6 September 2010.
Probleem 1 van een tiener leven: school. Vandaag ging mijn examenjaar in, en moest er veel gewerkt worden. Ik wou slagen, en iets van de wereld zien. Ik pakte mijn boeken van mijn bureau af, en stopte ze in mijn tas. Met mijn outfit aan liep ik de trap af, en de keuken in. Ik begroette de jongens, die al uitgebreid aan het eten zaten. Ik was bezig met brood smeren voor op school, en ik hoorde mijn mobiel overgaan. Rustig op mijn hakken liep ik naar mijn tas, en viste ik mijn mobiel eruit. "Hey Matt!", nam ik op, en ik kreeg een glimlach op mijn gezicht. "Ik heb geen idee hoe ik naar school ga.", was mijn antwoord op zijn vraag. Ik keek naar de jongens, en zag Harry een rare uitdrukking hebben. "Is goed, ik zie je over een half uurtje ongeveer!", zei ik lief, en ik sloot daarna het gesprek af. "Mam, ik ga met Matt naar school. Hij heeft de scooter.", zei ik, en mijn moeder knikte. "Je gezicht spreekt boekdelen, schat.", zei ik, en ik drukte een kus op Harry zijn wang. Louis moest lachen, en ik glimlachte. Ik ging verder met mijn eten, en pakte uit de kelderkast wat koekjes en een flesje water. Een appel ging ook in mijn tas, en daarna zag ik Matt alweer aanrijden. "Ik ga!", zei ik, en ik gaf Harry nog een kus. Zonder op antwoord wachten pakte ik mijn jas en deed ik hem vlug aan. Mijn tas gooide ik over mijn schouder, en ik verliet het huis. Matt stond met een glimlach van oor tot oor, en ik ging achterop zitten. Ik zwaaide nog even naar de jongens die ik door het raam zag, en focuste me toen op school. Want op school zou ik vragen krijgen, veel vragen en veel nieuwe 'vriendinnen'.
