10. Life

1K 70 17
                                    

Ik pak mijn zwaard. "Ik dacht dat ze echt niet tot leven zouden komen." Zegt Aria trillend. Ik hoor een sirene afgaan in de verte. "Wat gebeurd er?!" Roept Rhea. De deur begint te kraken. "Ik wist niet dat zombies zo veel kracht hadden!" Roep ik verbaasd. "Nou ik dacht dat ze helemaal geen kracht hadden." Mompelt Aviana. "We moeten via de bovenkant eruit." Roept Ophelia. Ze ramt haar zwaard in de plafond. "Oh mijn zwaard zit vast." Zegt ze paniekerig. Ik pak het van haar over en maak een rondje in de plafond. "Uitkijken! Het gaat op je-" Voordat Rhea haar zin kan afmaken valt er iets op mijn hoofd. "Hoofd vallen..." Maakt Rhea haar zin af. "Au." Ik wrijf over mijn hoofd. "En nu snel weg hier." Lacht Elora. We klimmen door de gat naar boven. Als ik om me heen kijk zie ik allemaal zombies. "Geen wonder dat er bloed op de container zit! Niemand kon hieraan ontsnappen." Kreunt Aria. "Wij hebben vleugels en zij niet." Zegt Valentina. "Vlieg niet te hoog. Ga naar de plek waar we vandaag waren geland met de vliegtuig." Waarschuw ik. Ze knikken. We stijgen op en vliegen richting de stad. Één van de zombies probeert Mireya vast te grijpen. Ze kan hem nog net ontwijken. "Hij kan hoog springen!" Roept ze geschokt. De zombies rennen achter ons aan. "Oké! Sommige films kloppen totaal niet meer! Zombies zijn gewoon supersterk, supersnel en superslim." Gilt Aria. Vanuit het niets begint het hard te waaien. Het kleine apparaatje met een beeldscherm komt naar ons toe. De man verschijnt op de beeldscherm. "Wat gebeurt daar? De systemen zijn overbelast." Roept hij. "Dus alles wat hier gebeurt... Bestuurt u niet?!" Roep ik. Hij knikt. "De zombies hier zijn gewoon onnatuurlijk! En het begint nog hard te waaien ook." Roept Aviana. De man begint bevelen te roepen naar weet-ik-viel-wie-daar-zijn. "Er word een vliegtuig gestuurd. Blijf bij elkaar en zorg ervoor dat ze je NIET bijten!" Waarschuwt hij. "Duh!" Roept Rhea. Het apparaatje vliegt opeens weg en knalt tegen een huis aan. "Rest in peace." Mompelt Zaria. De wind rukt aan mijn vleugels. Ik probeer evenwicht te vinden. "Ik kan geen evenwicht meer vinden." Roept Aviana. We vallen naar beneden. Ik beland in het water. Proestend kom ik boven water. "Pak mijn hand!" Schreeuwt Aviana. Ik pak haar hand vast. Mijn vleugels voelen zwaar aan. Zaria schiet Aviana te hulp. "Dank jullie wel." Hijg ik. "En nu snel wegwezen." Roept Zaria. De zombies komen op ons af rennen. We rennen zo hard als we kunnen achter Ophelia aan. "Hoe lang duurt het voordat de vliegtuig hier is?!" Hijgt Aviana. "Weet ik veel!" Roept Ophelia. De zombies beginnen ons in te halen. "Ugh zij hebben geen conditie nodig om hard te kunnen rennen." Roep ik. Mijn longen beginnen te branden. "Shit! Ik denk dat die zombies meededen aan een marathon!" Roept Saira. Twee zombies rennen sneller dan de rest. Ik trek mijn zwaard. "Ik hou ze tegen! Zorg ervoor dat ze jullie niet grijpen." Ik stop met rennen en ga in een aanvalshouding staan. Aviana gaat naast me staan. "Beter vechten dan rennen." Lacht ze bibberig. "Ga maar! We moeten uit deze game zien te komen! Als wij het niet redden kunnen jullie het nog oplossen!" Schreeuwt Aviana naar de andere. Ze kijken ons twijfelend aan. "Ga dan! Wij redden het wel!" Roep ik. Ze knikken en draaien zich om. "Klaar?" Vraag ik aan Aviana. Ze ademt diep in. "Zeker." De zombies halen naar ons uit. Ik ram mijn zwaard in zijn borst. Hij begint te gorgelen, maar gaat niet dood. "Juist ja! Onsterfelijk." Mompel ik. Ik hak zijn hoofd eraf. Zijn lichaam begint te wankelen. Ik trap zijn lichaam in het water. Zijn hoofd begint te schreeuwen. Ik schop zijn hoofd zo ver als ik kan het water in. De grotere groep met zombies bereiken ons. Aviana begint het moeilijk te krijgen. Ik spring op de zombie voor haar. We vallen samen op de grond. Ik steek mijn zwaard in zijn keel. Achter me hoor ik een vliegtuig aankomen. "Ze zijn er!" Roept Aviana. Zaria zwaait naar ons en gooit een ladder naar beneden. "Ga jij maar eerst." Roep ik. Aviana knikt en klimt omhoog. Ik hak de hoofd van een zombie eraf. De zombies beginnen de ladder te beklimmen. Ik trek er een paar naar beneden. Mijn vleugels beginnen op te drogen. Ik spreid mijn vleugels. "Hé Aviana! Als ik hier sterf maakt het niks uit!" Roep ik. Aviana kijkt verschrikt naar beneden. "Nee! Seraphina!" Gilt ze. Ik probeer op te stijgen. Met mijn zwaard haal ik de laatste zombies neer. Mijn vleugels beginnen zwakker te worden. Voordat ik naar beneden val snij ik de ladder door. Ik kom hard op de grond terecht. "Seraphina!" Gilt Aria. Een zombie met een scherpe metalen voorwerp komt op me af. Ik sta snel op en hou mijn zwaard voor me. "Kom dan." Fluister ik. Hij rent op me af. Ik ontwijk hem met gemak. Meer zombies komen op me af. "Aviana!" Hoor ik Valentina schreeuwen. Ik kijk naar boven. Een zombie heeft een mes in haar been gegooid. Zaria grijpt Aviana vast en trekt haar naar boven. Een zombie ramt zijn wapen in mijn zij. "Nee!" Gilt Aria. Ik zak op mijn knieën. De zombie haalt zijn wapen eruit en ramt het weer in mijn lichaam. Ik voel bloed uit mijn mond stromen. Met al mijn kracht hak ik zijn hoofd eraf. Ik hoor een paar knallen. De zombies beginnen weg te rennen. Ik trek de wapen uit mijn lichaam. "Seraphina! Hou vol! Je mag niet gaan slapen!" Schreeuwt Blaise. "Jij bent laat." Glimlach ik. "Ze wouden niet dat ik naar beneden ging." Zegt hij woedend. Ik knik. Mijn oogleden beginnen zwaarder te worden. "Niet slapen!" Roept Blaise. Ik schud mijn hoofd. "Ik ga je proberen te healen." Hij buigt zich naar me toe. Zijn lippen komen op de mijne. Ik proef mijn eigen bloed. Mijn wond begint te healen. Blaise trekt zich terug. "Je wond is erger dan ik dacht. Blijf wakker! Ik breng je naar de eerste hulp." Hij spreidt zijn vleugels en vliegt naar boven. De meisjes kijken me opgelucht aan. "We moeten haar naar de eerste hulp brengen." Roept Blaise naar de piloot. Blaise gaat op een stoel zitten. "Blijf wakker hoor je me?" Fluistert hij. Ik knik. Aviana pakt mijn hand vast. "Je bent soms zo koppig." Lacht ze trillend. Ik grinnik. Mijn oogleden beginnen zwaarder te worden. "Wakker blijven!" Roept Blaise. Ik open geërgerd weer mijn ogen. "Kost zoveel kracht." Fluister ik. Blaise buigt zich naar me toe en drukt zijn lippen weer op de mijne. "Wakker blijven, als je gaat slapen is je overlevingskans kleiner." Fluistert hij tegen mijn lippen. De andere meiden kijken ons lachend aan. "We zijn er." Klinkt er. Blaise tilt me op en loopt naar buiten. Buiten zie ik links en rechts een rij met mannen in witte uniform. Voor ons is een pad gemaakt met zwevende lichtballetjes. "Zo mooi." Lach ik. Blaise grinnikt. De lichtjes beginnen feller te worden. Mijn ogen vallen dicht. Ik hoor Blaise nog roepen dat ik mijn ogen moet openhouden, maar ik het lukt me niet meer. "Sorry." Fluister ik voordat alles zwart word.

Last GameWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu