Hoofdstuk 5

24 8 21
                                    

Harvey en Rue reden om kwart over drie weg van het politiebureau om naar Catherine Hofman te gaan. Zij zou vast wel weer nieuwe informatie weten, dacht ze hoopvol. Vrienden vertelden altijd andere dingen aan elkaar dan familie. Het was gelukkig erg rustig op de weg, waardoor ze veel tijd bespaarden. Dat zorgde voor een goed humeur voor hen allebei, dus misschien kon deze ondervraging zonder onderling gedoe verlopen. Niet veel later kwamen ze aan in de straat waar Catherine, als het goed is, woonde. Het waren normale rijtjeshuizen. Niet bijzonder, maar ook niet lelijk. Rue speurde de straat af naar nummer 13. Dat was haar huisnummer. Ze stopte gelijk toen ze het nummer zag en parkeerde snel de auto vlak bij haar deur, voordat Harvey dat kon doen. Zo moest hij lekker ver wandelen om bij Catherines huis te komen, en kon ze gewoon bijna naast de deur uitstappen.

Voor Rue het doorhad stonden ze al voor de voordeur, en een vrouw – waarvan ze vermoedde dat het Catherines moeder was – deed open.

Harvey nam het woord en haalde zijn badge tevoorschijn: 'Politie, Harvey Jones en collega Rue. Zouden we Catherine kunnen spreken, is ze thuis?'

De vrouw keek van Harvey naar Rue. Ze knikte maar. 'Catherine,' riep ze door het huis, 'de politie wil je even spreken.' Toen richtte ze zich op het tweetal: 'Waar gaat dit over? Mijn dochter heeft niks misdaan!'

Voor één van ze kon antwoorden stond ze al in de deuropening. De uitdrukking op haar gezicht was angstig. 'Mam, wat is er?'

Maar omdat zij het antwoord niet wist, besloot Rue te antwoorden: 'We zouden je even willen spreken. Ehm...' Ze twijfelde over hoe ze dit moest zeggen. Ze is er nooit goed in geweest. 'Bethany, je vriendin... is overleden. Het was een moord.'

Catherines ogen sperden wijd open en ze begonnen zich te vullen met tranen. 'Wat...?'

'Het spijt ons heel erg. Harvey en ik zijn nu bezig met de zaak, en we zouden graag willen weten hoe ze was.'

Catherine knikte maar. 'Kom maar naar m'n kamer. Maar mag ik eerst iets drinken?'

Ze knikte, en een paar minuten later zaten ze in Catherines kamer, die gevuld was met de kleur roze; om precies te zijn zuurstokroze.

Catherine staarde naar de vloer en haar linkerbeen trilde lichtjes.

Rue vroeg zich af of het kwam doordat ze het spannend vond om verhoord te worden, of omdat ze iets te verbergen had. Ze kon niet zien welke van de twee het was. Stiekem hoopte ze op de tweede optie, want dan gebeurt er nog eens iets spannends tijdens een verhoring. Maar ze vermoedde niet dat zo'n jong meisje iets verschrikkelijks op haar geweten had.

'Hallo Catherine,' groette Harvey haar vriendelijk, 'ik ben Harvey Jones, ik ben een detective, en dit is mijn collega, Rue. Je moet weten dat dit gesprek vrijwillig is, je mag zeggen wanneer je wilt stoppen, oké? Het moet vast lastig voor je zijn.'

'Weet ik,' antwoordde ze. 'Het lukt me wel, denk ik.'

Rue glimlachte.

Catherine leek gespannen, maar dat was te begrijpen. Het was ook niet niks dit allemaal. Rue had zo'n moordzaak flink onderschat, dacht ze op dat moment.

'De ondervraging begint op maandag 15 mei om achttien voor vier. Dit is detective Harvey Jones en collega Rue. Tegenover ons zit Catherine Hofman. Waar was je op maandag 15 mei om half acht?'

'Net op school. Ik fiets samen met mijn buurmeisje, zij kan het bevestigen.'

Harvey knikte. 'Vertel, wie was je van Bethany Brown?'

Ze moest even hoesten. 'Sorry. Ik was haar vriendin.'

'Hoe lang kennen jullie elkaar al?' vroeg Rue en ze leunde naar achter.

'Niet zo lang, vanaf dit schooljaar pas. Maar ik had haar in de brugklas weleens in de gangen gezien, dus ze was niet helemaal onbekend.'

'En hoe leerden jullie elkaar kennen?' Hij boog zonder dat hij het doorhad een beetje naar voren.

Dat leek Catherine een beetje af te schrikken, maar ze wist toch te antwoorden op de vraag.

Rue had op dat moment ook wel te doen met haar; je verliest al je vriendin en dan moet je ook nog in een ruimte zitten met een detective en een hulpje, die allemaal vragen gingen stellen.

'Ehm ... volgens mij door maatwerk. We kwamen samen te zitten bij een opdracht, sindsdien praten – spraken we elkaar.'

'Hoe was Bethany in jouw ogen?' Hij leunde weer naar achteren, en friemelde aan zijn snor. Hij was volgens mij echt trots op zijn snor, dacht Rue.

'Nou, ik vond het gelijk een beetje vreemd dat ze koos om met mij rond te hangen. Ze had best betere vrienden kunnen krijgen.'

'Wat bedoel je daarmee?' vroeg Rue nieuwsgierig en ze fronste verward haar wenkbrauwen. Catherine ontweek oogcontact. 'Misschien omdat ik niet ... ik weet niet ... niet populair ben? Ik denk dat dat het is. En zij had dat best kunnen zijn, want ze was wel cool en zo, alleen was ze zo teruggetrokken dat niemand haar echt kende. Volgens mij kende zelfs ik haar ware aard niet. Ik keek wel naar haar op, eigenlijk,' gaf ze toe. 'Ze durfde zichzelf te zijn, het kon haar gewoon niet schelen wat er van haar gevonden werd. Zelfs haar verleden leek haar niet te hinderen, daar heb ik respect en bewondering voor.'

'Haar verleden?' Harvey ging verzitten, hopende dat er een goed verhaal op het punt stond onthuld te worden, en Rue hoopte dat ook. 'Bedoel je met haar biologische vader?'

Nu zou het eindelijk spannend kunnen worden, dacht Rue, en ook zij zette haar oren op scherp. Ze concentreerde zich op de woorden die door Catherine gesproken zouden worden en haar lichaamstaal.

'Ja, met haar vader en zo. Ze had het er niet vaak over, maar ik kijk wel vaker naar detectiveseries, en toen ik vroeg of zij er ook naar keek, reageerde ze nogal fel. Zomaar, heel plotseling. Ze vond dat het stom was, dat de politie niet te vertrouwen was.' Ze waagde even oogcontact met de volwassenen tegenover haar, maar verbrak die al snel. 'Misschien omdat de politie degene was die de moordzaak van haar vader niet heeft kunnen oplossen, dacht ik achteraf. Maar ik weet het niet zeker hoor.'

'En wie op school mocht haar niet, weet je dat? Docenten, leerlingen ...'

'Enna Slotenhaar mocht haar niet,' zei Catherine gelijk zonder enige twijfel te horen in haar stem.

De detective schreef snel wat op. 'Alweer die Slotenhaar,' mompelde hij zacht. 'We moeten ook met haar gaan praten,' zei hij tegen Rue, die instemmend knikte. 'En verder, waren er leerlingen die haar niet konden uitstaan?'

Ze schudde haar hoofd. 'Niet dat ik weet, maar zo goed kende ik haar ook weer niet, nou ja, dat gevoel had ik wel af en toe.'

'Nou, dit was dan het dan, je leeft nog,' zei de detective tevreden en hij glimlachte zijn tanden bloot.

Catherine kon voor het eerst weer glimlachen, althans, zo leek het. Rue kon niet helemaal peilen wat er allemaal in het meisje omging. 'Nog veel succes met deze zaak,' zei ze beleefd en ze wilde opstaan, maar dan besefte ze zich nog iets. 'Mag ik nu eigenlijk gaan?' vroeg ze.

'Bijna. Dit is Harvey Jones en Rue. De ondervraging eindigt op 15 mei 2023 om twee voor vier.' Hij stond op en gebaarde dat Catherine hetzelfde mocht doen. 'Bedankt, die informatie heeft erg geholpen.'

Vertrouw NiemandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu