40. Horror masks

744 49 3
                                    

Ik hoor iets achter me kraken. "Wie is daar?" Roep ik. Ik stap uit mijn bed en kijk naar de raam. Niemand te zien. Opgelucht draai ik me weer om. Een man met een horror masker staat op mijn bed. Voordat ik kan gillen, legt hij een hand op mijn mond. Hij trekt me op het bed. Ik probeer me los te maken. Hij haalt een paar handboeien eruit en klikt mijn polsen vast, daarna pakt hij tape en plakt het stevig op mijn mond. Ik trap zo hard als ik kan in zijn buik. Hij geeft me een harde klap in mijn gezicht. Tranen springen in mijn ogen. Hij gooit me over zijn schouder en loopt naar de raam. Ik zie de andere meiden buiten liggen. Wat?! De man springt naar beneden. Tweede verdieping hoor! Hij landt netjes op de grond. Om ons heen staan nog meer mannen met horror maskers. Hij legt me neer en pakt zijn mobiel. Ik ben blij dat ik een enorme t-shirt van Blaise en een korte pyjama broekje aanheb. "We hebben ze." Zegt de man. We worden opgetild. Een zwarte auto komt naar ons toe rijden. De deur gaat open. Ik word in de auto gegooid. Ja, gegooid! De andere meiden worden ook de auto in gegooid. De deur gaat dicht. Het is pikdonker in de auto. De auto begint te rijden. Na een tijdje tik ik degene naast me aan. "Mmh?" Hoor ik. Ik schrijf op haar arm. Tape eraf met mijn hand. Ik voel haar tape bij mijn hand. Heel voorzichtig ruk ik het eraf. "Breng je mond naar iemands hand, dan rukt iemand je tape van je mond." Fluistert Zaria. Zaria rukt mijn tape van mijn mond. "Dank je." Fluister ik. "Weet iemand hoe je handboeien kan losmaken?" Vraagt Aviana. "Met een sleutel." Antwoordt Ophelia droogjes. "Waarom zouden ze ons willen ontvoeren?" Hoor ik Aria fluisteren. "Geld? Wraak?" Mompelt Valentina. "Hé! Laten we die deur openmaken!" Fluistert Saira. "Onze handen zijn geboeid." Fluister ik. "Probeer op te staan." Fluistert Rhea. Ik sta op en loop naar de deur, Per ongeluk stap ik op iemands... been? "Seraphina! Uitkijken!" Hoor ik Aviana fluisteren. "Sorry!" Fluister ik terug. Ik ga met mijn rug tegen de deur staan en tast naar de deurklink. "Hebbes!" Fluister ik. Ik probeer de deur te openen. "Het gaat niet open!" Zeg ik zachtjes. "Wacht laat mij maar." Ophelia duwt me opzij. Ik hoorde deur opengaan. "Je moest het schuiven." Lacht Ophelia. Ik kijk naar buiten. "Waar zijn we?!" Fluister ik. De maan schijnt hoog aan de hemel. Ik zie een paar enorme bergen. "Laten we eruit springen." Fluistert Ophelia. "En dood gaan?" Fluistert Valentina. "Misschien gaan we ook dood als we met hen meegaan." Fluister ik. We staan op en lopen naar de deur. "Oké, iedereen eruit springen hè? Maak geen geluid!" Waarschuwt Ophelia. Ik knik. "Bij die bocht springen we eruit. Dan zien ze ons niet." Fluistert Ophelia. De auto maakt een bocht. "Nu!" Fluistert ze. We springen uit de auto. Ik beland hard op de grond en rol een paar meter verder. "Oké! Ik ga dat dus nooit meer doen!" Roept Leona. Ik sta wankelend op. "Het is nog pikkedonker!" Zucht Aviana. Door de maanlicht kan ik nog net onze omgeving zien. "Euhm... Waar zijn we?!" Roep ik. "In Parijs zijn er toch geen bergen?" Zegt Aria. "We zijn dus ergens in Frankrijk... Welke plek met veel bergen ligt het dichtst bij Parijs?" Vraagt Rhea. Ik haal mijn schouders op. "Waarom overkomt ons dit." Zucht Zaria. "Laten we gewoon teruglopen. Misschien vinden we wel een huisje ofzo." Stel ik voor. "Met blote voeten teruglopen..." Lacht Aviana. We lopen zuchtend de weg terug. "Stomme steentjes." Mompelt Aria. "Hé! Kijk! Een auto!" Roept Saira. Ik zie twee lichtjes dichterbij komen. "De bosjes in. Nu!" Gilt Aviana. We rennen de weg af en rennen de bosjes in. "Waarom verstoppen er ons?" Vraag ik. "Kijk maar." Fluistert Aviana. Een zwarte auto racet langs ons met een hoge snelheid. "Hé, dat is de auto waar wij in zaten!" Roept Mireya. Ik knik. We lopen de weg weer op. "We moeten snel een huisje vinden." Zeg ik. De andere knikken. We beginnen weer te lopen. "Wacht!" Roept Aria. Ze rent naar een bosje en wijst met haar rechtervoet naar iets op de grond. Ik loop snel naar haar toe. Er ligt een kleine dunne ijzeren draadje op de grond. "Wat wil je daarmee doen?" Vraag ik. "In films maken ze toch handboeien los met speltjes enzo? Misschien werkt dit ook!" Legt Aria uit. Ze bukt zich en pakt het ijzeren draadje op. "Seraphina, kom hier." Zegt Aria. We gaan met onze ruggen naar elkaar staan. "Waarom moesten ze onze handen op onze rug vastboeien?" Mompel ik. Aria pakt mijn linkerhand vast. Er steekt iets scherps in mijn hand. "Sorry." Grinnikt Aria. "Geef niks, ik doe het straks wel terug." Lach ik. Ik hoor een klik. "Ja!" Gilt Aria. Mijn linker handboei gaat los. "Hier." Aria geeft me het ijzeren draadje. Ik steek het in de sleutelgat van mijn rechter handboei. Klik. "Ik wist niet dat het zo gemakkelijk was." Zeg ik verbaasd. Ik gooi mijn handboeien weg en draai me om naar Aria. Snel maak ik haar handboeien los. "Ik doe het wel." Zegt Aria. Ik geef haar het ijzeren draad. "Gooi de handboeien in de bosjes." Ik wijs naar een paar bosjes. Klap-klap-klap. "Horen jullie dat ook?" Vraagt Zaria. Ik draai me om. "Daar!" Valentina wijst naar de maan. Ik zie twee knipperende rode lichtjes. "Sturen ze nu zelfs een helikopter op ons af?!" Roep ik. "Klaar!" Aria gooit de ijzeren draad weg. "Ren de bosjes in." Roept Ophelia. We rennen snel de bosjes in. De helikopter komt dichterbij. "Wacht, het zijn niet de horror maskers mannen." Zegt Leona zacht. "Hoe weet jij dat nou?" Vraagt Aviana. "Die waren met een auto en reden de tegenovergestelde richting in." Antwoordt Leona. De helikopter stopt boven ons. Onze haren vliegen alle kanten op. "Hoe weten ze dat we hier zijn?" Fluistert Saira. "Shit! Tegenwoordig hebben ze van die warmtegolven apparaten! Ze zien je gewoon!" Roept Aviana. "Kom! We gaan het bos in!" Roept Rhea. We staan snel op en rennen het bos in. Ik hoor een paar honden blaffen. "Wat hebben wij misdaan?!" Roep ik. "Iets ergs zo te zien! Want die mannen hebben rifles!" Antwoordt Aviana hijgend.

Last GameWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu