Last Game

34. Kidnapped

"Ze is zo schattig als ze slaapt." Fluistert iemand. "Blaise, maak haar niet wakker!" Roept iemand zachtjes. "Alleen ik mag zien hoe ze slaapt!" Lacht Blaise. Ik open mijn ogen en zie de andere naar me staren. "Wat is er?" Vraag ik met een ochtendstem. "Niks." Iedereen kijkt snel de andere kant op. Ophelia pakt haar mobiel tevoorschijn. "Aviana meekomen." Beveelt ze. Ze loopt de woonkamer uit. Aviana loopt snel achter haar aan. De jongens kijken ons verward aan. "Wat is er aan de hand?" Vraagt Jaydan. Ik haal mijn schouders op. Aviana rent terug naar ons en gebaart ons haar te volgen. "Alleen de meisjes!" Gilt ze. Ik maak me los uit Blaise's armen en ren achter haar aan. Ophelia geeft me haar mobiel. Ik lees het krantenartikel.

Gisteravond heft de politie een paar racejongens gearresteerd. Volgens de racejongens hebben elf meisjes hen omsingeld. Daarna waren er vijf jongens die hen onder schot hielden. Of ze een bedreiging voor ons zijn weten we nog niet, maar ze hebben ervoor gezorgd dat er een paar racejongens zijn gearresteerd. Hieronder is een video opgenomen door de een beveiligingscamera.

"Gelukkig je zie onze gezichten en kentekens van onze auto's niet goed!" Zegt Ophelia opgelucht. "We moeten onze gezichten volgende keer bedekken en een andere auto nemen." Zeg ik. "Misschien een andere voertuig zelfs!" Roept Zaria. De andere knikken. "Die jongens zijn van de TCH. Waar staat dat voor?" Vraagt Aviana. Ik haal mijn schouders op. "Ze zijn met meer dan vijf." Ophelia staart naar haar mobiel. "Ik zorg wel voor de kleding! Jullie gaan proberen erachter te komen waar TCH voor staat." Glimlacht Mireya. We knikken instemmend. Rayne loopt naar ons toe. "Hé! Gaan jullie mee ontbijten in de stad?" Vraagt hij. "Geen school?" Vraag ik. Rayne schudt lachend zijn hoofd. "Het is zaterdag." Grijnst hij. "Oh." Ik loop naar de voordeur en trek mijn schoenen aan. "Seraphina! Omkleden!" Roept Blaise. Ik draag nog steeds en marineblauwe tanktop en zwarte korte broek. "Grapje." Ik ren naar boven en pak een neon jurkje. (Zie afbeelding hierboven) Ik trek het jurkje snel aan en pak een paar bijpassende hakken. "Seraphina, je bent echt langzaam!" Hoor ik Aviana roepen. "Sorry!" Ik ren naar mijn tas en pak een kam eruit. Snel borstel ik mijn haren. "Wij wachten beneden!" Roept Ophelia. "Oké!" Ik pak een zwarte tas en gooi mijn mobiel, portemonnee en autosleutel erin. Zo snel als ik kan ren ik de trap af. Hakken zijn niet altijd handig! Als ik beneden ben kijk ik naar de anderen. Ze staren me met open mond aan. Aviana steekt haar duim op. Ik loop snel naar haar toe. Blaise kijkt al de hele tijd naar mijn lichaam. "Vind je het lekker?" Grapt Aria. De jongens beginnen te lachen. "Ja." Knipoogt Blaise. Ik rol met mijn ogen en open de voordeur. Mijn Ferrari ziet eruit alsof het drie keer een salto heeft gemaakt. "Wow." Roept Rayne. "Mooi! Nu kan ze met mij meerijden!" Lacht Blaise. "Dacht het effe niet meneertje!" Roept Zaria. Ze pakt mijn hand vast en trekt me naar haar Ferrari. "Sorry gast." Lachen de jongens. Ik stap in Zaria's Ferrari. "Volg Rayne's Ferrari." Beveelt ze het systeem. "Je gaat straks heel veel aandacht krijgen." Lacht Zaria. "Is dat goed of slecht?" Vraag ik. "Goed voor jou, slecht voor Blaise." Antwoordt ze met een knipoog. We rijden de stad in. Ik hoor mijn mobiel afgaan. Zaria opent mijn tas en pakt mijn mobiel. "Hey, meiden! Zullen we wat eten gaan kopen en op het strand picknicken?" Vraagt Ophelia. "Ja!" Roepen we tegelijk. "Oké!" Ophelia hangt op. "Oh mijn god, we gaan picknicken in Parijs." Grijnst Zaria. "We moeten nog strandspullen kopen!" Roep ik. Zaria knikt. "Dit gaat leuk worden!" Gilt ze. We stoppen voor een enorme supermarkt. We stappen snel uit. "Zo groot!" Roept Aviana. We lopen de supermarkt in en pakken vier karretjes. "Pak alles wat je wilt eten." Roept Jaydan. We lopen richting de koekjes afdeling. Ik pak een paar stroopwafels, boterkoekjes en een paar lange vingers. "Jij eet veel." Lacht Ralph. "Echt niet!" Ik gooi het nonchalant in de winkelwagen. Ralph lacht me uit en loopt naar Aria. Ik loop naar de drinken afdeling. Mijn favoriete drankje, vruchtenvlees sap, ligt helemaal bovenin. Met mijn 1,68m ofzo kom ik er net niet bij. Iemand tilt me op. Ik pak mijn drinken en kijk achter me. Blaise staart me ondeugend aan. "Wat is er?" Vraag ik. "Niks. Je kon er niet bij, dus ik hielp je." Antwoordt Blaise lachend. "Zet me maar neer." Roep ik. Ik trappel wilt met mijn benen. Blaise zet me gelijk neer. "Wat heb je nog meer nodig?" Vraagt hij. "Ik heb alles al denk ik." Mompel ik. "Koekjes en een vruchtenvlees sap?" Lacht hij. Ik knik. "Meekomen." Hij sleep me achter zich aan. Mensen staren ons na. Een oude paar glimlacht naar ons. "Zien ze er niet schattig uit samen?" Lacht de vrouw. De man knikt. "Waarschijnlijk zijn ze een stelletje." Grijnst de man. Ik kijk naar Blaise's hand om mijn pols. Opeens stopt Blaise met lopen en knal ik tegen zijn rug. "Sorry." Mompel ik. Hij duwt iets in mijn handen. Dropveters?! "Waarom moet ik dit eten?!" Roep ik. "Leg ik je later wel uit." Hij pakt nog meer dropveter zakjes. We lopen terug naar de winkelwagens. Ophelia kijkt ons verbaasd aan. Ik wijs naar Blaise. "Ik weet een leuke game." Grijnst Blaise. Ophelia rolt met haar ogen. De andere lopen naar ons toe. "Mensen, pak voedsel die we kunnen gebruiken voor een game." Roept Blaise. "Welke game?" Vraagt Aria. "Alle games die je kan verzinnen met snoep." Antwoordt Blaise. Aria en Ralph rennen gelijk weg. "Zij hebben al een game in hun hoofd." Lacht Leona. "Alleen nog een kleedje, parasol en een volleybal!" Grijns ik. "Oh ga jij en Blaise dat even halen!" Roept Ophelia. "Oké!" Ik trek Blaise mee. "Er is een winkel hier verderop die strandspullen verkoopt." Zegt Blaise. We lopen de supermarkt uit en lopen de hoek om. Blaise wijst naar een kleine winkel met schattige kleedjes. "Woah!" Ik pak een diepblauwe deken. Blaise loopt naar me toe met een enorme parasol. "Wacht jij maar hier." Hij loopt de winkel in. Ik bekijk de andere kleedjes. "Psst." Hoor ik iemand roepen. Ik kijk om me heen en zie een jongen met zonnebril en capuchon. Revit? Ik loop snel naar hem toe. Als ik de hoek om ren, duwt er iemand een doekje tegen mijn neus. Ik probeer hem weg te duwen, maar langzaam wordt alles zwart.

Ik voel een harde klap op mijn gezicht. "Wakker worden!" Schreeuwt iemand in mijn oor. Ik open mijn ogen en zie een jongen met bruin haar voor me staan. Hij draagt een zwarte t-shirt en sportbroek. "Eindelijk." Zucht hij geërgerd. Ik probeer iets te zeggen, maar het lijkt wel alsof er iets in mijn keel zit. "Het kan zijn dat je even niet meer kan praten, dus luister maar goed naar me. De TCH hebben mijn jongens laten oppakken en jij bent mijn lokaas. Die jongens houden wel van een chick als jou. Als ze hier komen wil ik dat jij één van hen neerschiet." De jongen geeft me een handpistool.