou. Maar mijn vader kwam ertussen voor ik kon antwoorden.

"NEE, DAT KAN IK JE NIET ZOMAAR LATEN DOEN" zegt mijn vader dan terug tegen hem.

"IK BESLIS DAT EN JIJ NIET" zegt hij dan terug op een wat bozere toon dan toen ze daarnet aan het discussiëren waren.

"ALS JE HEM LAAT GAAN OP MISSIE DAN GA JE JE EIGEN WET OVERTREDEN EN DAT KAN IK NIET ZOMAAR TOESTAAN" beargumenteert mijn vader dan.

"DIT IS HET MOMENT DAT JE ZOON ZICH KAN BEWIJZEN TEGENOVER DE GODEN" zegt Zeus. "EN ALS HIJ DAT DOET, BEN IK BEREID EEN GUNST TE VOLBRENGEN VOOR HEM" eindigt hij dan.

Mijn vader had ondertussen opgegeven om Zeus te behoeden van zijn keuze. Dus stond ik alleen met Zeus te praten over wat ik moest doen van hem. Hij zei dat ik moest oppassen, omdat dit een heel gevaarlijke missie ging zijn. Ik wist niet goed wat ik moest doen dus zei ik tegen hem dat ik erover moest nadenken...

Ik werd terug wakker en als ik mijn ogen opendoe, zie ik niets. Het was donker voor mijn ogen en als ik wilde rechtstaan werd ik tegengehouden door kettingen. Ik was terug voor de zoveelste keer vastgeketend. Ze hadden deze keer alleen mijn handen vastgeketend. Ik kijk rond en zie dat het er wat licht vanonder een deur kwam. Na dat ik dat zag, hoorde ik plots enkele voetstappen naderen. Dus deed ik alsof ik nog sliep, zodat ze me hopelijk niet zouden lastigvallen. Maar dat was de laatste keer toch ook niet echt gelukt.

Dat hield niks uit, want ze begonnen me gewoon door elkaar te schudden. Als ik wil opkijken om te zien wie mij wakker had geschud, kon ik mijn ogen niet geloven. Hij was gigantisch, een beer van een vent of beter gezegd cycloop. Zijn biceps hadden de breedte van een boomstam en hij was vijf keer zo groot als mij. En dat was ruim geschat, hij was waarschijnlijk nog groter.

Ik moest steeds terugdenken aan die droom. Die droom had me echt in de war gebracht, want ik had het gevoel dat wat er in de droom gebeurd ook effectief in het echt was gebeurd. Dat heb ik nog nooit gehad met mijn dromen. Na dat begon de cycloop tegen mij te praten.

"Jongen voor de laatste keer, wie heeft jou gestuurd en waarom" vraagt hij. Ik herkende hem, hij was degene die mij vasthad geketend toen Alexa mij kwam redden. Na al die tijd ben ik er nog steeds niet achter gekomen, waarvoor ik op missie ben gegaan. Het kon me eerlijk gezegd ook niet meer schelen dat was nu niet meer van belang.

Dus rolde ik gewoon met mijn ogen naar hem en haalde mijn schouders op. Mijn reactie beviel hem niet echt dus greep hij me bij de hals waardoor ik nu een paar meters boven de grond aan het bungelen ben met mijn voeten. Pas na dat ik bijna helemaal paars begon te zien, laat hij me los en kan ik terug op adem komen.

"We krijgen u wel aan de praat, wacht maar" geeft de cycloop nog als commentaar en na dat verlaat hij de ruimte. Nu dat ik terug alleen was, moest ik terugdenken aan Alexa. Het was nog steeds heel donker in de ruimte en het enige dat er van licht was, was het licht dat vanonder de deurspleet naar binnen scheen. Een gevoel van eenzaamheid dringt mijn hart binnen. Zou ik Alexa dan nooit meer terugzien, ik hoop maar dat er niks ergs met haar is gebeurd...

POV Alexa

Ik werd wakker door de zon die in mijn ogen scheen. Na dat voel ik twee armen om me heen en kan ik nergens meer heen. Ik zat ingesloten in de twee armen van Luke. Ik snapte niet waarom hij zo zorgzaam en bezorgd over mij was. Ik probeer los te geraken uit zijn knuffel, maar dat lukte me niet. Dus probeer ik hem stilletjes wakker te maken en fluister: "Luke, Luke".

Hij deed zijn ogen rustig open en rok zichzelf uit. Daarna verschijnt er een glimlach op zijn gezicht en zegt: "Sorry". Als ik eerlijk moest zijn voelde ik me wel veiliger als ik bij hem was. Ik reisde veel liever met hem erbij dan toen ik alleen op queeste ging.

"Waarvoor" vraag ik dan terug aan hem, omdat ik niet begreep waarvoor hij zich moest excuseren. Na dat wrijft hij met zijn hand over de achterkant van zijn nek. Vervolgens veranderde hij van onderwerp en zegt: "kom laten we vertrekken".

We stonden op en keken dan rond om ons terug te kunnen oriënteren. Daarna gingen we terug op pad, hij liep voorop terwijl ik hem gewoon volgde. "Wil je iets te eten" vraagt hij dan aan mij waarop ik hevig knikte met mijn hoofd en zeg: "Ja, ik rammel van de honger".

"Wacht hier" zegt hij dan tegen mij en na dat zie ik hem een winkel binnenstappen.

Hij was nu al enkele minuten weg, maar hij was nog steeds niet terug. Ik was wel een beetje bezorgd, wat als er iets ergs gebeurd was, dacht ik bij mezelf. Uiteindelijk zie ik hem aankomen, maar dan merk ik dat hij aan het weglopen was van iemand. Ik veronderstel dat het een boze winkelbaas was. Als hij naast mij sta, neemt hij mijn hand vast en gebaarde dat ik mee moest wegrennen met hem.

Na een tijdje geeft de winkelbaas het op en roept: "rotkinderen".

Samen schoten we in de lach. Als we terug op adem waren gekomen, gaf hij mij een zakje chips en een blikje cola. Ik bedankte hem hiervoor dan ook. We gingen ergens op een bankje zitten en aten onze chips en dronken onze cola op.

Als ik van mijn cola drink, hoor ik Luke een imitatie doen van de boze winkelbaas. Waardoor ik moest lachen en de cola door mijn neus kwam. Ondanks dat moest ik nog steeds heel hard lachen. Na dat merkte ik dat Luke mij aan het uitlachen was, omdat er cola door mijn neus kwam. Waarop ik op al huilend van de prik terugzeg: "Zit jij mij nu uit te lachen".

Hij knikt en blijft gewoon door lachen. "Dat zal ik onthouden, pas maar op nu" zeg ik terug tegen hem op een doodserieuze manier.

Hij speelde mee met mijn spelletje en antwoord: "Oh, moet ik nu bang zijn".

Ik gaf hem daarna een stomp op zijn arm en drink dan rustig mijn cola verder op. We waren terug vertrokken na onze korte pauze. Na uren en uren stappen konden mijn voeten het niet meer aan. Dus zeg ik: "kom steel eens een auto, zodat we hier niet nog dagen moeten stappen".

Hij keek me aan met een grijns en zegt: "zeker uwe hoogheid". Dit zei hij terwijl hij een kleine buiging maakte, ik moest lachen van zijn gebaar. Nadien stapt hij richting een Audi R8, wat trouwens mijn lievelingsauto was.

Ik vroeg wat hij van plan was, maar het enige dat ik terug krijg als antwoord is zijn bekende grijns. Na dat forceert hij het slot en ging de deur zonder problemen open, al een geluk had de auto geen alarm.

Ik stond er maar bij en keek ernaar, ik was eerlijk gezegd maar aan het lachen toen ik dat zei over dat stelen van een auto. Ik lette er wel op dat er toevallig geen politie niet voorbijkwam gelopen of gereden. Binnen een paar seconden had hij de motor al gestart en deed hij de deur voor mij open. Ik rolde met mijn ogen en stapte in. "Je hebt dit zeker al eerder gedaan" zeg ik dan tegen hem.

Hij knikt en zegt: "ja, maar niet me zo'n mooi meisje aan mijn zij".

Ik moest giechelen en voelde dat mijn wangen en tint rode waren geworden.  "Ben je mij nu aan het versieren" vraag ik dan aan hem als ik hem aankijk.

Percy Jackson: De Queeste ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu