Hoofdstuk 14

26 7 60
                                    

Rue wist niet helemaal wat ze met de informatie moest. Zou ze hem inlichten? Ze aarzelde, maar opende dan toch de deur en stond op het punt op Harvey toe te stappen, toen ze een veel te bekende stem hoorde: 'Ach, geen probleem. Ik ben blij dat ik kan helpen.'

Het geluid kwam van links, en ze keek voorzichtig om de hoek. Zoals verwacht stond ze daar; Enna. Wat deed zij hier?

Ze hoorde voetstappen, en ook Harvey kwam in zicht, met een glimlach op zijn gezicht geplakt. 'We lossen de zaak vast en zeker op. De moordenaar kan zich niet voor altijd verschuilen.'

De vrouw glimlachte en trok haar kotsgroene jas aan. Het was echt een lelijk ding, bijna geen jas te noemen, vond Rue. 'Het is tragisch dat ze ons heeft verlaten. Maar zoals je zegt, de dader komt heus wel boven water drijven.' Ze kneep even haar ogen tot spleetjes, en keek vluchtig om zich heen.

Rue durfde te wedden dat ze geen woord meende van wat ze zojuist had gezegd. Ze herkende types zoals haar.

'Mag ik een suggestie doen?'

Rues baas knikte en friemelde aan zijn snor. 'Maar natuurlijk, we kunnen alle hulp gebruiken.'

Enna leek even te aarzelen, alsof ze moeite had om de suggestie te vertellen. 'Larissa. Ze is echt niet zo onschuldig als ze lijkt. Ze weet alles over haar leerlingen, omdat die haar blindelings vertrouwen, wat ze eigenlijk niet zouden moeten doen.'

'En waarom dan niet?' vroeg Harvey, die nieuwsgierig begon te worden.

Ze zette een stap dichterbij. 'Ze is gewiekst. Een demon met een masker van een engel op. Een vriendin van mij heeft met haar les gehad. Ze was vreselijk. Ze chanteerde je met van alles en nog wat. Nu lijkt het alsof ze is veranderd. Maar dat is niet zo, ik weet wel beter.'

Rue barstte toen bijna in lachen uit; ze kon Enna niet serieus nemen op dat moment, ook al zou dat wel moeten, wist ze. Larissa was de aardigste persoon die ze tijdens deze zaak had ontmoet, en ze kon niet zijn zoals Enna beweerde. Dat was gewoonweg onmogelijk. Enna loog, daar was ze 100% zeker van.

Harvey leek ook even verward, maar herpakte zich snel: 'Bedankt voor deze informatie,' en hij schudde haar de hand. 'We proberen deze zaak zo snel mogelijk op te lossen.'

'No shit, Sherlock,' mompelde Rue, die stuk ging om zichzelf. Af en toe was hij ook gewoon een onnozele kip, vond ze. Eigenlijk vaker dan soms, maar dat boeit toch niet, dacht ze.

Enna lachte haar tanden bloot. 'Helpt dat hulpje van je ook mee? Ik zie haar nergens.'

Ze kon niet ontkennen dat ze zich een beetje beledigd voelde toen ze haar slechts een "hulpje" noemde. Ze voelde zich slimmer dan Harvey.

'Oh, die,' en hij snoof. 'Ze doet een beetje moeilijk de laatste tijd, dus ze is vast ergens in een hoekje aan het huilen.' Hij moest lachen om zijn eigen grap, en de vrouw tegenover hem lachte met hem mee. Enna had echt de lach van een ezel, merkte ze. 'Nee, geen idee waar ze uithangt,' en tegelijkertijd keek hij om zich heen, waarna hij fronste. 'Ze moest even iets bekijken, maar dat duurt wel erg lang. Misschien is ze zelf bezig. Maar dat maakt niet uit, ze komt toch niet ver.' Hij keek op zijn horloge. 'Nou, als je me excuseert, ik moet even gaan lunchen, bij de Subway of zo.'

Rue rolde met haar ogen. Nou mooi, dan kan ze daar niet meer heen. Waarom moest hij ook alles voor haar verpesten, was zijn bestaan nog niet erg genoeg? Blijkbaar niet, want hij ging ook naar de Subway. Ze at altijd op deze dag bij de Subway.

'Nou, smakelijk eten,' zei ze, waarna ze weer glimlachte als een ezel. Rue vroeg zich echt af hoe Asher haar overleefde, waarschijnlijk deed hij dat niet. Bethany in ieder geval niet.

Vertrouw NiemandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu