8. Melanie
Ik ijsbeerde voor de kamerdeur. Noah was al zeker een kwartier in de kamer. Met mijn ouders. Tot mijn ongenoegen hadden ze onze afwezigheid opgemerkt. Ze stonden ons op te wachten zodra we de roedel inreden.
Het feit dat ze zo kalm waren, maakte me nog het meest bang. Ze riepen niet tegen me. Ze vroegen niet meteen om een verklaring. Het enige dat ze deden was ons mee naar binnen nemen. Noah moest meteen met hen mee. Waarschijnlijk waren ze wel nieuwsgierig. Wouden ze weten waar we geweest waren. Ofwel wouden ze Noah eerst onder handen nemen.
Hoe langer ik moest wachten, hoe nerveuzer ik werd. Mijn vingers raakten mijn tattoo verschillende keren aan.
Net toen ik op het punt stond om op de deur te kloppen, ging ze open. Mijn moeder stond in de deuropening. "Kom binnen, lieverd." Ze glimlachte naar me, alsof ze me net niet meer dan een kwartier had laten wachten. Alsof dat helemaal normaal was.
Langzaam stapte ik naar binnen. Mijn ogen vielen meteen op Noah, die helemaal achteraan de kamer op een stoel zat. Als een soort toeschouwer. Mijn vader daarentegen zat in zijn bureaustoel. Wachtend tot ik voor hem zat. Zijn blik was niet te lezen. Zoals zovaak als hij zich als een echte Alfa gedroeg.
Ik ging langzaam voor hem zitten. Mijn moeder nam plaats op de stoel naast me. "Noah heeft ons al verteld waar jullie geweest zijn. Alleen houdt hij het antwoord op de waarom-vraag voor zich." Mijn vader leunde naar voor. "Dus, vraag ik het nog eens aan jou. Waarom zijn jullie naar de stad gegaan? Bij wie ben je geweest?"
Mijn vingers zochten weer naar de veiligheid van mijn tattoo, zoals ik zo vaak deed. Alleen hielp het niet op dit moment. Ik slikte kort en probeerde iets te bedenken. Alles in de hoop niet de waarheid te moeten vertellen. Mijn vader zou absoluut niet blij zijn. Mijn moeder daarentegen had waarschijnlijk wel al een vermoeden.
"Wat het ook is, we beloven niet boos te zijn." Mijn vader liep rond zijn bureau naar me toe en bukte zich zodat we op dezelfde hoogte waren. Hij glimlachte geruststellend naar me. "Ik wil alleen weten wat er gebeurd is. Waarom je ons niet kon vertrouwen."
Mijn vingers friemelden aan mijn mouw. Mijn ogen keken van mijn vader, naar mijn moeder en terug. In de hoop zo bedenktijd te krijgen. Het moment even uit te stellen. Uiteindelijk kon ik niks anders doen dan de waarheid te vertellen.
"Ik heb mijn mate ontmoet." Mijn ogen hield ik op de grond gericht. Mijn vader kon zijn enthousiasme niet bedwingen. "Had dat dan gezegd, lieverd." Hij omarmde me al snel. "Een mens is niet ideaal om als mate te hebben, maar zolang jij gelukkig bent maakt dat allemaal niet uit."
Mijn moeder schraapte haar keel. Daardoor kreeg ze meteen mijn vaders aandacht. Hij liet me langzaam los, voor hij mijn kin pakte en me zo naar hem liet kijken. "Of weet ik nog niet alles?"
Opnieuw slikte ik. Zijn enthousiasme van daarnet zou snel weg zijn als hij de waarheid wist. En mijn moeder vond het duidelijk tijd om het hel te vertellen. Ik kon het natuurlijk niet eeuwig voor hem verzwijgen.
"Hij is ..." Ik keek kort naar mijn moeder. Haar hand belandde op mijn arm. Ze kneep er kort in, om me zo aan te moedigen.
Zo erg kon mijn vaders reactie niet zijn, toch?! Hij zou me altijd graag blijven zien. Altijd blijven steunen. Hij zou toch beseffen dat de maangodin voor mij gekozen had en dat ik zelf geen enkele inspraak gehad had.
"Hij is een jager." mompelde ik. Mijn vader had het toch gehoord. Hij sprong recht en zette een paar stappen achteruit. "Zeg me alsjeblieft dat ik het verkeerd gehoord heb!"
Ik schudde mijn hoofd, terwijl ik mijn armen om me heen sloeg. Zijn aandacht vestigde zich al snel op mijn moeder. "Wist jij hiervan?!" Mijn moeder stond recht en ging naar hem toe. "Ik heb zelf gezien hoe die jongen haar leven gespaard heeft. Hij mag dan wel de vijand zijn, hij is nog steeds haar mate."
"Ik... Ik ben naar hem toe gegaan om hem af te wijzen, papa. Zo wou ik ervoor zorgen dat ik niet nog eens jagers naar de roedel zou brengen." Verdedigde ik me. Mijn ouders keken in mijn richting. "Alleen is het niet gelukt. Hij ging weg voor ik het kon doen."
Mijn vader bleek te kalmeren door mijn woorden. Of het kwam door mijn moeders aanwezigheid. Net toen mijn vader nog iets wou zeggen, werd er op de deur geklopt. Eén van de grenswachters kwam binnen. De man had meteen mijn vaders en Noah's aandacht. "Er is een verdacht persoon gezien aan de grens, Alfa."
A/N: Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!
Vote/Comment/Follow
JE LEEST
Myth Hunter
WerewolfElke weerwolf wachtte op hetzelfde moment. Het moment waarop ze voor de eerste keer konden veranderen. Meteen ook het moment waarop er een tattoo op hun lichaam verscheen. Elke tattoo was anders. Toch was er altijd één die net dezelfde was. Die van...