36.

1.2K 118 12
                                    

36. Melanie 

Was dit wel een goed idee? Die gedachte speelde al uren door mijn hoofd. Samen met zeker een tiental andere roedelleden en mijn moeder stond ik op het punt om naar de jagers toe te gaan. Mijn moeder had, na wat twijfelend, toegezegd. Volgens mij deed ze het alleen maar omdat ze me terug dicht bij haar wou hebben. Het ging haar er niet om dat Casper naar de roedel kwam. Of dat ik de leiding op mij zou nemen. Het ging haar erom dat haar dochter terug bij haar was en ze er zeker van was dat ik veilig was. 

"Misschien is het beter als jullie nog even blijven wachten." Ik schraapte kort mijn keel. "Dan ga ik ze vertellen wat we van plan zijn." De nervositeit gaf me buikpijn. Het was een raadsel hoe ze zouden reageren.

Ik verliet mijn ouders en de andere en liep naar het kamp toe. Niemand keek raar op toen ik tussen de tenten liep. Heel anders met de eerste keer dat ik hier was.

"Joshua?" Ik merkte hem als eerste op. Hij zat op een stoel naast het bed van Casper. Zijn wenkbrauw ging omhoog zodra hij me zag. "Waar ben je geweest?" De toon van zijn stem zei genoeg. Hij was nieuwsgierig, maar ook wat terughoudend. Zelfs wat geïrriteerd. "Ik ... De enige manier om Casper te helpen is door mijn moeder naar hem te laten kijken. Menselijke geneeskunde gaat dit niet kunnen oplossen en ..." Joshua stond recht en beende naar me toe, voor hij mijn arm vastnam. "Is dit ons bedankje voor wat we gedaan hebben? We hebben je gered toen zij je niet meer wilden en nu ga je terug?!"

Joshua liet me meteen terug los en schudde zijn hoofd, terwijl hij een stap achteruit zette. Zijn ogen spuwden vuur. Ik zag zelfs een glim van teleurstelling. "Ik ... Dit gaat niet over mij of over jou. Dit gaat over Casper nu! Zonder mijn moeders hulp geneest hij misschien nooit meer!" Mijn vingers gingen als vanzelf naar mijn tattoo. De enige houvast die ik nu nog had. 

Joshua ijsbeerde door de tent. Hij had zijn handen in zijn broekzakken gestoken en mompelde wat tegen zichzelf, opeens diep in gedachten verzonken. Het duurde een aantal minuten tot hij eindelijk stopte met stappen. Zijn hoofd draaide mijn richting uit. "En hoelang denk je daar dan te blijven?" 

Deze keer was ik het die stil was. Het was de vraag waar ik zelf ook mee in mijn hoofd zat en eerlijk, ik wist er het antwoord niet op. 

"Ik ... Ik weet het niet." bekende ik eerlijk. Ik had mijn ouders wel beloofd dat ik een tijd zou blijven. Misschien zelfs voor altijd. Alleen was dat ook iets dat ik met Casper moest bespreken.

"Mijn vader is ziek en ... " Zijn ogen spuwden opnieuw vuur toen ze naar mij keken. "Ga je daarom terug?" Ik hoorde het hem zo denken. ' Dat is de echte reden'.

"Nee. De enige reden waarom ik te weten ben gekomen dat hij ziek was, was toen ik zelf ging vragen om Casper te helpen." Ik kruiste mijn armen. "Het spijt me als je het niet eens bent met mijn beslissing, maar op dit moment sta ik met mijn rug tegen de muur. Jullie willen niet dat ik weg ga en mijn roedel wil me waarschijnlijk niet eens terug."

Ik schudde kort mijn hoofd. "Ik weet niet eens waarom ik mijn eigen daden moet verantwoorden." Ik draaide me om en liep naar één van de kasten toe. Zonder Joshua nog een blik te gunnen pakte ik de belangrijkste spullen in.

Het was pas toen ik opmerkte dat ik Casper nooit naar mijn roedelleden kon brengen zonder hulp, draaide ik mijn hoofd toch weer zijn richting uit. "Help je hem te verplaatsen of moet ik iemand anders roepen?" bromde ik.

Het duurde even voor Joshua in beweging kwam. Ik hoorde hem nog iets mompelen, voor hij Casper losmaakte van de machines en hem over zijn schouder hof.

Op een rijtje liepen we langs de tenten heen, naar de ingang van het tentenkamp. Ik draaide me om naar Joshua en gebaarde dat hij Casper op de grond mocht leggen.

"Bedankt voor je hulp Joshua, en ik hoop dat ik binnenkort kan bewijzen dat dit de beste oplossing was."

Na die woorden maakte ik een fluitgeluid en kwamen mijn roedelleden tevoorschijn. Joshua greep instinctief naar zijn broeksriem, waar een mes aan hing.

"Ik hoop vooral Casper ooit nog terug te zien." was zijn late reactie, terwijl mijn roedelleden al wegstapte met Casper op een draagberrie naar de roedel werd gebracht.

Ik bleef als laatste over met Joshua. We keken elkaar kort aan, voor ook ik mezelf omdraaide en wegstapte.

Nooit had ik verwacht dat ik deze plek nog vaarwel zou zeggen. Het was mijn redding geweest toen mijn eigen familie me niet meer wou.

Het leven kon snel veranderen, dat had ik wel zelf mogen merken.

A/N: Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.


A/N: Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!

Vote/Comment/Follow

Myth HunterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu