Hoofdstuk 9

934 40 1
                                    

**Sky**
"Sky?"

Ik durf niks te zeggen. En als ik iets wil zeggen, dan is mijn mond dicht gesnoerd.

"Heey." Zegt Kay zachtjes en hij laat me omdraaien, zodat hij mijn gezicht ziet.

"Wat is er?"

Ik blik weg en laat een paar tranen over mijn wangen rollen.

"Sky?"

Hij drukt me dichter tegen zich aan en automatisch leg ik mijn hoofd tegen zijn borstkassen aan.

"Als je er echt klaar voor bent om het te vertellen, vertelt het alsjeblieft." Ik knik zwakjes.


"Sky, wakker worden." Hoor ik een schorre jongensstem zeggen en langzaam open ik mijn oogleden.

"Goedenavond." Lacht hij en drukt een kus op mijn haar. Ik glimlach en ik sta op.

Ik voel de duizeligheid opkomen en snel sprint ik naar de wc. Ik begin over te geven en Kay pakt mijn haren vast, zodat ze niet in mijn gezicht komen.

"Gaat het wel?" Vraagt Kay als ik klaar ben met overgeven. Ik kijk hem aan en pak dan een glas, die ik vul met water.

Ik spoel mijn mond en ga dan op de bank zitten. Kay komt naast me zitten en slaat zijn armen om me heen. Ik leg mijn hoofd op zijn borstkassen en Kay tilt me op en leg me op zijn schoot. Hij drukt kusje op mijn haar en ik glimlach.

"Ik denk dat het beste is, dat ik blijf. Je ziet er niet helemaal gezond uit." Zegt Kay en ik schud mijn hoofd.

"Het gaat goed, ik zweer het." Kay schud zijn hoofd en kijkt me aan.

"Ik blijf bij je Sky, dat is het beste." Zegt hij zacht en ik knik zachtjes.

Ik kijk op de klok en zie dat het 2 uur 's nachts is. Ik slaak een zucht en sta op. Ik strek mijn armen uit en kijk naar Kay. Hij heeft zijn ogen gesloten en dat betekent dat hij vredig ligt te slapen. Ik glimlach en loop richting de achterdeur. Ik open de deur zachtjes en loop naar buiten. Ik zie de maan schijnen en de sterren gespreid er om heen. Ik glimlach en ga liggen op het gras. Ik leg mijn handen op mijn achterhoofd en geniet van het prachtige uitzicht, nu het nog kan, want misschien kan het niet meer.. Ik slik en schud de gedachte weg. De dokter zijn goed geleerde mensen, dus ik kn niet zomaar dood gaan, dat kan niet.

"Hier ben je." Hoor ik een schorre stem en ik kijk op zijn. Ik zie Kay naar me toelopen en me op tilt, zodat ik sta op het gras.

"Kon je niet slapen?" Ik schud mijn hoofd. "Nee."

Hij knikt en drukt een kus op mijn voorhoofd.

"We moeten toch slapen." Zegt Kay en ik knik.

Hij tikt me op in zijn armen en loop naar binnen. Hij doet de deur achter zich dicht en loopt de trap op.

"Waar is je kamer?" Vraagt Kay en ik was naar de linkse deur. Hij knikt en opent die deur.

"Grote kamer." Ik knik en hij legt me op bed.

Kay doet zijn shirt en broek uit en komt naast me liggen. Hij slaat zijn armen om me heen en deukt een kus op mijn nek.

"Welterusten prinses."

"Welterusten prins."

"Opstaan!"

Ik geeuw en draai me dan weer om.

"Slaapkop!" Gilt Kay en ik begint te lachen.

"Ik ben lui, dus laat me slapen." Ik hoor Kay lachen en dan begint hij me te kietelen. Ik begin te lachen en probeer hem van me af te duwen, maar hij is te sterk, helaas.

"Stop!" Gier ik uit het van het lachen.

"Eerst zeggen dat ik de knapste ben van de wereld ben."

"Je bent de lelijkste van de wereld."

Kay kijkt me nep-boos aan en drukt lachend zijn lippen op die van mij. 

"Wanneer moet je weer naar het ziekenhuis." Mompelt hij. Ik trek me terug en kijk hem aan.

"Binnenkort." Zeg ik en hij knikt.

"Maar alsjeblieft, vertelt me het van gisteren."

Ik begin bleek te worden, maar toch moet ik hem vertellen. Ik schraap mijn keel en open mijn mond.

"Ik heb Leukemie."

En meteen wordt het stil. Niemand die wat zegt... Heb ik iets fouts gezegd?

I can not leave you aloneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu