36

36 0 5
                                    

{Maud}
Hijgende mensen. Voetstappen. Gegil. Dood. Bloed. Moord. Verloren vriendschappen. Eenzaamheid. Ongelukken. Pijn. Paniek.
De wind waait hard door mijn haren terwijl ik door de straten ren. Madelief, Ava, River en Mara ben ik al lang kwijt geraakt.
Ik ik kijk achterom en schrik. Stukjes vallen weg en opeens vlieg ik door de lucht en val ik in een zwart, nat gat. Het voelt alsof de lucht in mijn longen er via luchtbelletjes verdwijnt. Het volgende moment ga ik out.

Ik knipper met mijn ogen. Alles is onscherp. Slangetjes in mijn keel en neus.
Ik begin hard te hoesten.
'Lara! Ga de dokters halen! Snel.' Hoor ik iemand gejaagd zeggen.
Ik probeer te praten. Ik knijp met mijn ogen. Alles is zo fel.
'Maud? Maudy lieverd, kan je me horen?' Ik herken mijn moeders stem.
'Licht.' Kras is. 'Icht.'
'Oh Maudy.' Hoor ik naast me. Mama komt in mijn gezichtsveld. 'Oh Maudy ik was zo bang dat ik je verloren was.'
Ik knijp mijn ogen dicht. Mama heeft me geen Maudy mee genoemd sinds... sinds het ongeluk van Thomas.
'Waar is ze?'
Ik zie Lara en een dokter lopen maar Lara is zo klein. Ze ziet er te jong uit. Waarom is Lara zo klein?
'Maud Miller? Kan je me horen?'
Ik kras iets.
'Heb je last van het licht?'
Ik knik.
Een verpleegster rent naar de lichtknopje om het licht te dimmen.
'Wil je de slangen uit je keel verwijderd hebben?'
Ik knik weer.
Even later zit in het ziekenhuisbed zonder hoofdpijn of keelpijn. Dat is een opluchting.
'Maudy lieverd... Ik weet niet hoe ik dit moet zeggen..' mama's stem breekt.
Ik kijk haar vragend aan.
'Papa en Thomas ze zijn...'
Ik trek een zorgelijke frons. Waarom praat ze over Thomas?
'Papa en Thomas hebben het ongeluk niet overleefd.' Zegt mama en ze barst in tranen uit.
Ik snap het niet. 'Thomas is al 5 jaar dood. Waar heb je het over? Papa was niet eens bij het ongeluk.' Zeg ik.
'Lieverd, waar heb je het over?' Vraagt mama.
Ik ga rechter overeind zitten en staar in de spiegel. Dit ben ik niet. Dit was ik 5 jaar geleden. Vlak na het ongeluk van Thomas. Maar niet nu.
'Mama?' Vraag ik schor. 'Wat is er met mijn gezicht gebeurd?'
Mama trekt me voorzichtig in een knuffel. 'Niks lieverdje. Er is niks met je gezicht.'
Ik begin te huilen. 'Mama, ik snap het allemaal niet meer.'
Mama is duidelijk in de war.
'Alles is zo raar.' Huil ik. 'Ik ben dit niet. Zo hoort het niet.'
'Maudy.' Mama kijkt me recht aan. 'Alles wat je wil vragen. Vraag het dan. Maakt niet uit hoe gestoord de vraag ook kan lijken.'
Ik bijt op mijn lip. 'Hoe oud ben ik?'
'Ach lieverdje toch. Je bent elf. Je hebt je verjaardag niet gemist hoor. Je hebt twee weken in coma gelegen. Je wordt pas over twee weken twaalf.'
Ik kijk haar geschokt aan. 'Ik ben geen elf! Ik ben zestien!'
Mama kijkt me verbaasd aan. 'Nee schatje van me. Je bent elf.'
Ik knipper met mijn ogen. 'Waar zijn Madelief en Ava? Zijn River en Mara ook al op bezoek geweest?'
Mama fronst. 'Wie zijn Madelief, Ava, River en Mara?'
Alles lijkt te draaien. 'Waar is papa?'
'Die heeft het ongeluk niet overleefd.' Mama trekt me tegen zich aan.
Ik ben verbijsterd. 'Mama, was papa erbij in Amsterdam?'
Mama kijkt me perplex aan. 'Amsterdam? Waar haal je Amsterdam vandaan?'
'Daar wonen we.' Zeg ik ongerust. 'We zijn verhuisd na Thomas' ongeluk en ik zit samen met Madelief, Ava, Mara en River op het Amsterdams Lyceum.'
Mama schudt haar hoofd. 'Nee schatje.'
'Lara.' Zeg ik. 'Ik ben toch niet gek? Zeg het van Raeven, Marijn, Zoëy en Iris!'
Lara kijkt me niet-begrijpend aan.
Ik ben zo verward.
'We gaan er een dokter bijhalen.' Zegt mama. 'Lara..'
Lara loopt de kamer uit.
'Ik ben niet gek mam.' Zeg ik. 'Ik ben niet gek. We wonen aan de Koninginneweg in het verlengde van de Emmastraat. Vlak bij het Vondelpark. We gingen zaterdag vaak naar het Valeriusplein om daar een straatkatje te helpen.'
Mama aait over mijn arm.

Nadat ik m'n hele verhaal heb uitgelegd aan een dokter glimlacht die.
'Dit is zeer normaal.' Zegt hij. 'Maud, dit kan heel raar klinken, maar je hebt de afgelopen twee weken gedroomd. In die droom zijn er 5 jaar verstreken.'
'Ik heb niet gedroomd.' Zeg ik stellig.
'Zoals ik al zei, het klinkt vreemd, maar het is te verklaren. We hebben vaker gehoord dat mensen in coma dingen meekrijgen, maar er niet op kunnen reageren. In sommige gevallen bedenkt het brein een eigen verhaal. Het is een droom en in sommige gevallen zijn het hele vreemde verhalen. Vaak aangepast op wat de patiënt hoort en meekrijgt. In een aantal gevallen zijn de dromen geloofwaardig en mogelijk.' De dokter schraapt zijn keel. 'Ergens achter in je hoofd heb je geweten dat je moeder uit Nederland kwam. Dat verklaart het idee van verhuizen naar Nederland wat op zich best zou kunnen. Je hebt meegekregen dat je broer is overleden en je hoofd heeft dat in het verhaal verwerkt. Je kreeg echter niet mee dat je vader ook is overleden dus die bleef een levend deel van het verhaal.'
Ik snap er niks meer van. Nu al niet meer. 'Het was té echt. Ik heb dingen gevoeld en geproefd in mijn droom.'
'Laat het me uitleggen. In jouw geval ben je gaan doorleven in je hoofd, ook al kon je dat fysiek niet in het doen. Daarom heb je vriendinnen gemaakt. Ruzies gehad. Ben je verliefd geweest. Sommige dagen hebben slechts enkele minuten geduurd, maar in een droom heb je geen enkel besef van tijd. Voor jouw idee zijn er vijf jaar verstreken, maar in het echt heeft je hele avontuur nog geen twee weken geduurd.'
Ik bijt op mijn lip. 'Dus alles van de afgelopen vijf jaar...'
'Twee weken.' Verbetert de dokter me.
'Is een leugen.' Maak ik m'n zin af.
De dokter knikt. 'Je hebt het onbewust zelf verzonnen. Madelief en Ava en alle anderen bestaan niet echt. De dingen die je hebt meegemaakt zijn niet echt gebeurd.'
Ik staar verward naar de lakens van mijn bed. 'Ik ben geen zestien?'
'Nee.' Zegt de dokter. 'Maar het goede nieuws is dat je dus niet gek bent. Je hebt geen schade opgelopen aan de hersenen. Eigenlijk ben je kerngezond. Je hebt ontzettend veel geluk gehad.'
Ik denk na.
'Dus op het moment in mijn droom dat ik doodging, werd ik weer wakker in dit leven?'
'Het échte leven.' Knikt de dokter.
Het is te veel om te beseffen. Ik heb echt het gevoel dat ik zestien ben. Ik heb echt het gevoel dat Madelief, Mara, River en Ava bestaan. Dat iedereen daar bestaat.
'Dus ik ben niet echt vermoord?' Vraag ik.
De dokter glimlacht. 'Dat was maar een slechte droom. Je hebt een ongeluk gehad, met de auto. Je moeder en zusje kwamen veilig uit de auto. Jij lag in coma en je broer en vader zijn helaas overleden.'
Ik ben het feit dat Thomas is overleden gewend. Ik weet het al zo'n twee weken en het voelt als vijf jaar. Het voelt alsof ik het verwerkt heb.
'Dit is allemaal heel ingewikkeld en het moet verwarrend zijn.' Zegt de dokter. 'Maar Maud, zie het als een tweede kans. Alles wat in je droom anders afliep dan je had verwacht kan je nu opnieuw doen.'
Ik knik hij heeft gelijk. Ik ben weer 11. Of ik ben nog 11. Ik weet het niet. Ik heb de kans om dingen beter te doen dan in de droom.
Maar het is allemaal ongeloofwaardig. Te dramatisch. Dit ongeluk is dramatisch genoeg.

{Lara}
Ik staar naar Maud en mama. Maud leeft. Maud leeft. Ik ben echt zo blij, ik ben echt zo opgelucht. De tranen wellen op. Thomas. Papa.
Ik wil huilen.
Je hebt Maud. Je hebt Maud nog. Alles komt goed met Maud.
Ik hoop het.

Ik hoop dat jullie het net als ik een leuke, interessante plottwist vinden. Maar het is nog niet af, maak je niet druk! Het nieuwe verhaal over Maud en Lara is pas net begonnen :)

Together StrongWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu