Hoofdstuk 16

17 7 11
                                    

Het was vroeg in de ochtend toen ze bij Beth voor de voordeur stonden, en het enige positieve wat ze erin kon zien was dat ze mogelijk nieuwe informatie zouden krijgen en dat ze niet zo ver van huis hoefde. En misschien dat Harvey dus vroeger moest opstaan dan zij. Ze stond zoals gewoonlijk schuin achter Harvey, die op de deur klopte bij Beths huis. Hij leek een beetje ongeduldig en klopte na een paar seconden weer aan, wat luider dit keer.

'Doe eens rustig,' zei ze in de hoop hem een beetje te kalmeren, al wist ze dat het niet zou lukken, 'je weet toch nog wel wat ze heeft meegemaakt?'

Hij draaide zich om zodat hij haar aan kon kijken. 'Ik heb een beetje haast, ik heb niet alle tijd. Dat zal je wel begrijpen wanneer je op jezelf woont.'

Typisch. Hij gebruikte dat altijd om haar de mond te snoeren.

Zodra de deur openging draaide hij zich weer om, en hoewel ze zijn gezicht niet kon zien, was ze ervan overtuigd dat hij zijn humeurige bui verborg en een zo echt mogelijke glimlach op zijn gezicht had geplakt. Wat was hij toch een goede acteur, dacht ze, en ze moest zichzelf ervan weerhouden om niet met haar ogen te rollen toen hij met een vriendelijke toon tegen mevrouw Brown begon te praten: 'Beth, sorry dat we storen.'

Als ze haar niet hadden kunnen zien had ze overgegeven. Wat was hij toch nep.

'We hadden alleen een paar vragen, zouden we naar binnen mogen?'

De vrouw knikte. 'Willen jullie iets te drinken?'

Harvey schudde zijn hoofd en liep achter haar aan naar de woonkamer, waar ze op het teken van Beth op de bank plaats namen. 'Dus, we hebben een beetje Google geraadpleegd, en we kwamen erachter dat er van de familie Hoover nog twee familieleden in leven zijn. Celeste en Julius, klopt dat?'

Beth keek hen even verward aan. 'Ik snap niet waarom dit van belang is.'

Hij zuchtte. 'We vermoeden dat de erfenis van de familie een rol heeft gespeeld in de moord op Bethany, en zeker in de moord op Andy. En aangezien Bethany er onderzoek naar deed, zullen wij dat ook doen.'

'Ja, alleen Julius en Celeste leven nog, voor zover ik weet.'

Rue ging verzitten. 'Heeft u nog contact met hen? Kunt u hen bellen en vragen of ze zou snel mogelijk hier naartoe willen komen, om te helpen met het onderzoek naar de moord op Bethany?'

Ze leek even te aarzelen. 'Ik heb ze al jaren niet gesproken. De laatste keer was ... tijdens Andy's begrafenis.'

'We begrijpen het, maar als we willen weten of zij betrokken konden zijn bij de moord van Andy, en misschien komen we erachter wat er met hem gebeurd is, wat jaren geleden niet gelukt is.'

'Ik kan het proberen,' en Beth zocht in haar handtas naar haar telefoon. Voorzichtig zocht ze naar het juiste nummer, en Rue merkte dat haar vinger aan het trillen was. Algauw had ze het apparaat tegen haar oor gedrukt. 'Celeste? Ja, dit is Beth.' Het bleef even stil aan de lijn. 'Bethany is overleden.' Er rolden een paar tranen over haar wangen zodra ze de woorden had uitgesproken. 'Ze is omgebracht. De politie doet een onderzoek en ze vragen of jij en Julius willen komen naar de stad voor een ondervraging,' snifte ze. 'Ja, komen ... Oh, wat fijn. Dankjewel, Celeste. Heel erg bedankt, en gecondoleerd.' Ze haalde de telefoon van haar oor en keek naar het tweetal tegenover haar. 'Ze komen.' Ze zuchtte opgelucht. 'Ik denk dat ze er morgen wel zijn, als we geluk hebben.'

'Fijn,' antwoordde Harvey weer zakelijk, dan hebben we nog een vraag. We hebben Bethany's dagboek gevonden, en blijkbaar mist er een pagina, van 11 mei. Weet jij of er iets speciaals was die dag?'

Ze dacht diep na en krabde haar hoofdhuid, alsof dat hielp om haar herinnering op te frissen. 'Nee, zuchtte ze. 'Geen idee.'

'Oké, jammer dan,' zuchtte Harvey, die geen moeite deed om zijn ergernis te verbergen, 'dan gaan we maar weer.'

Vertrouw NiemandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu