37

722 35 3
                                    

Hoofdstuk 37

Met lood in haar schoenen wandelde Anna richting Carel.

Waar zou Carel met haar willen praten? Die vraag bleef maar door haar hoofd malen. Over Mats? Over hem? Over haar?

Terwijl ze haar gezicht strak vooruit had gericht, schrok ze zich dood.

Was dat Michael?

Al snel kwam ze erachter dat het antwoord op haar vraag ja was.

'Fuck,' schold ze. Wat moest ze nu doen?

Moest ze een andere weg kiezen? Maar als Michael haar al had gezien, zou hij zonder twijfel achter haar aan komen.

Rustig blijven, was de gedachte die meerdere malen door haar hoofd schoot

Zo onopvallend mogelijk probeerde ze langs hem te lopen, maar het was Michael niet om haar niet even te begroeten op zijn manier.

'Anna,' hij pakte haar arm vast, waardoor ze niet verder kon lopen. Gelukkig was zijn grip niet zo stevig en deze keer ook niet pijnlijk.

Ze rolde met haar ogen, maar wist dat ze maar beter kon doen wat Michael van haar wilde.

'Ja,' Anna keek hem aan, 'wat is er, Michael?'

'Als ik jou was, zou ik ervoor zorgen dat jouw moeder haar aangifte intrekt, want anders-'

'Buiten het feit dat ik vind dat haar aangifte terecht is, bemoei ik me niet met wat er tussen jullie heeft plaatsgevonden. Ik kan niks voor je doen. Je kan me nu wel gaan bedreigen, maar je weet dat als ik dan ook aangifte doe, dat je dan helemaal de lul bent. Dus als je slim bent, laat je mij nu gewoon gaan en laat je mij in het vervolg ook met rust.'

Michael was in eerste instantie verward van Anna's woorden, maar na een paar tellen liet hij haar arm los.

'Dankjewel,' en Anna liep door.

Haar scherm lichtte op en ze wist zo goed als zeker dat het Carel moest zijn, aangezien ze te laat was.

Carel Eiting:
Waar blijf je?

Anna Molenaar:
Ik kom eraan. Michael hield me tegen, maar ik ben er binnen vijf minuten.

En vrijwel direct nadat ze dat getypt had, belde Carel haar.

'Hé,' nam Anna op.

'Gaat het met je, An? Moet ik naar je toekomen?' vroeg Carel.

'Ja, het gaat, Caar,' antwoordde ze. 'En nee het is heus niet nodig dat je naar me toekomt. Ik ben er echt zo.'

'Weet je het zeker?'

'Ja.'

'Is Michael niet meer bij je? Hij heeft je toch geen pijn gedaan, hè?'

'Nee en nee,' Anna moest lachen. Ze vond Carels bezorgdheid wel schattig.

'Ik ben over een paar minuten bij je, Caar.'

'Oké, tot zo. En als je toch wilt dat ik je kom halen, dan hoef je me alleen maar bellen of te appen, ja?'

'Ja,' zei ze met een glimlach, waarna ze het gesprek beëindigde.

Vijf minuten later drukte Anna zenuwachtig op de bel. Nu kon ze niet meer terug.

Toen Carel de door opendeed, keek hij haar met een glimlach aan.

'Hé,' Carel drukte een kus op haar wang.

'Kom binnen,' hij stapte opzij voor Anna, zodat zij er langs kon.

Warming-upWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu