Hoofdstuk 3: Een stem ✔️

568 26 0
                                    

POV Alexa

Na dat de schooluitstap gedaan was, hebben we terug de bus naar school genomen. En door mijn ongepaste gedrag tijdens de pauze moest ik vanvoor naast mervrouw Muurbloem zitten. Als ik op mijn plek zat naast mervrouw Muurbloem, stapte Bella de bus op.

Je kon nog zien dat haar haren nog een beetje vochtig waren, maar voor de rest zag ze er opgedroogd uit. Ze kijkt me vol afschuw aan, maar diep verborgen in haar ogen zie ik een hint van angst. Iedereen die na haar op de bus opstapten, waren oftewel bang of wendden hun blik elders.

Als die vervelende busrit voorbij is, maakte dat ik daar weg was. Razend snel nam ik mijn rugzak en was ik als eerste de bus uit. Deze dag is nog slechter verlopen dan ik had dacht. Het enige dat ik echt leuk vond, was de rondleiding die we hadden gekregen van de gids.

Ik was terug op weg naar het weeshuis. Na zo een vreselijke dag zou ik het allerliefste thuis komen naar een verwelkomend en warm gezin. Maar dat heb ik helaas niet en wendde mijn gedachten zich af naar dat ene gevoel, het gevoel dat ervoor zorgde dat ik alles en iedereen aankon. Denkend aan die gedachten stap ik door tot ik terug voor het verlaten gebouw stond.

Zou ik? Zou ik naar binnen gaan? Het kan toch geen kwaad, ik wil gewoon zeker weten dat het maar een droom was. Ondanks dat het zo echt leek dacht ik na. Luister toch naar jezelf, het is gewoon een oud en verlaten gebouw. Natuurlijk gaat er niemand zijn en met dat schud ik die rare droom van me af.

Ik sta op het punt terug verder te stappen, maar een stem houdt me tegen. Ik kijk rond om te zien vanwaar de stem komt, maar ik zie alleen iemand aan de overkant zitten op een bank met een hoofdtelefoon op zijn hoofd. Ik herkende de stem alsof ik hem al eerder heb gehoord. Dan schiet het mij te binnen, het is de stem van in mijn droom. Ik moet echt naar een instelling dacht ik bij mijn eigen, maar dan hoor ik de stem terug.

'NEE' zegt de stem dan. 'JE MOET ME HELPEN' roept de stem in mijn hoofd. Alle gekkigheid op een stokje, ik ben echt gek geworden dacht ik bij mezelf. Maar uit nieuwsgierigheid speel ik mee met het verhaal, want ik krijg het rare gevoel toch niet helemaal van me af. En de enige manier, omdat te doen is dat ik bevestiging krijg.

Dus vraag ik aan de stem in mijn hoofd 'hoe dan'.

'JE MOET HET GEBOUW IN EN DE JONGEN HELPEN' antwoordt de stem op mijn vraag.

Ik knikte bij mezelf en liep naar het gebouw toe. Zonder erbij stil te staan, open ik de deur. Tot ik een paar stemmen hoorde, dus uit angst bukte ik mij direct. Dan herinnerde ik me dat de deur iedere moment kon dichtklappen dus met een snelle reflex nam ik de deur nog net op tijd vast zodat ik hem stilletjes kon dichtdoen.

POV gevangene

Als ik plots wakker word en ik probeer te bewegen voel ik de kettingen rond mijn polsen en enkels. Wanneer ik wil rondkijken, moet ik knipperen met mijn ogen zodat ze konden wenen aan de duisternis. Er stonden overal palen en dan zie ik bij een van die palen mijn zwaard Doemtij staan. Zonder erbij na te denken, begin ik naar het zwaard te grijpen tot dat mij iets op viel. Uit mijn linkerooghoek zag ik ineens een schaduw bewegen.

Plots hoorde ik stemmen en zag de schaduw naar de dichtbijzijnde gelegen paal rolde. De deuren vlamden open en ik deed alsof ik nog niet wakker was. Zodat ze me hopelijk met rust gingen laten. Maar dat hielp niet echt ze schudde me gewoon door elkaar tot ik wakker werd. Ik kan er niet meer tegen en roep: "jaja, ik ben wakker".

De twee mannen hadden een gemene frons op hun gezicht en keken mij boos aan. "Waar is het" vraagt dan een van de mannen.

"Waar is wat" antwoord ik dan terug op de vraag van de man, niet omdat ik hen van de domme wou houden, maar omdat ik het echt niet wist.

"Je weet best waarover het gaat" zeggen ze dan allebei tegelijkertijd.

"Neen, sorry ik weet het echt niet. Ik weet zelfs niet hoe ik hier ben gekomen. Of voor wat ik hier ben" zeg ik dan tegen hun.

Ze keken naar elkaar, maar dan sloeg een van de mannen de andere op zijn kop en roept: "zie je nu wel dat het een slecht idee was om hem op zijn hoofd te slagen".

Waarop de andere begint te zeuren. "Hé dat deed wel pijn, hóór" zegt hij terug tegen de ander. Er kwam dan nog een derde man binnen en zo te zien was hij de leider, omdat iedereen ineens stil was geworden.

Dan hoorde ik de stem van mijn vader in mijn hoofd. 'ER IS IEMAND DIE JE KOMT HELPEN'. Waarschijnlijk komt Annabeth mij wel helpen dacht ik bij mezelf na.

Daarna begon de leider mij te ondervragen over mijn queeste, maar ik wist niks meer...

Percy Jackson: De Queeste ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu