Hoofdstuk 9 ~ Verlaten

298 12 5
  • Opgedragen aan Mijn beste vriendin
                                    

Dear you,

Ik weet het niet meer. 
Ik huil de hele dag. Niet meer kunnen lachen als het niet nodig is. Als mensen het niet van me verwachten. 
Wachten, op het eind van mijn leven. 

Mijn spieren doen pijn bij elke bewegen die ik maak. Tranen druppelen over mijn wangen. Ik zorg dat niemand ze ziet. Ik denk over hoe een einde aan mijn leven te maken. Hoe ik mijn vriendinnen het minst pijn doe. Kan ik gaan? Mag ik? Zal ik? Ja, denk ik. Nee, zegt ze. Mijn beste vriendin. 
Waarom? Waarom ben ik nog steeds in leven? 

Ze liet me in de steek voor haar vriendje. Mijn beste vriendin. Nee, niet echt. Maar zo voelt het. Al twee weken is ze ziek, thuis. Maar haar vriendje kan langskomen. Ik durf het niet eens te vragen. Bang voor het antwoord, bang voor een nee. Afkeuring, afwijziging. Verlaten. Maar toch ook weer niet. 
Ze reageert sloom op mijn berichten. De berichten waarin ik vraag waarom ik niet dood ben of wat er mis met me is. Is ze me zat? Heeft ze genoeg van me en mijn gezeik gehad? 
Ik weet dat haar vriendje bij haar is. Zij is blij. Ik wens dat ik dood ben. Haar vriendje lijkt belangrijker voor haar dan ik ben.
Liegt ze dan toch, die keren dat ze zegt dat ik belangrijk voor haar ben? Met daarna een uitleg waaruit ik alsnog niet begrijp dat ik belangrijk voor haar ben. Ik ben gewoon een mens. Met problemen, maar niet met goede punten. Ze liegt, ik weet het. Het kan niet waar zijn, zo belangrijk kan ik niet voor iemand zijn. Omdat ik slecht ben.

Maar dat betekent ook, waarom zou ik nog leven? Waarom zou ik proberen haar geen pijn te doen? 
Begrijp me niet verkeerd, ik wil niet meer leven. Maar ik wil haar geen pijn doen. Ze verdient niet nog meer pijn. 
Alleen als ik dan toch niet belangrijk voor haar ben, wanneer heb ik de vrijheid om te gaan? Om naar een burg te gaan en nooit meer terug te komen. 

Kan iemand mij iets zeggen waardoor ik niet zo egoïstisch ben om suïcide te plegen? Dit klinkt misschien raar, maar ik wil geen mensen pijn doen. Niemand verdient dat. Dus ik moet mezelf tegenhouden, maar ik weet niet meer hoe. Hoe kan ik zorgen dat ik mensen geen pijn doe? 

Late reacties, geen reactie. Alles doet pijn. Het is mijn beste vriendin, maar ze doet me pijn. Niet expres. Het ligt aan mezelf. Ik verwacht dat ze snel reageert, zoals ze altijd al heeft gedaan. Maar nu niet meer. En dus komen mijn verwachtingen niet uit. En dat doet pijn. 
Ik weet het, die verwachtingen zijn niet goed. Maar wat zou ik zonder haar moeten? Zonder haar, ik zou dood zijn. Zonder haar, ik ben niets meer. Ik mis haar al als we een paar uur niet praten. Zo belangrijk is ze voor mij. Maar dat weet zij niet, ik kan het niet uitleggen. 

Ze zegt telkens dat het goed is dat ik naar de GGZ ga. Of als ik zeg dat ik niet weet hoe ik verder moet, dat de GGZ mij daarbij gaat helpen. Maar ik heb daar het vertrouwen niet in. Ik weet niet hoe ze mij gaan helpen. En eerst, allerlei testen. Het duurt nog een paar weken voordat ik echt geholpen wordt. Nu wordt ik vooral geconfrontreerd met alle pijn. Door de GGZ, die mij zou helpen. 
Maar ik wil haar hulp, die van mijn beste vriendin. Die me begrijpt, waarbij ik dingen niet verder hoef uit te leggen. 

Ik vertel haar alles, ook over elke keer dat ik mezelf pijn wil doen. Ze is bezorgd. Ik zeg dat ik nooit te ver zou gaan, ook omdat ik daar niet de spullen voor heb. Ze verteld over een vriendin van haar, die ook zei dat ze nooit te ver zou gaan, maar waarbij haar pink nu verlamd is. 
Ik vertel haar, de momenten dat ik nog liever dood wil dan de rest van de tijd. Ze zegt dat ze bang is. Bang dat ik zou eindigen als een andere vriendin van haar. Die suïcide heeft gepleegd. Ze zegt dat ze echt heel bang is. Daarvoor. Ik zeg sorry, ik vloek. Omdat ik niet kan beloven dat ik dat nooit zal doen. Dat ze niet bang hoeft te zijn. Maar eigenlijk heeft ze het recht om zo bang te zijn. Ik zeg haar sorry. Ze zegt dat ze niet nog iemand kan verliezen. Ik zeg haar dat ik haar dat nooit aan zou willen doen. Maar ik kan niet beloven dat ik het nooit zal doen. Ze vindt mij te aardig, ze weet dat ik haar nooit pijn wil doen. Ze wil dat ik hulp krijg. Maar die hulp doe ik niet voor mezelf, die doe ik voor haar. 

Ik ben bang haar pijn te doen, maar ik wil gewoon gaan. 
Ik kan haar die pijn niet aandoen, dus ik ga niet. Ik ga de pijn onder die ik elke dag voel. En ik probeer te lachen. Maar zij en ik weten, die lach is nep.

Me

Stop mijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu