Hoofdstuk 5: De Reis ✔️

563 23 3
                                    

POV Alexa

We zijn kunnen ontsnappen en hadden beslist om naar het kamp te gaan. Dus hebben we de bus genomen en zijn dus nu op weg naar het kamp. Het grappige is dat ik normaal nooit met een vreemde mee zou gaan, maar Percy heeft me aan het denken gezet.

Bestaan de goden dan echt en is het niet slechts een verhaal met een boodschap in. Ik vraag me af, zouden ze dan zoals ons zijn. Kunnen ze dan ook gewoon onder ons mensen leven en zonder dat wij dat doorhebben. Zijn dan al de gebeurtenissen waar ik overgelezen heb in de boeken dan echt gebeurd.

Ergens hoopte ik dat ik gewoon aan het dromen was en als ik wakker werd alles weer normaal was. Zodat ik mijn saaie, maar normale leventje verder kan leiden. Maar wat als dit allemaal echt is en ik dus echt gewond geraakt was door de zoon van Poseidon te redden. Zou ik dan ook een dochter van een god kunnen zijn. Wie zou dan mijn goddelijke vader of moeder zijn, vroeg ik me af. Ik heb zoveel vragen en zo weinig antwoorden.

Denkend kijk ik uit het raam van de bus naar alle huizen en gebouwen die we voorbijreden. Toen de brandend pijn terugkwam opduiken in mijn zij, het voelde alsof de wond in vuur en vlam stond. Mijn hand drukte nog altijd stevig op de wond, maar ik wist dat ik niet meer veel tijd had. Door de hoeveelheid bloed die ik al verloren had onderweg naar het kamp. Dus probeerde ik me terug te focussen op de bomen en al het groen dat ik nu door het raam zag.

Dan dacht ik bij mezelf na dat iemand al die vragen kon beantwoorden, Percy. Dus kijk ik naast mij en daar zie ik Percy. Hij zit wat te wriemelen met de onderkant van zijn T-shirt. Hij leek zenuwachtig te zijn voor iets. Juist op het moment dat ik mijn mond wil opentrekken om te vragen wat er nu precies aan de gang is, doet Percy zijn mond open.

"We zijn er, we moeten bij deze halte uitstappen" zegt hij dan.

"Oké" antwoord ik dan terug zonder al te veel pijn te tonen. Wie weet kunnen de mensen in het kamp mij wel helpen.

Dus stapten we uit en staken de straat over richting het bos. De pijn wordt steeds ondraagelijkere dan hij eerst was dus vraag ik: "is het nog ver".

Percy antwoordt: "nee. Alleen nog, maar de heuvel over en dan zijn we er".

Ik dacht bij mijn eigen nog even volhouden, redding is nabij. Elke stap die ik nam, werd zwaarder en zwaarder. Nog even en mijn benen gingen het begeven, maar ik moest die heuvel over. Dus zette ik mijn verstand op nul en bleef doorgaan.

Percy merkte op dat ik steeds langzamer en langzamer stapte en zegt: "komaan Alexa door blijven stappen".

Een stem in mij zei dat ik gewoon moest opgeven, maar met al mijn macht en kracht zette ik door. Verbeet ik de pijn totdat mijn lip begon te bloeden. Als Percy terug naar achter kijkt, wilt hij terug iets zeggen, maar iets zorgde ervoor dat hij zijn woorden had ingeslikt. Dan roept hij: "komaan Alexa sneller".

Plots hoor ik een afgrijselijk gekrijs vanachter mij komen. Ik draaide me om en ik zag iets wat leek op een hond, maar ook weer niet. Het had de grootte van een grizzlybeer, een pikzwarte vacht met tanden die leken of dat ze van een reptiel kwamen.

Mijn ogen worden groot en ik weet niet meer wat ik moet doen. Verstijfd van angst blijf ik staan terwijl het monster op mij afkomt. Ik kom oog in oog met het monster en denk dat ik nog nooit zoiets bijzonder heb gezien. Het monster springt op mij af en met zijn vlijmscherpe klauwen grijpt hij naar mij, maar voordat kon gebeuren duwt Percy mij opzij.

Percy had me gered uit de klauwen van het monster, maar dat ten kostte van hem. Het monster gebruikte hem nu als kauwspeeltje. "Alexa ren" roept Percy naar mij.

Ik roep: "nee, ik ga je hier niet achterlaten". Na dat ik dat zei, kwam die kracht terug naar boven.

POV Percy

"Alexa ren" roep ik naar haar, maar ze luisterde niet. Als ik rechts kijk zie ik dat er al meerdere hellehonden uit de schaduwen komen opgedoken. We zijn nu zo ver geraakt het kan zo niet eindigen. Even staat Alexa muisstil en dan merk ik dat ze gewond was geraakt. Als ik kijk naar haar T-shirt dat al helemaal doordrenkt was met bloed, vermoed ik dat het al een tijdje geleden is gebeurd. Waarschijnlijk toen we in gevecht waren met de mannen die mij gevangen hadden genomen. Ik kon haar helpen, maar dan gebeurde er iets ongelofelijk.

Plots vliegt Alexa de lucht in, ze keek neer in de richting van de hellehonden en toen zag ik dat haar ogen gloeide. Ze vloog zo hoog de lucht in dat ze de wolken praktisch kon aanraken. Ineens slaagt er een bliksemschicht in op de hellehonden.

De hellehonden waren al jankend weg aan het vluchten, ik kom terug recht en keek naar Alexa die nog steeds in de lucht zweefde. Als ik dan beter keek, zag ik dat ze uitgeput was. Ze daalde rustig naar beneden en als haar benen de grond raakte begeven haar benen het. Ze viel op de grond en ik ren meteen naar haar toe om haar te helpen. Ik zag dat de bloedvlek groter geworden was.

Ik vraag: "Alexa, waarom heb je niks gezegd".

"Ik wilde je niet lastigvallen" antwoordt ze terug voor ze een zucht laat.

"Het komt wel goed" zeg ik dan nog tegen haar om haar gerust te stellen, maar dan vielen haar ogen dicht. Ik pakte haar op en rende alsof mijn leven ervan afhing. Met een blok in mijn maag denk ik aan de magische grens. In hoop dat ze erover kan, stak ik de grens over. Het lukte waardoor mijn hart een sprongtje maakte, ze was dus een halfbloed. Ik ren naar het meer naast mijn hut, omdat de ziekenboeg te ver weg was.

Daar legde ik haar in het water en gebruikte mijn helende krachten om haar wond te genezen. Na dat was gebeurd, bracht ik haar naar de ziekenboeg. Hopelijk was dit niet voor niets geweest...

Percy Jackson: De Queeste ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu