14.

1.8K 138 5
                                    

14. Melanie

Mijn ogen staarden naar buiten. Mijn gedachten draaiden overuren. Die ene vraag bleef door mijn hoofd spoken; wat moest ik doen? Mijn vader hield Casper nog steeds gevangen. Wie weet wat waren ze allemaal aan het doen met hem?! Verschillende scenario's gingen door mijn hoofd. 

Het enige waar ik zeker van was, was dat de jagers ondertussen wel al zouden weten dat Casper bij ons was. En we hadden al één keer een aanval van hen meegemaakt. Een tweede aanval zou pas echt een ramp zijn. Zeker aangezien we deze keer wel iemand van hen hier gevangen hielden. Mijn vader moest toch beseffen dat hij hier een groot risico mee nam? En wat als hij Casper echt vermoord had?! De jagers zouden niet stoppen voor ze wraak genomen hadden.

Er zat dan ook maar één ding op: mijn vader op andere gedachten brengen. En liefst zo snel mogelijk. Hij moest toch inzien dat dit voor iedereen de beste oplossing was?! Iedereen had zelf kunnen zien tot wat ze in staat waren! Ze hebben zoveel roedelleden vermoord. En dat allemaal omdat ze op zoek waren naar enkele ontvoerde leden. 

Wat ik misschien nog de ergste gedachte vond, was dat wij in hun plaats net hetzelfde zouden doen. Als één iemand van ons ontvoerd zou worden, zou mijn vader ook naar hen op zoek gaan. Waarom begrepen we hun standpunt dan niet?! Was het egoïsme? Was het vooroordelen? Het was me een raadsel wat het precies was. Alleen zou ik daar toch iets aan proberen veranderen. Al was het maar om iedereen rondom mij veilig te stellen

Mijn handen wreven over mijn armen. Door de zenuwen ontstond er kippenvel op mijn armen. Mijn maag maakte wat nerveuze geluiden. De reactie van mijn vader was dan ook te verwachten. Toch hoopte ik dat hij naar me zou luisteren. 

Mijn voeten brachten me naar één van de grasvelden. Mijn vader bekeek daar elke dag de trainingen van de wachters. Een soort troepenschouwing. Hoe dichter ik bij mijn eindbestemming kwam, hoe liever ik me wou omdraaien en wou weglopen. Iedereen die ik tegen kwam keek me boos aan. Iedereen wist dan ook aan wie ik gekoppeld was. Wie mijn mate was.  En waarschijnlijk hielden ze mij verantwoordelijk voor de vorige aanval. 

Eigenlijk hadden ze daarover wel gelijk. Dat was inderdaad mijn fout. Ik had ze naar hier gelokt, alleen was dat nooit mijn bedoeling geweest. De band die ik met Casper had, had het onmogelijk gemaakt om tegen dat gevoel te vechten. Mijn wolf wou alleen maar bij hem zijn. Achja, ze zouden toch niet naar me willen luisteren als ik het zou uitleggen. 

 "Papa?" Ik riep hem vanop een afstandje. Alle hoofden draaiden meteen mijn richting uit. Opnieuw dezelfde blikken als daarnet. Als ik niet de dochter van de Alfa zou geweest zijn, zou ik volgens mij al lang uit de roedel gezet zijn. Op dat vlak had ik dus geluk gehad. Hoewel ik me nu niet echt gelukkig voelde.

Mijn vader draaide zijn hoofd terug in de richting van de andere mannen, zei nog iets kort tegen hen, en kwam daarna naar me toe. Hij forceerde een glimlach. Ofwel wou hij doen alsof er helemaal niets aan de hand was. "Wat is er, lieverd?" Zijn hand raakte kort mijn arm aan.

"Ik wil het even met je hebben over Casper." Zodra ik zijn naam zei, verdween de glimlach. Mijn vader moest duidelijk even zoeken naar zijn woorden én probeerde om niet meteen uit te vliegen tegen me. "Ik heb je al gezegd dat je hier niets over te zeggen hebt. Casper is één van de mannen die onze familie uitmoordt. Het is niet meer als logisch dat wij nu met hem hetzelfde gaan doen." 

Mijn vingers wreven over mijn tattoo. Heen en weer. Ze drukten zelfs wat op mijn huid. "Dit kan een oorlog veroorzaken." Ik werd meteen onderbroken. "De omliggende roedels weten er ook van. Ze zijn het met ons eens, dus als er inderdaad een oorlog zou komen dan hebben we genoeg bondgenoten om ons te beschermen." 

"Papa, alsjeblieft. Ik wil niet dat iemand iets overkomt. Ook Casper niet." Mijn vader zette een stap dichterbij en boog zich wat naar me toe. Alsof enkel ik de volgende woorden mocht horen. "Ik zeg het je nog één keer, Melanie. Casper wordt gestraft voor wat hij gedaan heeft. Daar kan je niets aan veranderen. Het enige waar ik nog iets aan kan doen, is jou. De rest van de roedel wil je buiten." fluisterde hij. "Ik kan je dus alleen maar vragen om mij te begrijpen én niets te proberen. Aangezien ik je niet eeuwig zal kunnen beschermen." 

" 

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.


A/N: Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!

Vote/Comment/Follow

Myth HunterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu