Hoofdstuk 33

622 43 8
                                    

Miami, FL - January the 5th, 2016 - 19:33 PM

Ik slik.
Met mijn ogen wijd en verspreid open kijk ik Drew aan.
Drew blijft stil naar zijn beeldscherm kijken, maar volgens mij valt zijn blik niet op mij. Ik zie ondertussen aan zijn kort-bewegende lippen dat hij iets probeert te zeggen, maar of het hem lukt?
In slow motion kijk ik voorzichtig goed om me heen. Ik voel dat ik kippenvel krijg, en het is niet eens zo koud in mijn kamer.
Ik kijk weer naar Drew en ik zie dat hij zijn mobiel in zijn hand heeft, alsof hij net iets heeft gefilmd.
'W-wat bedoel je?' vraag ik met een rillende stem, terwijl ik bijna niks uit mijn keel krijg van de zenuwen.
Drew negeert mijn vraag en kijkt nog steeds voor zich uit alsof hij in shock is. Ik vind dit dus echt niet grappig.
'Hou op!' roep ik uiteindelijk. 'Je maakt me zo bang.'
'Wacht daar,' stamelt hij dan opeens. Eindelijk reageert hij. 'Blijf waar je bent, ik kom er meteen aan.'
Ik schud wild en paniekerig met mijn hoofd. 'Nee! Niet ophangen! Laat me nu niet alleen!'
'Ik bel je nu via telefoon,' zegt Drew nadat hij mijn nummer al opzoekt in zijn mobiel. 'Blijf aan de lijn totdat ik bij je ben.'
Langzaam knik ik en aanvaard zijn lieve voorstel. Ik tril nog steeds, maar Drew geeft me op één of andere manier echt een fijn gevoel. Een veilig gevoel.
Ik neem gelijk op nadat mijn mobiel voor twee seconden afgaat.
'Ik hang Skype nu op.' zegt Drew aan de lijn en ik zie hem via mijn beeldscherm opstaan van zijn bed om zijn jas te pakken. Nog voordat zijn scherm weg springt, zwaait hij snel naar me.
'Schiet alsjeblieft op.' smeek ik Drew aan de telefoon.
'Komt goed, Bri,' stelt hij me gerust. 'Ik pak gelijk de auto en rij jouw kant op.'
Ik sta op en kijk weer om me heen. Steeds krijg ik het gevoel dat er op ieder moment iets kan gebeuren in dit huis. Ik draai me om en voor ik het weet sta ik voor mijn gesloten deur. Ik buig een beetje voorover zodat ik met mijn oor tegen de deur aan kom.
'Ik stap nu in.' hoor ik Drew zeggen en vlak daarna hoor ik bij hem een motor aan gaan.
Ik slik en luister goed naar de stilte achter de deur. Ik voel dat mijn hele lijf aan het trillen is, terwijl ik het best heet heb. Dit geeft me een heel misselijk gevoel.
Mijn hand glijdt naar beneden totdat-ie uiteindelijk bij de deurklink terecht is gekomen. Weer slik ik. Ik moet.. Ik kan niet voor altijd bang blijven zijn. Bang in mijn eigen huis. Het is míjn huis.
Terwijl het lijkt alsof mijn arm bijna ontploft door het trillen, maak ik de deur open. Scannend bekijk ik elke hoek van de gang. Ik adem als een gek in en uit. Dat hoor je waarschijnlijk zelfs als je beneden in de woonkamer staat. Nog even en ik krijg geen adem meer. Mijn hart gaat tekeer alsof ik bijna aan de beurt ben voor een optreden voor duizend man.
'Bri?'
Ik schrik door Drews stem die mezelf uit mijn gedachten haalt.
'Ja?'
'Ik ben er bijna, moet nog drie straten voorbij.'
Ik laat zachtjes een zucht uit mijn mond vrij komen van opluchting. 'Wees alsjeblieft snel bij me, Drew.'
'Komt goed,' zegt hij meteen. 'Ik ben bijna bij je.' Ik hoor dat hij ongeveer in de tachtig rijdt. Dat geeft me wel een goed gevoel.
Ik haal met een vermoeiende blik een hand door mijn haren en veeg een paar druppels zweet van mijn voorhoofd weg. Ik loop rustig de trap af en blijf onderaan toch nog even staan. Dan voel ik een zwakke wind tegen mijn lijf aan komen. Meteen krijg ik weer kippenvel. Je zou moeten denken dat zo'n wind misschien van een deur komt die bijvoorbeeld niet goed dicht kan zijn gedaan. Maar nee, ik voel dat het uit de woonkamer vandaan komt.
Ik slik en mijn blik valt op de open deur aan het einde van het gangpad.
'Ik ben al in je straat, Bri.' hoor ik Drew ondertussen aan de lijn zeggen.
Ik loop met korte stappen richting de open deur. Voordat ik de woonkamer binnen loop, bekijk ik elke hoek van deze ruimte. Ik voel nog steeds die zwakke wind op me af komen. Het is alsof het iets in mijn oor probeert te fluisteren. Ik krijg er spontaan kriebels van.
Ik sta inmiddels in het midden van de woonkamer en blijf om me heen kijken.
'Bri, ben je er nog?'
Drews stem komt even niet in me op en ik blijf zenuwachtig met mijn ogen alle kanten op gaan.
'Bri?!'
'Uh, ja!' zeg ik dan alsof ik wakker schrik. 'Ik..'
Dan word ik opeens onderbroken door mijn mobiel die ik vast heb. Hij gaat af terwijl ik Drew nog aan de lijn heb. Verbaasd kijk ik naar mijn scherm. Onbekend nummer..?
'Wat is er?' vraagt Drew bezorgd.
'Uh,' stamel ik. 'Iemand belt me onbekend..'
'Niet opnemen,' zegt hij al gauw beslist. 'Blijf aan de lijn, ik ben er bijna.'
Ik blijf naar het scherm van mijn telefoon kijken. Hij gaat nog steeds af. Het is alsof diegene mij iets belangrijks moet zeggen. Ik voel het.
Mijn nieuwsgierigheid verslaat mijn angst.
Drew is er toch bijna.
Ik moet opnemen.
Ik moet.
'Drew, ik zet je even in de wacht.' zeg ik zonder daarbij na te denken.
'Nee, Bri, nee!' zegt hij bijna-schreeuwend.
Ik zet hem in de wacht en neem het onbekende nummer op.
'Hallo?'
Geen antwoord.
'Eh.. Hallo?'
Weer geen antwoord.
'Wie is dit..?'
Het blijft doodstil aan de lijn.
Ik haal mijn mobiel van mijn oor vandaan en kijk naar het scherm. Geïrriteerd druk ik op de rode toets om op te hangen. Ik frons mijn wenkbrauw. Nog een keer druk ik op de toets. Het lukt niet.
Dan besef ik dat mijn mobiel vast is gelopen wanneer ik alle andere toetsen heb geprobeerd.
'Kut!' vloek ik hardop. Ik slik. Misschien had ik inderdaad niet moeten opnemen. Nu heb ik ontzettend veel spijt.
Ondertussen loopt de tijd hoelang ik met dit nummer bel dat op mijn scherm staat wel door. Wat wel heel erg vreemd is. Hoe kan alles vastlopen terwijl ik nog steeds met dit nummer bel?
Plotseling valt mams dure, glazen vaas met een hard geluid op de grond. Ik schrik me dood en daardoor val ik op de grond terwijl ik een hoge gil slaak.
Meteen kijk ik naar de gebroken glazen die verspreid op de grond liggen. Ik adem luid in en uit en mijn hartslag gaat veel te snel.
Help.
Drew, alsjeblieft schiet op.
Help me.
Dan hoor ik zacht gezang naast me.
Mijn ogen schieten wijd open.
'Don't you worry, my dear...'
Ik slik.
Het is een vrouwenstem.
'I will find you, no matter what...'
Langzaam draai ik mijn hoofd voor een kwartslag.
Mijn blik valt dan op mijn mobieltje. Ik bel nog steeds met het onbekende nummer.
Dat gezang komt daar vandaan.
'It will be okay, but don't let me down...'
Ik krijg rillingen.
Ik slik. Er komt geen woord uit me.
Met trillende lippen blijf ik naar het scherm van mijn telefoon kijken.
'I will find you, I will...'
Ik voel dat er iemand naar me kijkt. Vanuit mijn ooghoek zie ik iets, maar ik weet niet wat. Ik durf niet te kijken. Ik sluit mijn ogen.
Ik hoor hele zachte voetstappen op me af komen. Het komt naar me toe. Het komt.. Het komt steeds dichterbij..
Dan hoor ik dat de voordeur openspringt, net als mijn ogen op dat moment. Meteen zie ik Drew tevoorschijn komen.
'Bri!' schreeuwt hij bezorgd wanneer hij me op de grond ziet liggen. Nadat hij de kapotte glazen op de grond ziet liggen, rent hij op me af.
Ik glimlach zwakjes. Ik ben nog steeds in shock. Ik hoor het gezang van net nog steeds door mijn hoofd heen spoken. Er komt nog steeds geen woord uit mijn mond.
Drew pakt me vast en neemt me in zijn armen. 'Alles oké?! Wat is er gebeurd?!'
Langzaam rolt er een traan over mijn wang. Uiteindelijk begin ik zachtjes te snikken.
'Bri..' zucht Drew teleurgesteld, alsof hij er spijt van heeft dat hij er niet eerder was.
Ik sluit mijn ogen en houd Drew stevig vast.
'D-drew,' fluister ik heel zacht, met veel moeite. 'I-ik weet niet wat ik moet..'

The Strange Lady (chapter I: the beginning)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu