Hoofdstuk 68

20 2 0
                                    

Miami, FL - January the 13th, 2016 - 17:13 PM

Drew staat voorzichtig op en loopt wankelend naar de deur. Hij probeert deze open te krijgen.
'Drew!' roept Owen aan de andere kant van de deur. 'Heb je daar iets van een voorwerp waarmee je de deur open kan breken? Hier bij ons ligt niks.'
Drew kijkt snel om zich heen. Alles stort in en valt kapot op de grond. Zijn oog valt als eerst op een losse, halve plank die op de grond ligt. Snel pakt hij deze op.
Dan kijkt hij naar mij en Luna. Hij ziet hoe dichterbij ze bij me komt zweven en ik haar doodsbang aankijk. 'Please, doe me geen pijn.. Laat Luna gaan..'
Zonder na te denken rent Drew, met de plank in zijn hand, richting Luna om haar aan te vallen.
'Drew, nee! Niet doen!' schreeuw ik dan, omdat ik niet wil dat Luna gewond raakt. Ook om Christina niet nóg bozer te maken. Zo wordt het alleen maar erger.
Dan wordt Drew vanzelf weer naar achter geblazen, zonder dat Luna omkijkt. De schim om Luna heen verandert naar wind die Drew tegenhoudt. Het is net een schild dat Luna beschermt.
Drew wordt weer terug naar de muur gegooid. Hij kreunt van de pijn en probeert weer op te staan. Hij pakt de plank weer op en loopt opnieuw richting de deur. Met al zijn kracht probeert hij de deur kapot te maken met de plank. Het lukt!
Owen, Mel, mam, pap, Liam en de oom van Liam rennen meteen naar binnen en Owen ziet meteen dat Drew gewond is. Hij houdt hem vast. 'Shit, gaat het man?!'
Mam en pap schrikken wanneer ze Luna zien, zwevend in de lucht met een zwarte schim om haar heen. 'L-luna..?'
Ik slik. 'Mam, pap, kijk uit!' roep ik wanhopig.
Dan rent de oom van Liam naar voor, richting Luna, met in de ene hand een houten kruis en een een groot boek in de andere hand. Ik denk dat het de Bijbel is.
Hij begint meteen luid een gebed uit te spreken in het Latijns. Terwijl hij dat doet, houdt hij het kruis omhoog, richting Luna.
Luna begint weer hysterisch te krijsen.
Ze laat haar hoofd achterover vallen.
Ze schreeuwt naar het plafond.
De kamer beweegt steeds heftiger.
De oom van Liam begint sneller en luider te spreken.
De schim die om Luna heen zweeft, wordt steeds donkerder en duidelijker.
Luna wordt omgedraaid en haar gezicht verandert.
Haar ogen worden helemaal zwart.
Haar huid wordt helemaal wit en gerimpeld.
Haar mond wordt groter terwijl ze krijst.
Ik slik.
Dit is nou echt, wat je noemt, demonisch.
Ze staart boos naar de oom van Liam en komt langzaam dichterbij hem.
De oom van Liam wordt naar achter geblazen maar hij houdt zich stevig op de grond, hij heeft hier veel ervaring mee.
Hij houdt, met al zijn kracht, de kruis omhoog en beveelt de kwade geest van Christina om onmiddellijk uit het lichaam van Luna te gaan.
Ik blijf op de grond zitten en kijk met grote ogen naar de hele situatie.
Mijn haren vliegen alle kanten op terwijl de sterke wind door de hele kamer waait.
De schim om Luna heen laat haar langzaam los en verzamelt zich tot een nieuw figuur.
Een vrouwelijk figuur.
Dan komt Christina tevoorschijn.
Christina in haar versleten jurk en met haar lange, vuile haren.
Luna valt op de grond.
'Luun!' schreeuw ik en meteen sta ik op.
Ik ren naar haar toe en pak haar op.
Ze is bewusteloos.
Ik raak in paniek.
Dan kijk ik om me heen en zie mam en pap, die wenken dat ik hun kant op moet komen.
Met Luna in mijn armen ren ik naar mijn ouders.
Het is nu Christina tegen de oom van Liam.
Ze staart hem woedend aan en schreeuwt het uit.
Ze probeert hem weer naar achter te blazen.
Steeds met meer kracht.
De oom van Liam houdt het even niet meer vol en wordt toch wel naar achter geduwd.
Meteen staat hij weer op en houdt hij opnieuw het kruis in de lucht, richting de kwade geest van Christina.
Hij begint weer luid met het uitspreken van het gebed voor de uitdrijving.
Christina's lichaam valt achterover, waardoor ze in een booghouding ligt.
Ze schreeuwt met haar gezicht richting het plafond.
Dan zien we dat ze langzaam verdwijnt.

Iedereen is in shock. Niemand kan geloven wat er zojuist is gebeurd. We horen elkaars snelle ademhaling terwijl iedereen alles probeert te beseffen.
Pap neemt Luna van me over en haar hoofdje belandt op zijn schouder.
Drew komt bij me staan en slaat zijn armen om me heen.
'Ben je oké?' fluistert hij.
Ik knik en laat mijn gezicht in zijn nek vallen.
'Wow..' hoor ik Owen zacht zeggen. 'Wat was dit allemaal..?'
De oom van Liam doet zijn boek dicht.
Vol verbazing kijkt iedereen hem aan.
Is het nou echt gewoon gelukt?
Is het nou eindelijk voorbij?
Ik slik. Mijn hoofd zit helemaal vol met verschillende gedachtes.
Is ze nu voor altijd weg?
Ik sluit mijn ogen terwijl ik mezelf verstop in Drews armen.
Ben ik nu voor altijd veilig?

Het huis van Gary is omringd met politieauto's en een ambulance. Het is helemaal afgesloten, overal hangen "verbogen toegang"-lintjes en borden. Het team van de politie loopt verspreid door het hele huis om alles te onderzoeken.
We staan met z'n allen buiten bij de andere politieagenten, Drew en Owen leggen hen uit wat er allemaal precies is gebeurd. Liam staat met zijn oom te praten en even later komt een politieagent ook met hun praten. Mam en pap staan bezorgd om Luna heen, die nog steeds bewusteloos in de brancard van de ambulance ligt.
Mel loopt naar me toe. Ze kijkt me aan, maar ik kan haar blik niet helemaal lezen. Ze haalt een diepe zucht. 'Hoe is het nu met je?'
Ik blijf even stil, maar dan haal ik mijn schouders op. 'Ik weet gewoon niet zo goed hoe ik me op dit moment moet voelen. Deze hele gebeurtenis was gewoon te gek voor woorden. Het heeft me compleet in de war gebracht, waardoor ik nu niet meer weet of ik me nou opgelucht moet voelen, of nog steeds bang moet zijn dat ze weer terugkomt. Ik geloof nu dat alles mogelijk is.'
Mel knikt en legt haar hand op mijn bovenarm. Ze glimlacht lichtjes. 'Snap ik helemaal. Het komt wel goed, Bri.'
Ik kijk haar verdrietig en schuldig aan. Nu pas besef ik dat Mel hierheen is gegaan voor me, ondanks dat ze erg boos op me was, ondanks de hele situatie met haar, Drew en mij. 'Mel, het spijt me echt ontzettend.. Ik heb je nooit willen kwetsen..'
Ze onderbreekt me door me te omhelzen. Verder blijft ze stil. Ik knuffel haar terug. 'Mel..' stamel ik zacht en mijn stem trilt. 'Je wilt niet weten hoeveel het me spijt.. Ik was zo ongelooflijk stom geweest om jou dit aan te doen.. Dit verdiende je niet, ik was echt een slechte vriendin.. H-het spijt me, echt heel erg. Ik hoop dat je het me kan vergeven.. Het zal nooit, maar dan ook echt nooit, meer gebeuren.. Jij bent belangrijker voor me dan wie dan ook.. Dank je wel, dat je hierheen bent gegaan ondanks ik jou iets vreselijks heb aangedaan.. Ik weet gewoon niet wat ik zonder jou moet.. Jij bent mijn enige beste vriendin, mijn zus..'
'En jij de mijne.' hoor ik haar daarna zeggen.
Ik glimlach en er rolt een traan over mijn wang. Mijn oog valt ondertussen op Drew, die in de verte met de politie aan het praten is.
Ik haal een diepe zucht. Ik besef dat mijn vriendschap met Mel het belangrijkste is en op nummer één moet zetten. Mel en ik zijn al beste vriendinnen sinds dat we klein waren. Ik kan haar dit niet aan doen. En zij zou mij nooit hetzelfde aan doen, dat weet ik honderd procent zeker. Zij zou alles voor me opgeven, dus dat moet ik ook voor haar doen. Ik kijk toe hoe Drew zijn armen in elkaar slaat en Owen aankijkt terwijl hij iets uitlegt aan de agent. Hoe sterk mijn gevoelens voor hem ook zijn, ik denk dat ik hem beter moet loslaten..
Ik laat mijn gezicht rusten op Mels schouder.

'Jullie moeten ook met ons mee.' zegt een ambulancemedewerker en hij wijst mij en Drew aan.
Drew en ik zijn inderdaad lichtgewond. Vooral Drew, hij is harder tegen de muur aan gekomen dan ik.
We stappen in de ambulance, waar Luna ook ligt. Drew en ik gaan naast haar zitten.
'Wij rijden achter jullie aan.' hoor ik pap naar de ambulancechauffeur roepen.
Bezorgd kijk ik naar mijn zusje, die met allemaal verwondingen en met gesloten ogen in de brancard ligt. Ik hoop gewoon dat het goed komt met haar.
Wanneer de ambulance begint te rijden, pakt Drew mijn hand vast.
Ik voel dat hij me aankijkt, maar ik kijk niet terug.
'Babe..' hoor ik hem zacht zeggen. 'Het komt wel goed met haar.'
Ik knik voorzichtig.
Hij wilt zijn arm om me heen slaan, maar ik hou hem tegen.
'Drew..'
Hij kijkt me verbaasd aan, vragend waarom ik hem afwijs.
'Ik.. het spijt me..' stamel ik met moeite, omdat ik niet weet hoe ik dit moet verwoorden.
'Hoezo spijt het je?' vraagt hij en hij maakt zich meteen zorgen.
'Ik.. ik heb besloten om voor Mel te kiezen.' Mijn stem trilt en ik moet mijn tranen inhouden. Dit doet pijn. Ik wil hem eigenlijk helemaal niet kwijt. Maar ik moet dit doen.
'Bri..' fluistert hij en zijn toon klinkt ongelukkig. 'Doe me dit niet aan.'
Ik draai me van hem weg om te voorkomen dat hij me ziet huilen. 'Het spijt me echt..' zeg ik snikkend. 'In een ander leven, zouden we samen kunnen zijn. Maar nu zijn we gewoon niet voor elkaar bestemd.. Het kan niet. Hoe graag we het ook willen. Drew, ik ben erg dankbaar dat je me hebt gered, dat je er altijd voor me was tijdens deze krankzinnige gebeurtenis. Je weet hoe sterk mijn gevoelens zijn voor jou, het liefst wil ik bij je zijn. Maar Mel is mijn beste vriendin sinds kleins af aan. Ik kan geen relatie beginnen met de ex van mijn beste vriendin, dat doet haar zoveel pijn. Andersom zou ze hetzelfde voor mij hebben gedaan. Je moet me begrijpen, Drew..'
'Maar hier hebben we het al eens over gehad,' houdt hij vol. 'Wat heeft je gedachten opeens zo veranderd, Bri?'
'Mel heeft me niet in de steek gelaten, ondanks dat ik haar iets vreselijks heb aangedaan. We hebben gepraat en ze was er voor me, wat ik echt niet had verwacht.. Het ligt nog gevoelig bij haar, Drew. Ik kan niet jouw vriendin zijn.'
Ik hoor hem teleurgesteld zuchten.
De hele rit naar het ziekenhuis blijft het stil.

The Strange Lady (chapter I: the beginning)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu