Hoofdstuk 33

9 7 1
                                    

Rue ging dezelfde ochtend gewoon naar werk alsof er niets was gebeurd. Volgens de deal was er ook niks aan de hand. Het was gewoon een normale dag. Ze had alleen een dunne sjaal om, om haar schram die door Enna was gemaakt te verbergen. Rue merkte wel dat ze erg moe was. Vannacht moest ze even goed haar rust pakken, besloot ze. Die rust zou ze nodig gaan hebben, na die lange dag.

Al snel zag ze Harvey ook al op kantoor verschijnen. 'Jij bent vroeg vandaag,' zei hij lachend. Mooi, hij was in een goeie bui. Dat was uitzonderlijk.

Ze lachte ook, maar het was eerder een lach die haar echte gevoelens verborgen moest houden, het was niet oprecht en gemeend. Hij had geen idee hoe vroeg ze op was gestaan. 'Alles nog oké met mevrouw Brown?' vroeg Rue bezorgd aan hem.

'Nou, ze heeft het nog steeds zwaar, maar ze is tot nu toe niet weer bedreigd, gelukkig, dus ik denk dat het langzamerhand wel beter met haar begint te gaan.'

Dat luchtte al op voor Rue. Ze had zich toch een beetje zorgen gemaakt om mevrouw Brown; die arme vrouw. 'Fijn voor haar, ik hoop dat we snel weten hoe het allemaal zit en dan kunnen we weer wat vaker rust hebben,' zei ze. Gek, dat toen het zo rustig was ze een grote zaak wilde, maar nu het eenmaal uit de hand aan het lopen was, verlangde ze naar de eerst-niet-zo-gewaardeerde rust.

Harvey knikte instemmend. 'Ja, mee eens, ik heb al jaren niet zo'n energieslopende zaak moeten oplossen,' zei hij vermoeid en hij wreef in zijn ogen.

'Maar we moeten niet te vroeg juichen, want we zijn er nog niet helaas,' zei Rue resoluut.

'Ja, helaas ...' zuchtte hij vermoeid, en hij friemelde aan zijn snor.

'Vandaag nog ondervragingen op de planning?' vroeg Rue aan haar baas. Ze hoopte eigenlijk van niet. Ze was nu al doodmoe. Een drukke werkdag zou dat gevoel alleen maar versterken. Harvey dacht even goed na. 'Ik denk dat ik nog een keer met Catherine wil spreken, die vriendin van Bethany, jij ook?'

Rue knikte gelijk. Energie had ze niet, maar ze wilde toch nog graag met haar spreken. De vorige keer moest ze nog de schok verwerken, nu is dat voorbij. Konden ze eens kijken of ze nog steeds zo zenuwachtig is, dacht Rue. Catherine zou vast wel iets meer weten dan ze eerder vertelde, hoopte ze. Dan had deze dag nog in ieder geval nut. 'Ja, mee eens, ze kan nog best bruikbare informatie weten die ze heeft achtergehouden, gok ik.'

~❅~

Ze kwamen aan op de inmiddels wel vertrouwde school. 'Kan je toevallig opzoeken welk lokaal Catherine heeft?' vroeg Harvey aan Rue en ze liepen het schoolterrein op. Hij stak een sigaar aan en blies even later de gore rook uit.

Ze schudde haar hoofd. Dat kon ze helaas niet. 'Asher zit niet met haar in de klas, dus we moeten naar de balie ben ik bang,' antwoordde ze kalmpjes.

Harvey zuchtte vermoeid en sjokte bijna achter haar aan.

Hij leek soms ook echt depressief, dacht ze. Hij had geen vrouw, geen kinderen; dit was letterlijk zijn leven. Het bestond alleen uit werk. Hij had een vakantie nodig en een partner, dacht ze. Ze hoorde hem mompelen en dumpte de sigaar weer in de prullenbak. Het was echt zijn dag niet. Of nou ja, week.

Achter de balie zat de brunette die hen al een paar keer eerder had geholpen. Ze glimlachte toen ze het tweetal herkende. 'Goedemorgen,' zei de vrouw achter de balie vriendelijk. 'Wat kan ik voor jullie doen?'

Rue nam voor nu een keertje het woord: 'Kunt u even kijken welk lokaal Catherine Hofman op dit moment les heeft uit de klas G2a, we willen haar even spreken,' zei ze beleefd aan de vrouw.

De vrouw toetste wat toetsen in op haar toetsenbord. 'Ze heeft nu Frans in lokaal 153,' las ze van het scherm af.

'Oké, dank u wel,' zei Harvey en hij trok Rue mee. 'Dus waar is lokaal 153?' vroeg hij aan haar.

'Op de eerste verdieping dicht bij de klassieke talen lokalen,' antwoordde Rue. Ze besefte achteraf dat de beschrijving "dicht bij de klassieke talen lokalen" misschien niet erg behulpzaam voor hem was. Ze klommen de trap op onderweg naar het lokaal.

'Ik haal haar, jij wacht hier,' zei Harvey.

'Prima,' zei Rue en ze keek toe hoe Harvey het lokaal inliep. Eigenlijk had ze zelf liever willen gaan; als zo'n man zomaar het lokaal binnen komt lopen zorgt dat eerder voor onrust, dan wanneer een doodnormale twintiger komt. Maar ze had geen zin in een discussie, niet na wat ze had meegemaakt en ze had een slaaptekort, dus liet ze het gaan. Ze was al moe genoeg.

Hij kwam niet veel later terug met een angstige Catherine.

'Wat willen jullie van me,' vroeg ze met een trilling in haar stem, 'ben ik soms verdacht?' Ze keek van Harvey naar Rue, zoekend naar antwoorden.

Rue schudde haar hoofd en wilde antwoorden, maar haar baas was haar voor: 'Nee hoor, we hopen gewoon dat jij toevallig nog kleine details weet over Bethany, meer niet,' stelde Harvey haar gerust.

Ze liepen naar een verlaten lokaal en namen plaats aan de drie stoelen. Harvey pakte zijn telefoon er weer bij om het gesprek op te nemen. 'Dit gesprek vindt plaats op 22 mei om vijf voor half tien, tegenover ons zit Catherine Hofman, wij zijn detective Harvey Jones en collega Rue,' zei hij zoals gewoonlijk.

'Dus Catherine, weet jij toevallig of Bethany nog contacten heeft die wij nog niet gesproken hebben?' vroeg hij en hij keek recht in haar ogen.

Catherine haalde haar schouders op. 'Ik weet niet wie jullie allemaal al gesproken hebben,' zei ze zacht.

'Mevrouw Slotenhaar, mevrouw Goedhart, Els Inkheart en meneer en mevrouw Brown,' antwoordde Rue kalm.

'En jou natuurlijk,' voegde hij eraan toe.

Catherine verstijfde eventjes. Ze had blijkbaar toch iets niet verteld en had iets te verbergen. 'Hebben jullie nog niet gesproken met Winston van Wijngaarden?' vroeg ze duidelijk verbaasd.

Bethany's vriendje. Dat dacht Rue gelijk. Het was de Winston waarvoor de depressieve brief van Bethany voor bedoeld was. Ze kon natuurlijk niet tegen Harvey zeggen dat zij er al vanaf wist, dan zou hij weten van haar eigen onderzoek en ze vond de brief van Bethany en Winston ook erg privé. Harvey had maar even pech voor deze keer. Vroeg of laat zou hij er toch wel achter komen. Catherine leek namelijk tot nu toe erg slecht te zijn in liegen.

'Wie is dat?' vroeg Harvey en hij ging verzitten.

'Ik weet niet of ik dat mag vertellen ...' stamelde Catherine een beetje bang en haar hand begon te trillen.

Harvey zuchtte. Rue kende hem lang genoeg om te weten dat hij geïrriteerd was. Maar hopelijk had Catherine dat niet door, anders was de kans dat ze iets zou vertellen nog kleiner en dat was niet wat ze wilden op dat moment. 'Luister meisje, dit is serieus. Bethany is dood, het maakt niet uit dat ze niet wilde dat iemand zou weten van Winston van Wijngaarden, dus vertel het maar. Bethany kan je geen pijn doen als je de belofte verbreekt om niemand te vertellen over Winston van Wijngaarden,' zei Harvey best geïrriteerd ​​naar het meisje tegenover hem, die ineen kromp.

'Het was haar vriendje,' zei Catherine die het opgaf om te blijven liegen. Ze klonk een beetje opgelucht toen ze het eenmaal verteld had, maar de angst was nog duidelijk in haar ogen zichtbaar.

'En hoe kan het zijn dat jij de enige bent die daar vanaf weet?' vroeg Harvey en hij keek haar wantrouwig aan. Hij had een punt. Meestal wisten mensen wel of je een vriendje had, of stond het tenminste in een dagboek. Bethany had in haar dagboek geen woord over Winston van Wijngaarden geschreven, wat best opmerkelijk was; iets klopte er niet.

'Omdat het een geheim was wat ze alleen mij toevertrouwde,' zei ze zelfverzekerd. 'Zelfs haar moeder wist er niet van,' vervolgde Catherine.

Rue gaf Harvey onopgemerkt een por om het gesprek af te ronden. Ze zag dat Catherine elk moment in tranen uit kon barsten en dat wilde ze niet op haar geweten hebben.

'Dit was het gesprek, het eindigt op 22 mei om zeven over half tien, dit waren detective Harvey Jones en collega Rue.'

Na de afloop van het gesprek was het even stil tussen Rue en Harvey. 'Dat we niet eerder afwisten van haar vriendje,' zei ze zacht.

'Catherine had in het vorige gesprek al moeten zeggen over haar vriendje, maar voor nu moeten we het loslaten, we kunnen er toch niets meer aan doen,' zei hij.

'Ik neem aan dat we ook nog met Winston van Wijngaarden gaan praten?' vroeg Rue aan haar baas.

'Dat gaan we zeker doen.'

Vertrouw NiemandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu