hoofdstuk 10

652 20 5
                                    

~  evert ~

S’avonds is het stil in huis, op de geluiden van de televisie na hoor je niks. Ik had nooit gedacht dat dit zou gebeuren. Op het ene moment zie je elkaar nooit en op het andere moment slaapt hij opeens bij me thuis voor 2 weken. “ waarom heb je nooit meer wat van je laten horen ? “ vraagt caylen waardoor ik uit m’n gedachtes op schrik. Ik weet geen antwoord uit te brengen en kijk naar de grond. “ het gaat zeker om mama he ? “ “ ja inderdaad, ik vond het beter zo. “ “ beter zo ? je bent m’n facking oom en dan laat je me maar zitten omdat jij vond dat het zo beter was ? wat een gelul is dit “ zegt caylen boos. Ik snap z’n woede. De band tussen mij en caylen was altijd erg goed totdat ik ruzie kreeg met zijn moeder. Ik weet niet meer precies waar mee de ruzie begon maar wel waarmee het eindigde. Ik had wat dingen geroepen die je normaal niet tegen familie zegt en toen zei kim, de moeder van caylen dat ik nooit meer hoefde langs te komen. Doordat ik zo boos was heb ik me daar aan gehouden en ben gewoon veder gegaan met mijn leven, zonder hun. Natuurlijk was het zwaar maar door m’n werk had ik er geen tijd voor om er over na te denken wat het minder zwaar deed lijken, maar nu hij hier zit en ik zie hoe moeilijk het ook voor hem is word het toch moeilijk. één ruzie zorgde ervoor dat een paar  familie leden in 1 klap een soort van onzichtbaar waren geworden. “ oke ik had wat van me moeten laten horen maar je weet hoe je moeder is, ze had nooit normaal tegen me gedaan “. Caylen weet dat ik gelijk heb, z’n moeder had me echt niet binnen gelaten als ik voor de deur stond. “sorry ik had niet zo boos moeten worden, ik weet dat je niets van je eigen hebt laten horen door mama en ik weet ook dat jij het even zwaar hebt als ik, 1000 maal sorry, kunnen we het alsjeblieft bijleggen en vanaf  nu gewoon normaal tegen elkaar doen ?  “ zegt caylen nadat het een tijdje stil is geweest. “ het spijt mij ook, ik luisterde nooit naar iemand en eigenlijk had ik ook niet naar jou moeder moeten luisteren toen ze zei dat ik niet meer welkom was, ik snap ook niet waarom ik juist toen wel naar iemand heb geluisterd, ik ben blij dat je überhaupt nog met me wil praten en ik wil niks liever dan normaal doen tegen elkaar “ “ dus vanaf nu is het weer oke ? “ vraagt caylen als bevestiging “ zeker weten “ opgelucht staat hij op en loopt naar de logeerkamer. “ ik ga slapen, morgen moet ik om nog van 11 tot 12 naar school en dan pas heb ik vakantie “ “ is goed ik zie je morgen ochtend wel “  caylen sluit de deur van de logeerkamer en ik loop door naar mijn eigen kamer. Ik moet morgen gewoon werken en ik wil me niet weer verslapen. Na nog geen halfuur in bed te liggen val ik na een lange dag die raar is gelopen in slaap.

~ fenna ~

Om 11 uur is Evert nog niet op het bureau terwijl zijn dienst al een uur bezig is eigenlijk. Ik heb hem ook al een stuk of 5 keer gebeld maar hij neemt steeds niet op. Hij zal zich wel weer verslapen hebben en daar gaat carla zeker niet blij mee zijn. Precies op het moment dat ik aan Bram wil gaan vragen of hij weet waar Evert is komt evert binnen gelopen. “ zo wat zijn we weer vroeg vandaag “ zegt bram plagerig “ ik moest caylen naar school brengen omdat er geen bus rijd van mijn huis naar zijn school “ “ is het weer goed tussen jullie dan ? “ “ ja we hebben het gister uitgepraat “  “ mooi “.  terwijl evert zijn verhaal doet over waarom hij en caylen elkaar lang niet hadden gezien komt carla aan gelopen. “ nieuwe zaak jongens, een man belde net met de melding dat er een grote brand is ontstaan in zijn schuur nadat hij inbrekers had betrapt “ “ wij zijn toch niet van de brandweer ? “ “ laat me even uitpraten, nadat de man de inbrekers had betrapt is zijn dochtertje van 9 die bij hem woont nergens meer te vinden “ “ het gaat dus om een vermissing slash gijzeling ? “ “ ja zo kan je het zien “ ik voel een rilling door mijn hele lijf. Dit was juist de zaak waar ik het liefst zo ver mogelijk uit de buurt bleef, maar ik wil me niet laten kennen. Als we richting de auto lopen voel ik opeens een hand op m’n schouder “ fenna, weet je zeker dat je het aan kan ? “ vraagt evert als ik me omdraai “ ja het gaat wel “ “ je weet m’n naam dus als het dalijk niet gaat gewoon roepen oke ? “ “ ja zal ik doen “ zeg ik en we vervolgen onze weg. Als we het terrein van de man oprijden, zien we grote wolk pluimen van achter op het terrein komen. Daar moet de schuur staan. in geen velden of wegen is er brandweer te bekennen. “ waar is de brandweer ? “ “ onderweg “ zegt een man die zo te zien in shock is. waarschijnlijk is hij de man die heeft gebeld naar carla en zijn dochter zal wel de vermiste of gegijzelde zijn.

Moordvrouw storyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu