Proloog

120 15 84
                                    

Bethany pakte haastig haar tas in. De wijzers van de klok aan de wand leken steeds luider te tikken, alsof ze haar wilden herinneren dat de bus al over vijf minuten zou vertrekken en ze nog helemaal naar de bushalte moest lopen. Ze kon niet te laat komen, al was gym niet bepaald haar lievelingsvak en vond ze het onzin dat ze zo vroeg ervoor moest opstaan. Maar haar moeder kon haar niet brengen, en ze zou het al helemaal niet aan haar stiefvader vragen, die overigens een druk sportschema had. Slap excuus.

Voor ze de deur achter zich dichtsmeet, pakte ze haar vertrouwde koptelefoon beet, die ze om haar nek hing. Al lopend zette ze het apparaat op haar hoofd, en begon op de beat van het liedje, Bad Blood van Taylor Swift, te lopen. Er ontsnapte een opgeluchte zucht toen de bus vlak voor haar voeten tot stilstand kwam.

Bethany stapte naar binnen en liet haar zware schooltas naast zich op een zitplek ploffen, aangezien de meesten toch leeg waren. Slechts een oudere vrouw en een man die in een lange, zwarte jas gehuld was, hielden haar gezelschap. Het was maar goed dat ze niet hield van gezelschap. Ze wierp vluchtig een blik op haar horloge. Tien voor zeven. Ze leunde naar achteren, en sloot even haar ogen om even tot rust te komen. Ze had niet lang kunnen slapen, met wat er nu aan de hand was. Maar ze moest oppassen dat ze niet zou indommelen, anders zou ze de halte missen.

'Reis je helemaal alleen, meisje?'

Ze keek op en knipperde een paar keer om een scherp beeld te krijgen. Ze had deze vrouw nog niet in de bus gezien. Haar tanden waren beangstigend geel, maar toch had ze bruine ogen die haar vriendelijk over lieten komen. De vrouw droeg haar grijze haren los en had een groene blouse aan. Bethany knikte even naar haar en keek de andere kant op.

'Is het wel veilig om zo alleen te reizen, meisje?' Haar toon klonk bezorgd, maar de manier waarop ze haar het meisje aansprak, gaf haar de rillingen, zoals het in een film altijd deed. Alleen was dit echt, dus was er vast geen gevaar op de loer. Dat hoopte ze dan.

'Ik red me wel,' was het enige wat ze zei. Ze verhoogde het volume om aan de woorden van de onbekende vrouw te ontsnappen. Ze was inmiddels het liedje Enchanted van Taylor Swift aan het luisteren, die sinds vorige week zonder toestemming in haar gedachten leefde. Bethany wilde de vrouw het liefst vermijden. Ze wilde met rust gelaten worden, maar ze was er allang achter gekomen dat de mensen in haar omgeving dat niet begrepen. Als zij zich niet van haar afzonderden, deed zij het maar bij hen, was haar mening. Bethany wist niet veel van deze wereld, maar één ding wist ze wel zeker; mensen zijn niet te vertrouwen. En daar had ze bewijs voor.

'Ik zou wel oppassen,' hoorde ze haar op de achtergrond nog zeggen, gedempt door de klanken van het nummer. 'Je weet maar nooit wat er kan gebeuren.' Met de paal als ondersteuning stond ze op, de bus verlatend.

Hoewel haar woorden uit een horrorfilm leken te komen, negeerde ze ze; oudere mensen vertrouwde ze nog minder, zeker niet als ze een beetje getikt over kwamen zoals die vrouw net deed. En ze was sterk; dat ze een aantal jaren op judo had gezeten heeft haar onder andere meer zelfvertrouwen gegeven.

Een paar haltes later stapte ze de bus uit, en de wind begroette haar. Ze zuchtte verveeld. Ze stond bij het bruggetje dicht bij de fietsenstalling, die behoorlijk leeg was. Logisch, de eerste les begon om acht uur, wie zou er nu om zeven uur al zijn? Er hing een gespannen sfeer vond ze zelf. Maar misschien kwam het omdat de zon nog niet de kans had gekregen om op te komen, de maan nog zichtbaar was en de wind die de takken van de bomen liet dansen als een mes zachtjes tegen haar bleke huid aansneed.

Zonder aarzeling liep ze naar de ingang van het imposante gebouw. De school had maar liefst drie verdiepingen, en vele ramen, maar in deze vroege ochtend brandde er geen licht doorheen. Er was geen enkel teken van leven. Ze duwde de deuren van de hoofdingang open, die zich met een piepend geluid achter haar sloten. Er zat niemand aan de balie. Dat hoorde eigenlijk niet. Normaal zat er altijd dezelfde vriendelijke vrouw, die aan de telefoon was of op haar toetsenbord tikte. Ze negeerde het en haalde haar al van tevoren klaargelegde gymkleding uit haar kluisje. Toen ze het sloot echode het geluid door de gangen. Het was best eng, als je er zo bij nadacht, dat er gewoon niemand leek te zijn en je gewoon naar binnen kon. Maar het was niet haar probleem.

Voor ze het wist stond ze alweer buiten, op weg naar de gymzalen die te bereiken waren met een grote trap boven de weg. Ze baalde altijd al dat de gymzalen niet gewoon dichter bij waren, en ze liep sjokkend de trap op. Bethany had allesbehalve zin in gym. Het was redelijk koud buiten, dus ze sloeg haar armen beschermend om zich heen en wreef vermoeid in haar ogen. Ze daalde net de trap af toen ze opeens geritsel hoorde in een struikje achter haar. Blijkbaar was ze toch niet de enige die besloot zo vroeg naar de kleedkamers te gaan voor gym. Maar ze kon niet bedenken wie.

Ze stopte automatisch even met lopen en zette haar koptelefoon af. 'I don't trust nobody and nobody trusts me,' hoorde ze nog even uit het apparaat komen. 'Hallo, is daar iemand?' vroeg Bethany, proberend haar stem niet te laten trillen, wat niet echt lukte. Ze keek om zich heen. Er was niemand te zien. Het was op haar na uitgestorven, tenminste, zo leek het. Weer hoorde ze geritsel in hetzelfde struikje als de vorige keer. Zie je nou wel, er was wel degelijk iemand hier, dacht ze. 'Hallo?' vroeg ze nogmaals, en ze liep er zachtjes op af. Niemand antwoordde. Misschien was het gewoon een dier, het zal vast niets zijn, stelde ze zich gerust, en met die gedachte haalde ze haar schouders op en wilde net het gymgebouw in lopen.

Opeens voelde ze iets scherps in haar buik. Het voelde alsof er iets in haar was gestoken. Ze voelde iets warms langs haar lichaam stromen. Het deed pijn, ontzettend veel pijn, ze had nog nooit zoiets gevoeld. Bethany had immense pijn. Eigenlijk wilde ze schreeuwen, schreeuwen om hulp die ze waarschijnlijk toch nooit zou krijgen, maar het leek alsof haar stem haar ontnomen was. Ze keek en ze zag overal bloed dat op haar ooit witte schoenen en de modderige stenen drupte. Ze zag al snel wat de oorzaak was; het was een mes. Ze keek langzaam omlaag, zichzelf voorbereidend op het ergste. Er sijpelde overal bloed, en haar angst was zo groot geworden dat het haar stem weer terug leek te geven. Bethany schreeuwde het uit van de pijn, maar er was niemand die het hoorde en het ook zou gaan horen. Blijkbaar zonderden mensen zich toch van haar af, zoals ze eens zo graag wilde. Ze probeerde het mes uit haar buik te rukken, maar het zat vast. Iemand hield haar tegen. Iemand die haar wilde vermoorden. Ze wist alleen de reden niet.

Langzaam maar zeker werd haar zicht vager en begon ze zwarte vlekken te zien. De vlekken werden steeds erger, merkte ze, waarna haar knieën knikten​. Ze viel neer op de grond, probeerde zich om te draaien om te kijken wie ze voor zich had, maar het lukte niet. Bethany was gedoemd om te sterven, en diep vanbinnen wist ze dat. En misschien wist ze diep vanbinnen de reden ook wel. Ze had moeten bedenken dat dat alles haar dood zou worden, vroeg of laat. 'I'm sorry. But the old Taylor can't come to the phone right now,' waren één van de laatste woorden, afkomstig van haar koptelefoon, die het universum haar liet horen. 'Why? Oh, 'cause she's dead.' Net als zij.

~*~

'Hallo, u spreekt met inspecteur Harvey Jones,' zei een lage stem aan de telefoon, nogal ongeïnteresseerd. Hij zat op een bureaustoel, zijn voeten op het tafelblad en een vieze sigaar in zijn mond, waarvan hij af en toe de rook uitblies. Het was nog vroeg in de ochtend, en hij had geen energie om ook maar iets te doen, maar het was zijn werk, dus hij moest wel.

'E-er is iemand,' klonk een bibberende meisjesstem aan de andere kant van de lijn. Ze klonk jong, nog rond de veertien, misschien jonger, en ze ademde ongecontroleerd. Er was duidelijk iets aan de hand.

Zijn houding veranderde; aan haar toon te horen was er iets ernstigs aan de hand, dus sprak hij de woorden die hij altijd gebruikte in situaties als deze: 'Rustig, rustig. Adem in, adem uit.' Hij hoorde aan de andere kant dat ze zijn advies had opgevolgd. 'Wat is er gebeurd?'

'W-weet ik niet,' stamelde ze bijna huilend. 'Er is hier iemand,' herhaalde ze weer. Ze pauzeerde even. Ze leek moeite te hebben met de juiste woorden te vinden. 'Er is iemand dood, bij mij op school. Er is zoveel bloed.' Na die woorden uitgesproken te hebben barstte ze in tranen uit.

'Een moord,' zei hij meteen alert. Zodra hij zich er nog meer van bewust was leek hij zijn energie teruggevonden te hebben en hij stond op om zijn jas van de kapstok af te grissen. Hij doofde zijn sigaar uit en legde hem neer in de asbak die op de hoek van zijn bureau lag. 'Waar ben je, geef me het adres door. Ik kom er gelijk aan.'

A/N
Op de hoogte blijven van nieuwe updates? Voeg dit boek aan je bibliotheek toe, volg mijn account voor aankondigingen op mijn profiel of laat een comment achter, dan melden wij het voor je. -->
Groetjes,
Romy en Elin

Vertrouw NiemandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu