11. Melanie
Ik hoorde het geroep zodra ik de voordeur opende. Er stond een massa volk. Wat ik eigenlijk al kon verwachten. Er waren zoveel roedelleden die familie verloren hadden. Vrienden. Kennissen. En dat allemaal door jagers. Het feit dat er nu één gevangen was, zorgde ervoor dat ze hem allemaal wilden zien. Wilden zien wie het precies waren. En vooral, zien hoe ze een gepaste straf kregen.
Ik wurmde me door de mensenmassa. Af en toe hoorde ik wel iemand iets mompelen, als ik ze uit de weg duwde. Ik lette er niet echt op. Casper was mijn doel nu. Het duurde een tijdje voor ik eindelijk helemaal aan het begin van de menigte stond. Voor ik Casper ook echt zag.
Heel even bleef ik staan en nam de scène voor me op. Casper hing vastgebonden aan een paal. Zijn hoofd hing naar beneden, om te ontsnappen aan de vele blikken. Mijn vader stond naast hem. Hij brulde verschillende zaken, maar ik luisterde er niet naar. Het enige waar ik me op focuste was Casper.
Mijn hele lichaam was in schok. In paniek. Ik mocht en kon dit niet laten doorgaan! Mijn wolf leek verdwenen uit mijn hoofd. Alsof ze het niet wou aanzien. "Papa!" Ik kreeg geen gehoor. Zijn ogen gingen wel kort naar me toe, maar de menigte was zo luid en zo boos dat zijn aandacht al snel terug naar hen ging.
Ik beende naar hem toe, zonder nog aan de massa achter me te denken. Als zij eenmaal zouden weten dat dit mijn mate was dan ... Dan was ik mijn plaats hier waarschijnlijk kwijt. Dan was ik mijn familie en vrienden kwijt. En waarom eigenlijk? Om mijn mate te redden, zonder dat hij mij wou. De woorden van mijn moeder spookten weer door mijn gedachten. De maangodin had dit met een reden gedaan. Zij vond dit de beste optie voor mij. En als zij dat vond, dan moest ik haar vertrouwen.
"Papa!" Deze keer zei ik het wat luider. Mijn handen pakten zijn arm vast. "Stop er alsjeblieft mee!" Ik keek hem smekend aan, terwijl er bij hem net verwarren was te lezen in zijn ogen. "Lieverd.Dit is eindelijk onze kans om te tonen dat er niet met ons te sollen valt. En daarbij, ik ga hem niet zomaar ongestraft laten weglopen na wat hij jou heeft aangedaan."
Mijn handen hadden zijn arm losgelaten, terwijl hij zijn arm om me heen sloeg. Hij trok me wat dichter tegen zich aan. "Het is zijn eigen schuld. Jij moet er niets mee inzitten." Hij drukte een kus op mijn haar. "Ga maar terug naar je moeder. Rust nog wat." Hij liet me terug los en draaide zijn rug al terug naar me toe.
Ik wou hem opnieuw tegenhouden, maar hij sprak terug tegen de menigte. Mijn aandacht werd getrokken naar de mannen die rondom ons stonden. Mijn oren registreerden opnieuw niet wat er gezegd werd. Alles trok mijn aandacht, behalve dat. Opeens werd Casper ruw vastgepakt door twee mannen. Ze hield elk een arm vast. Ik hoorde hem meteen vloeken van de pijn.
Casper zag er ook al best bont en blauw uit. Ze hadden hem duidelijk al hard aangepakt, voor wat er gebeurd was. En dan nog omdat hij me gered had. Opnieuw.
Er klonk een soort fluitsignaal. Mijn ogen gingen naar de massa, op zoek naar de maker van het geluid. Een seconde later hoorde ik een schreeuw naast me. Een pijl doorboorde Casper's been, net boven zijn knie. "Alles wat jullie ons hebben aangedaan, ga jij nu ondergaan! Zo zal je beseffen wat voor een pijn onze roedelleden voelden, net voor ze dood gingen." Mijn vader leek opeens een heel ander persoon. Hij had zelfs een brede glimlach om zijn lippen.
Voor ik het goed en wel besefte, rende ik naar Casper toe en ging voor hem staan. Net tussen hem en een andere man in. Opeens was het muisstil. "Blijf uit zijn buurt. Alsjeblieft." piepte ik. Nu ik hier daadwerkelijk stond had ik toch minder vertrouwen in mezelf. Vooral omdat zoveel blikken op me gericht waren. Zoveel roedelleden die me vragend en zelfs boos aankeken.
"Je hebt het echt wel moeilijk gemaakt voor jezelf." mompelde Casper achter me. Ik voelde zijn aanwezigheid achter me. Alles in me wou zich omdraaiden en hem vastpakken. Hem zeggen dat alles goed zou komen. Mijn instinct om mijn mate te beschermen was er zeker. En het werd alleen nog maar erger met de minuut.
"Schat, wat ben je van plan?" Mijn hoofd draaide zich in mijn vaders richting. Hij bekeek me met open mond. "Dood hem niet, papa." smeekte ik. Mijn vader zette een aantal stappen dichter. "Waarom niet? Ik begrijp je echt niet, lieverd."
Ik deed dan ook het enige dat ik op dit moment kon doen. Ik pakte de mouw van mijn shirt vast en trok die naar omhoog. Zo liet ik iedereen mijn tattoo zien. Waarvan dezelfde perfect zichtbaar was op Casper's onderarm.
A/N: Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!
Vote/Comment/Follow
JE LEEST
Myth Hunter
WerewolfElke weerwolf wachtte op hetzelfde moment. Het moment waarop ze voor de eerste keer konden veranderen. Meteen ook het moment waarop er een tattoo op hun lichaam verscheen. Elke tattoo was anders. Toch was er altijd één die net dezelfde was. Die van...