Hoofdstuk 20

824 53 5
                                    

Mijn ogen schieten in één keer open, maar het lijkt alsof ik ze nog steeds dicht heb. Ik probeer te knipperen. Ik ben toch niet blind geworden? Ik ga overeind zitten en al gauw merk ik dat ik op de grond lig. Tenminste, dat denk ik. Ik zie namelijk geen enkele vloer. Het enige wat ik zie, zijn zwarte vlekken, of iets waar dat op lijkt. Waar ben ik? Hoelang lig ik hier al? Ik probeer op te staan. Dat is niet makkelijk, aangezien ik geen snars kan zien. Ik frons met mijn wenkbrauw. Wat is dit voor een rare plek? Ik weet niet waar ik ben, maar het bevalt me nu al niet. Ik begin te rennen. Ik weet niet of het veel nut heeft, maar ik doe het toch. Ik ren steeds harder en harder, maar er komt geen einde aan het donkere beeld voor mijn ogen. Ik blijf rennen, totdat ik buitenadem raak en met mijn handen op mijn knieën vermoeid begin te hijgen. Dan kijk ik weer op. Ik raak in paniek. Het voelt alsof ik opgesloten zit in één of andere donkere ruimte. Ik wil schreeuwen, maar er komt geen geluid uit mijn keel. Op dat moment krijg ik plotseling een naar gevoel in mijn buik, alsof iemand een stomp in mijn maag geeft. Ik zak naar de grond en kreun het uit van de pijn. Moet ik ongesteld worden of zo? Maar dan begin ik langzaam last te krijgen van een barstende koppijn. Het is al raar dat het ook ineens uit het niets komt. Ik sluit mijn ogen en ik voel dat er tranen over mijn wangen stromen. Laat het stoppen.. Alsjeblieft.. Laat het stoppen.. Opeens voel ik mijn benen niet meer en voor ik het weet lig ik weer op mijn rug. Het is alsof ik ben verlamd, maar dat ik de pijn nog wel sterk voel. Badend in mijn eigen tranen blijf ik maar liggen. Mijn hele gezicht prikt en ik hou het niet meer vol, het doet ontzettend veel pijn. Ik heb me nog nooit zo ellendig gevoeld. Het voelt alsof ik van alle kanten op alle plekken van mijn lichaam die je maar kan bedenken mishandeld word. Waar heb ik dit aan verdiend..?
'Wraak... Ik wil alleen maar wraak...'
Ik maak geen enkele beweging. Met wijde ogen staar ik voor me uit. Ik blijf naar de vrouwenstem in mijn hoofd luisteren en blijf verstijfd liggen, zonder ook maar aan iets anders te denken.
'Alles wat ik wou, was vrijheid. Een verdiende vrijheid. Ja, vader, ik geloofde in God. Maar ik wou niet gevangen zitten met ontzettend strenge regels. Hoe kon iemand nou zomaar zonder liefde, zonder eerlijkheid, zonder gezelligheid, zonder vríjheid leven? Alles wat ik wou, was een vrij leven, vader. En in plaats daarvan, werd mijn leven afgepakt.. Door wie?! Ja. Door mijn bloedeigen vader. Dit heb ik niet verdiend. Ik heb nooit iets fouts gedaan in mijn hele leven. Ik zal wraak nemen. Wraak op jullie allemaal. Ik laat jullie hier niet zomaar mee wegkomen. Jullie zullen lijden. Jullie zullen de pijn beleven die ik moest lijden. Jullie zullen gestraft worden. Jullie zullen boeten. Boeten voor de daden die jullie hebben verricht. Boeten voor het afpakken van mijn leven die ik maar één keer mocht verspillen. Ik zal wraak nemen. Een oneindige wraak..'
Ik slik en langzaam begint alles steeds helderder te worden. Het is nog steeds donker, maar nu ik zie tenminste wel wat. De pijn verdwijnt en ik heb weer controle over mijn lichaam. Ik ga voorzichtig overeind zitten en kijk ondertussen om me heen. Het wordt steeds duidelijker dat ik op de grond in een donkere, kleine ruimte zit, met allemaal oude houten spullen om me heen. Het lijkt wel op een soort kelder. Ik sta op en loop rondjes om alles te verkennen. Ik geloof dat ik hier nog nooit eerder ben geweest. Van wie zou deze kelder nou zijn? Dan valt mijn oog op iets wat op de grond ligt. Iets bekends. Ik kan het niet laten om erheen te lopen om te kijken wat het is. Ik pak het op. Ik besef me dat dit een jongensarmband is die me heel bekend voor komt. Ik bekijk het goed en mijn ogen schieten wijd open wanneer er iets bij me te binnen schiet. Dit is de armband die ik ooit aan Gary heb gegeven. Al gauw zie ik een algemeen gekend krasje op het zilveren plaat waar het merk Josh op staat. Dit is van Gary. Dit armbandje heb ik ooit zelf gekocht speciaal voor hem. Ik denk terug aan de dag dat ik het aan hem gaf. Plotseling zie ik vanuit mijn ooghoek een zwart gedaante bewegen. Ik kijk snel om me heen, maar er is niks. Ik draai me om. Dan staat mijn hart stil. Ik schrik en deins meteen achteruit. G-gary..

Ik schrik wakker. Ik schud met mijn hoofd om bij te komen en ga meteen overeind zitten. In paniek kijk ik om me heen. Ik ben thuis, in mijn eigen bed. Het was een droom. Nee.. geen droom. Een nachtmerrie! Ik leg mijn voorhoofd op de binnenkant van mijn handen en denk na. Aan het laatste deel van mijn nachtmerrie. Toen ik Gary zag. Ik voel dat mijn ogen al vochtig worden en dat ik zo weer kan zwemmen in mijn tranen. Gary.. Hij zat daar op de grond.. In een hoekje van die kelder.. Met een emotieloze blik in zijn ogen.. Geen hartslag te horen.. Hij zat daar, dood.. Zijn lichaam zat vol met vlekken bloed.. Ik zie het weer voor me, het beeld voor mijn ogen dat hij daar zat. Mijn hart breekt, maar nu duizend keer zo erg dan hiervoor. Hoe hij daar zat, levenloos, het doet me ontzettend veel pijn. Veel erger dan de pijn die ik had in het eerste deel van mijn nachtmerrie. Ik slik. Meteen moet ik denken aan de jonge vrouwenstem die ik in mijn hoofd hoorde. Het verhaal raakte me wel. Het klonk allemaal heel heftig. Ik haal een diepe zucht en sluit mijn ogen. Ik weet niet hoe, maar het voelt alsof dit niet zomaar een droom was. Er klopt iets niet, maar het is nog steeds onduidelijk wat.

The Strange Lady (chapter I: the beginning)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu