hoofdstuk 47

487 15 3
                                    




~ Fenna ~

Met een tas in mijn hand kom ik de kamer van Evert binnen. Ik heb net heel snel schone kleren voor Evert gehaald. Gewoon wat trainingsbroeken, shirts en truien. Zo hoeft hij in ieder geval niet in dat ziekenhuis kleding te blijven liggen. Zelf had ik dat ook niet fijn gevonden. Evert heeft z'n ogen open en glimlacht naar me zodra hij me in de deuropening ziet verschijnen. Automatisch krijg ik ook een lach op mijn gezicht. Ik zet de tas in de hoek van de kamer op een stoel neer. Zo kan niemand zijn nek erover breken. Evert steekt uitnodigend zijn linkerhand uit. Ik pak hem aan en ga naast hem op bed zitten. Misschien iets te onvoorzichtig. Ik raak per ongeluk de ribben van Evert die direct in elkaar krimpt van de pijn. Schuldbewust kijk ik toe. Dit is de tweede keer in nog geen vijf dagen dat ik hem per ongeluk pijn doe. Alle beide keren raakte ik zijn ribben. Hij knijpt z'n ogen dicht en legt zijn hand te hoogte van zijn ribbenkast. Dat laatste is herkenbaar. Om een of andere onverklaarbare reden leg je altijd je hand op een zere plek. Waarom weet niemand precies. Misschien in de  hoop om  daar de pijn mee te verzachten of zelfs nog beter, helemaal weg te nemen. ' sorry,' klink ik beschaamd. 'het is al goed. ' ' gaat het ? ' Evert knikt. Niet echt een antwoord dat ik had verwacht. Hij klopt weer naast hem op het bed als teken dat ik gewoon weer naast hem moet gaan zitten. Dit keer doe ik veel voorzichtiger. Evert slaat zijn arm om me heen en drukt me nog steviger tegen hem aan. ' soms moet je gewoon even pijn voelen om te kunnen voelen dat je leeft. ' Ik schud mijn hoofd. ' ik wil niet dat je pijn hebt. Al helemaal niet door mij. Ik heb al genoeg veroorzaakt, bijvoorbeeld dat je hier ligt. Onnodig pijn hebben verdien je  niet.'  Mijn stem laat precies horen hoe ik me voel. Schuldig.
' het is al goed. Je deed het niet expres en wat dat ongeluk betreft, ik ben al blij dat jou en de baby niks is overkomen,' probeert hij mijn schuldgevoelens weg te praten. ' als jou of die kleine wat was overkomen had ik het mezelf nooit vergeven. Echt, geloof me nou maar. Liever ik dan jullie. ' Ik voel een kus op mijn voorhoofd. Ik sluit mijn ogen en ik geniet van Evert's omhelzing. Het moment word verstoort door een  opengaande deur. Direct kijken we op en zien we hoe Carla in de deuropening is verschenen. Gelijk laat Evert los en ga ik gewoon op een stoel zitten, naast het bed. Carla komt op een stoel tegenover mij zitten. In de kamer is er een spanning te voelen. Wat voor spanning precies weet ik niet.
' hoe lang al ? ' Niet-begrijpend kijken we haar aan. ' wat bedoel je ? '
' dit, jullie. Dit is nu al de vierde dag op rij dat ik hier ben, en al vier dagen tref ik jullie bij elkaar in bed. ' Evert en ik wisselen een blik. ' ik ben gewoon blij dat hij weer wakker is,' komt er zo overtuigd mogelijk uit mijn mond. Ik lieg niet, maar de precieze reden voor het feit dat ik bij hem in bed lig vertel ik ook niet. ' iedereen is blij dat hij weer wakker is, maar ik kruip toch ook niet bij hem in bed. ' Ik hoor Evert naast me grinniken. Ik wil hem bijna een por in zijn zij geven maar gelukkig bedenk ik me op tijd. Dan maar een vernietigende blik. Een grote grijns verschijnt op zijn gezicht. Hij vind dit alleen maar leuk. Zodra hij zijn hoofd weer draait verschijnt zijn grijns als sneeuw voor de zon. Zo serieus mogelijk kijken we Carla aan die afwachtend terug kijkt. Weer wisselen Evert en ik een korte blik. Ontkennen heeft al geen zin meer. Ze heeft iets gemerkt. Ze heeft ons gezien. Waarom zeggen we het eigenlijk niet gewoon ? Waar zijn we bang voor ? Het is Carla maar. Zonder verbaal overleg met Evert neem ik het woord. ' we hebben een relatie. ' Evert kijkt me uitdagend aan. 'lekker straight to the point, ' fluistert hij. Ik rol met mijn ogen. Er om heen draaien had geen zin gehad. Ze voelde aan dat er iets was. Als we niks hadden gezegd had ze misschien wel Menno op ons afgestuurd om er over te praten. No offense maar daar heb ik echt totaal geen zin in. Carla kijkt ons ongelovig aan. Of ze het nou niet kan of niet wil geloven weet ik niet. Ik gok op het eerste. Ze geeft geen kik. Ze kijkt alleen van mij naar Evert en weer terug. Om zenuwachtig van te worden. Licht gespannen wachten we haar reactie af. Ik slik een keer. Geen reactie is ook een reactie. Zou ze boos zijn ? Nog voordat ze ook maar één woord heeft gezegd besluit ik maar om de rest er gelijk achteraan te gooien. Alles in één keer gaat sneller en is misschien in deze situatie wel beter. 'er is nog iets wat we moeten vertellen. ' Ze knikt kort om aan te geven dat we het maar gewoon moeten zeggen. Evert wil zijn mond openen om het verhaal af te maken. Ik schud mijn hoofd als teken dat hij nog even niks moet zeggen. Enigszins verbaasd kijkt hij me aan. Ik negeer zijn blik en sta op om naar de tas in de hoek van de kamer te lopen. Ik vis een witte enveloppe onder een stapel kleding vandaan. Ik voel twee afwachtende blikken in mijn rug. Zodra ik weer zit open ik de enveloppe en haal de inhoud er uit. Een echo. Door twee paar grote ogen word ik aangestaard. Pas als ik het aan Carla overhandig besef ik me dat Evert het nog geen eens heeft gezien. Twee weken geleden heb ik deze laten maken. Toen lag Evert nog in coma. Ik ben alleen geweest. Niet bepaald een pretje. Ik had liever iemand mee gehad, maar niemand wist het nog en ik had met Evert afgesproken om het samen te vertellen. Dat ging alleen een beetje moeilijk de afgelopen vier weken. Carla bekijkt de echo met grote ogen terwijl Evert ongeduldig wacht op zijn beurt. Na een aantal minuten overhandigt Carla hem de echo. Nog steeds heeft ze niks gezegd. Volgens mij beseft ze het nog niet voor de volle honderd procent. Ook Evert heeft een paar minuten nodig voordat het besef komt. ' wow. ' Hij stotter het uit. Op mijn gezicht verschijnt weer een glimlach. Officiëler dan dit kan het bijna niet. Pas na ongeveer tien minuten krijg ik weer het fotopapier van Evert overhandigt. In plaats van dat ik het weer in de witte enveloppe stop, hang ik het aan het prikbord. Evert kijkt me met een glinstering in zijn ogen aan.
'dankjewel. ' Ik knik alleen met nog steeds een lach rond mijn mond. Carla lijkt ook eindelijk haar stem terug te hebben. ' nou, uh, gefeliciteerd, ' stottert ze. ' ben je niet boos, ' klink ik voorzichtig. Resoluut schud ze haar hoofd. 'als jullie er gelukkig mee zijn, dan ben ik het ook. ' Ik knik uitbundig terwijl ik Evert opgelucht hoor zuchten. Iets wat ik volledig begrijp. Ik ben even opgelucht als hij. ' nu vallen alle puzzelstukjes van het verhaal ook in elkaar. ' Daar heeft ze helemaal gelijk in. ' dus we worden niet uit elkaar gehaald ? ' Even lijkt ze te twijfelen. Of het is mijn verbeelding. Dat kan ook. De laatste paar weken heb ik daar wel vaker last van, geloof ik. Eindelijk schud ze haar hoofd. ' jullie mogen bij elkaar blijven mits het professioneel blijft. ' Evert en ik wisselen weer een blik. In zijn ogen is opluchting te zien. Bij mij zonder twijfel ook. Ik vlieg hem -  voorzichtig -  om zijn nek. Het maakt me niet eens uit dat Carla er bij zit. We zijn immers niet op de werkvloer.Na een paar seconde houd Evert me een stukje af. Hij wend zich tot Carla die nog steeds naast het bed zit. Uitnodigend steekt hij zijn rechterarm ook uit richting Carla. Carla twijfelt even maar neemt dan toch zijn aanbod aan. Ze staat op van haar stoel en we belanden in een soort van groepsknuffel. ' zo beland je toch nog bij mij in bed. ' Ik kijk Carla kort aan waarna we allebei in de lach schieten.

Moordvrouw storyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu