31

28 2 0
                                    

{Miles}
'Op de grond! Iedereen handen omhoog!'
Ik laat mijn telefoon vallen en zak op mijn knieën. Mijn ogen glijden naar Justin en Amber. Amber ligt nog steeds bewusteloos op de grond. Bezorgdheid overvalt me. Justin kijkt geschrokken naar de agenten.
'Laat je wapen vallen.' Zegt een agente. 'Nu.'
Justin lacht laag en bulderend. 'Dacht het niet mevrouwtje.'
'Laat je wapen vallen!'
'Nee!'
'Laatste kans, we zullen schieten.'
Justin richt op Amber. 'Nog een woord en ze gaat eraan.'
Nee!
'Niet doen. Laat je wapen rustig en beheerst vallen.'
Justin schiet. De knal echoot in mijn oren. Amber. Amber. Nee. Ik voel hoe draaierig ik word. Nee. God nee. Nee. Nee. Nee. Het kan gewoon niet. Nee. Alsjeblieft niet.
Ik hoor meer schoten en Justin valt op de grond. Hij is in zijn been geraakt.
'Godverdomme!' Schreeuwt hij. 'Die pijn is niet te harden!'
Amber.... is ze dood?
'Schuif je wapen van je weg.'
Ik moet haar helpen. Ik moet haar zeggen dat ik van haar hou.
'En dan naar de gevangenis zeker? Mij niet gezien.'
Godverdomme ik hou van haar!
'Schuif je wapen van je weg.'
Ze mag niet dood zijn!
Justin richt het wapen op zichzelf en met een tevreden glimlachje schiet hij door zijn eigen hoofd heen. O. My. God.
De politiemensen rennen op hem af. Ik hoor gegil en gehuil uit de zaal. Milou pakt mijn hand. Ik knijp in Milou's hand en Milou knijpt terug. Samen staren we angstig naar de politieagenten en Amber. Een man tilt Amber op en rent naar buiten. Meer gewonden worden naar buiten gebracht. En wij moeten hier zitten. Zinloos en hulpeloos.

{Amber}
Nee. Nee!
Gillend kom ik overeind. Ik hap naar adem. Ik heb ademnood. Ik heb lucht nodig! Overal zijn zwarte vlekken en sterren. Mijn keel doet zeer. Mijn borst doet pijn. Ik kijk naar beneden en zie een groot wit verband op mijn wond. Alles doet pijn. Ademen is zo pijnlijk. Alles doet zoveel pijn. Mijn ondergrond beweegt. Ik zie mensen tussen de wazige en doffe plekken verschijnen. Alles draait, ik moet kotsen. Mijn longen branden. Ik heb lucht nodig maar alles doet pijn. De doffe, zwarte plekken nemen de macht weer over. De mensen verdwijnen.
Nee, niet wegzakken! Ik wil niet dood! Alsjeblieft! Help me! Ik wil niet dood!
Ik val. Ik val in de eeuwige diepte.
Het enige woord wat ik me nog kan herinneren is "mama." Het enige waar ik vroeger ooit stiekem voor bad. Een mama die van me zou houden.

{Abby}
Herinnering van 18 April. De dag van Abby's dood.
De zon schijnt en de vogels fluiten. Het is een normale dag in April. Het lekker weer en de mei-vakantie is voor mij al begonnen.
Amber heeft mijn hand vast. We stappen van tegel naar tegel zonder op de lijntjes te stappen, want dat brengt ongeluk. Amber vertelt een verhaal waardoor ik moet lachen. Amber is altijd zo lief en vrolijk. Je zou niet denken dat ze al zo veel weet over het kwaad van de wereld. Amber is 12 maar ze heeft de levenservaring van een 80 jarige. Als Amber, Justin en Cameron er niet geweest waren zou ik hier op mijn 18de verjaardag zijn weggegaan, maar ik kan hen niet alleen laten met onze ouders. Dat is onverantwoord.
Amber schatert om mijn grapje. Achter ons lopen Cameron en Justin. Ze lachen en maken plezier. Cameron en Justin hebben gewoon weg geen idee hoe erg alles is hier. Maar vanavond ga ik het Cameron vertellen. Ik moet hem vertellen dat hij nog een tweelingbroertje heeft.
'We zijn thuis.' Zeg ik tegen Amber en ze zucht diep.
'Ga maar gewoon recht naar je kamer, dan heb je het minst last van pap en mam.' Fluister ik in haar oor.
Amber knikt en rent zodra de deur open is de trap op. Justin rent natuurlijk meteen achter Amber aan.
'Wat heb je gezegd?' Vraagt Cameron.
'Niks. Ik moet met je praten.' Zeg ik zacht.
'Hoezo?'
'Stil, anders horen papa en mama het.' Sis ik.
Cameron fronst. 'Wat is daar zo erg aan?'
Ik pak hem vast. 'Please, wees zachtjes.'
'Cameron.' Zegt onze vader. 'Ga naar boven en ga huiswerk maken. Maar wees zacht want je broertje gaat zo slapen.'
'Ja vader.' Zegt Cameron en hij haalt zijn schouders naar me op. Ik tik op mijn broekzak en knik dat hij naar boven kan.
Zodra Cameron weg is kijk ik mijn vader angstig aan.

{Cameron}
Herinnering 18 April. De dag van Abby's dood.
'Je hebt het hem verteld he! Jij onbetrouwbare trut!'
'Nee, papa echt niet! Ik heb niks gezegd ik zweer het!' Roept Abby.
Onze vader lacht hard en hysterisch. 'Dus jij hebt verzwegen voor Cameron dat hij een tweelingbroertje heeft die wij hebben weggestuurd naar Amerika zoals wij jou hebben gevraagd? Dat geloof je toch zelf niet mens!'
Mijn ogen worden groot. Ik heb een broertje?!
'Au papa! Au nee! Ik heb niks gezegd!'
Ik deins achteruit en druk mezelf tegen de muur. Hij slaat Abby?
'En je hebt ook niet gezegd dat hij op Opportunity High zit zeker?' Schreeuwt mijn vader. 'Geloof je het zelf?'
'Alsjeblieft. Ik krijg geen adem meer.' Hoor ik Abby hijgen. 'Ik stik papa.'
'Je kan nog praten dus dat valt vast wel mee.'
'Krr... papa....'
Alles draait om mij heen. Ik moet Abby helpen. Ik moet haar beschermen. Maar... ik durf het niet. Al sinds ik me kan herinneren heeft Abby mij altijd beschermd.
'Floris! Wat doe je?' Hoor ik mijn moeder snauwen.
'Je hebt gelijk Marjanne. Hiervoor hebben wij Maeve geadopteerd.' Hoor ik papa zeggen. 'Haal Maeve. En geef haar een pistool.'
'Weet je het zeker? Het is Abby. Abby is onze dochter.'
'Abby is een onbetrouwbare trut die alles kan verpesten. HAAL MAEVE!'
Ik hoor mijn moeders hakjes de gang op lopen.
'Papa alsjeblieft.' Piept Abby. 'Mama heeft gelijk, ik ben jullie dochter ik zou jullie nooit verraden.'
'Je hebt ons al verraden. Gelukkig is Cameron te dom om er iets mee te doen. We huwelijken Cameron gewoon uit zoals gepland. Hij zal vergeten dat jij dit ooit hebt gezegd en als het ook maar lijkt alsof hij weggaat dan wacht hem hetzelfde lot als jij.' Vaders stem is hard en onpersoonlijk. Hoe kan hij dit Abby aan doen? Een ding weet ik zeker. Ik ga een jaar wachten en doen alsof dit allemaal niet is gebeurd en daarna vlucht ik naar Amerika en kom ik nooit meer terug.
'Je wilde dat ik iets deed vader?' Vraagt een meisjes stem.
'Ja Maeve. Je moet dit meisje neerschieten.'
'W-waarom?'
'Geen vragen. Gewoon doen.'
'O-oké.'
'Nee niet doen. Alsjeblieft!' Hoor ik Abby smeken.
Bang. De knal echoot na in mijn oren. Ik onderdruk de snikken die in mijn keel omhoog komen. Ik sluip naar Justins kamer. Amber en Justin zitten samen op het bed huiswerk te maken. Ik denk dat ze niks hebben gehoord.
'Cameron? Is alles wel oké?' Vraagt Amber als ze me ziet staan.
'Ja.' Het lukt me om te glimlachen. 'Ja alles is prima. Ik wilde gewoon alvast welterusten zeggen.'
'Welterusten.' Zegt Justin zonder van zijn boek op te kijken.
Amber draait met haar ogen en staat op om me een knuffel te geven. 'Slaap lekker.' Ik geef haar een kus op haar wang. 'Slaap lekker. Blijf trouwens vannacht maar in jouw kamer slapen allebei. Papa is een beetje raar aan het doen en ik denk dat hij niet blij is als hij jullie ziet lopen oké?'
Amber knikt ernstig. 'Oké Cam. Slaap lekker.'
'Slaap lekker.' Fluister ik en ik doe de deur zachtjes dicht.
'Het is goed Maeve. Breng haar weg Marjanne.'
'Ja.' Zegt mama en ze neemt het meisje mee naar buiten.
Ik zie papa een paar seconden twijfelen, dan staat hij ook op en loopt hij weg. Langzaam loop ik de trap af. Het bloederige beeld van Abby vergeet ik nooit meer. Mijn handen gaan als vanzelf naar de Abby's broekzak. Daar tikte ze op. Ik pak de brief uit haar zak en stop hem in mijn zak. Daarna geef ik Abby voorzichtig een kus.
'Ik ga ons broertje vinden Abby.' Fluister ik. 'Voor jou.'

Together StrongWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu