Hoofdstuk 5

362 18 11
                                    

Dear you,

Afgelopen vrijdag was z'n rare dag. Eerst gewoon naar school en al. Op school was er voor de tweede keer in een paar weken politie. Wij mogen niet weten waarom, maar ja dat zal wel. We hadden die dag punten voor een Latijn proefvertaling teruggekregen en ik was niet zo blij met mijn punt. In de kleine pauze, voor een proefvertaling van Grieks, storte ik in. Al de hele dag voelde ik me slecht, ik wist dat dit eraan zat te komen. Ik zat buiten, samen met mijn beste vriendin. Verder waren er alleen wat eerste klassers buiten. Ik zat daar dus te janken, komt er een politie-agent langs. Eerst sprak hij die eerste klassers ergens op aan. Daarna liep hij verder, zag hij mij dus huilen. Hij kwam naar ons toe, en vroeg wat er aan de hand was. Ik vertelde dus dat ik me over het algemeen niet goed voel. Daarna zei de politie-agent wat opbeurende woorden en vroeg hij of ik hulp had. Ik zei dat ik die vanaf komende dinsdag heb. Hij gaf me nog een schouderklopje en wat laatste bemoedigende woorden. 

Dit lijkt misschien niet belangrijk, maar voor mij betekent het toch wel veel. Ik vond die politie-agent aardig en ik vond het goed dat hij zoiets vraagt. Ik wist niet dat politie-agenten zulke dingen ook doen. 

 's Middags ging ik naar een van mijn beste vriendinnen toe, koekjes bakken en gewoon lekker gek doen. Ik had met mijn moeder afgesproken dat ze me tussen half tien en kwart voor tien zou ophalen. Ik kwam thuis, nog even berichtjes bekijken en nog even wat kletsen en dat soort dingen. Mijn moeder had eerst gezegd dat ik zo maar eens mijn mobiel moest wegleggen. Daarna zei ze dat ik dat echt nu moest gaan doen en toen ik net gedag had gezegd zei ze nog een keer dat ik hem weg moest leggen. Mijn vader voelde erg moe en was alvast naar boven gegaan om te gaan slapen. Nou heeft hij een vreselijk goed gehoor en had hij dus alles gehoord wat er was gezegd. Ik ging naar bed, normaal vlechten mijn ouders mijn haar even zodat het niet in de knoop komt en zeggen ze me nog een keer gedag. Deze keer had ik dat allemaal zelf gedaan en ik wou dus in bed kruipen, roept mijn vader mij. Hij sprak me aan dat ik mijn mobiel te sloom weglegde en dat ik sowieso laat thuis was. Nouja aanspreken, het werd uiteindelijk een ruzie. Ik wegvluchten en janken, mijn moeder de boel proberen rustig te maken. Geschreeuw tegen elkaar. Uiteindelijk sliep ik pas veel later en had ik weer een ruzie erbij die ik nooit vergeet. 

Ik houd niet van ruzie. Of beter gezegd, ik haat ruzie. 

Me

Stop mijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu