16.

1.7K 153 10
                                    

16. Casper 

Mijn benen tintelden van de slaap. De rest van mijn lichaam daarentegen was klaarwakker. Mijn ogen waren op Melanie gericht. We liepen naast elkaar naar de grens van haar roedel. Er herhaalden zich ook maar één woord in mijn hoofd: waarom?! Waarom deed ze dit? Ging ze echt haar leven voor me op het spel zetten?! Hoe lang zou het zelfs duren voor ze wisten dat ik verdwenen was? Het was dan wel nacht, ze zouden het rap genoeg merken.

"Je hebt hoogstens nog een paar minuten voor ze iets merken." Melanie bleef abrupt staan. Ze sloeg onmiddellijk haar armen om zich heen en keek overal behalve naar mij. "Bedankt Melanie." was het enige dat ik op dit moment echt kon zeggen. Eigenlijk gebruikte ik haar nu. Ik  gebruikte haar zwakke plek om hier buiten te geraken. En in ruil liet ik haar achter. Ik voelde me ongelofelijk schuldig, alleen was er niets dat ik kon doen. 

Ik hoorde in de verte al geluiden. Geroep. Ze hadden duidelijk gemerkt dat ik er niet meer was. " Ik hoop echt dat ze je niet te zwaar straffen." zei ik gemeend. Ze gaf me alleen maar een geforceerde glimlach. 

Ik zette langzaam een stap dichterbij en deed het enige waarmee ik haar echt kon bedanken. Het enige dat zij waarschijnlijk echt wou. Ik drukte mijn lippen kort op die van haar, voor ik opnieuw wat afstand van haar nam. Ze keek me verbaasd aan. Zo voelde ik mij eigenlijk ook. 

Mijn hoofd draaide in de richting van het lawaai, voor ik het op een lopen zette. Pas na een aantal meter durfde ik terug achter me te kijken en zag nog net hoe Melanie werd vastgegrepen. Haar lot was nu onzeker, terwijl ik terug een kans had. En daar zou ik de rest van mijn leven mee moeten leren leven.

Melanie 

Ik hield mijn hoofd naar beneden. Iedereen was ondertussen door elkaar aan het praten. Ik probeerde er niet naar te luisteren. Ik wou niet weten wat er over me gezegd werd. Natuurlijk begreep ik hun woede. Dat ze niet begrepen wat ik gedaan had. Niemand zou het ooit begrijpen. Alleen was het alles wel waard geweest.

Opeens was er een stilte. Mijn vaders stem was hetgeen iedereen stil maakte. Ik slikte voorzichtig, zonder mijn hoofd omhoog te heffen. Ik wou zijn blik niet zien. Ik wou de woede niet zien. Daar leek hij anders over te denken. Hij pakte mijn arm stevig vast en trok me naar zich toe. "Zeg me alsjeblieft dat iedereen zich vergist." fluisterde hij, zodat enkel ik het kon horen. Toen ik niet antwoordde, liet hij me terug los en zette een stap naar achter. 

"Net als ik denk dat ik het ergste gezien heb ... " Ik kon me zo voorstellen hoe hij zijn hoofd aan het schudden was. "Je hebt me opnieuw teleurgesteld, Melanie." Ik voelde de teleurstelling echt hangen in de kamer. Iedereen voelde dan ook hetzelfde. Iedereen dacht hetzelfde: verrader! 

Diep vanbinnen moest ik ze gelijk geven. Ik had ze verradden. Alleen had ik dat wel met een reden gedaan. Iets dat iedereen in deze ruimte ook zou gedaan hebben. 

"Het spijt me." piepte ik bijna onhoorbaar. Mijn vader snoof kort. Hij was duidelijk niet tevreden met mijn antwoord. "Spijt komt altijd te laat, Melanie." Hij zette een stap naar achter. "Ik kan niet anders dan de regels toepassen, schat." Langzaam keek ik naar omhoog, terwijl hij net opzij keek. Een paar seconden later werd ik terug vastgepakt. Ze trokken me hardhandig achter zich aan.

Ik wist goed genoeg dat mijn vader geen andere keuze had nu. Hij had me al één keer beschermd. Een tweede keer kon hij niet. Dat was ook hetgeen ik in het begin bang voor was. Hetgeen ik rekening mee gehouden had. En het geen nu eenmaal een gevolg was van mijn daden. Ik moest dus ook geen twee keer nadenken om te weten waar ze me naartoe brachten.

Ik volgde beide mannen met wat moeite. Mijn ogen waren gericht op de grond, om zeker te zijn dat ik nergens over zou vallen. Het tempo van beide mannen lag dan ook hoog. 

Aangekomen bij de cel lieten ze me alle twee los. Zonder enige emotie op hun gezicht zetten ze een aantal stappen achteruit zodat enkel ik nog binnen was.

Mijn hele lichaam beefde zodra ze de celdeur piepend dicht deden. Mijn armen legde ik rond mijn middel. De tattoo was mijn enige redding hier. Het enige waardoor ik me sterk kon houden. Mijn vingers gleden kort over de huid. Ik ademde diep in en uit, voor ik een aantal stappen naar voor zette en op het bankje ging zitten.

Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!

Vote/Comment/Follow

Myth HunterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu