hoofdstuk 36

500 21 4
                                        

~ fenna ~

Samen met Evert loop ik het bureau binnen. Na die rare droom van een paar dagen geleden hebben we er niks meer over gezegd. Eigenlijk heb ik er niks meer over gezegd. Evert heeft een paar hopeloze pogingen gedaan om mij er over te laten praten, maar geen van die pogingen heeft een verschil gemaakt. Het liefst zal hij willen dat ik met Menno ofzo ga praten, maar daar heb ik totaal geen zin. Niemand weet nog dat ik zwanger ben. Het is moeilijk om gewoon normaal te doen en met zo'n groot geheim, eigenlijk 2 geheimen rond te lopen daarom hebben we besloten om het zo snel mogelijk aan de rest te gaan vertellen. Binnen is het nog rustig, alleen Carla is er van ons team. Normaal gesproken zijn er veel mensen die aangifte komen doen van gestolen spullen maar dat aantal mensen valt nu ook wel mee. Ik laat me op de stoel achter mijn bureau zakken en begin met wat papierwerk. Ik ben zo in de papieren voor mij verdiept dat ik niet eens door heb dat Menno en Bram ondertussen ook al op het bureau zijn aangekomen. Ik word opgeschrikt door Carla die haar keel schraapt. Bram zag het waarschijnlijk want ik hoor hem grinniken, maar hij stopt al snel als Carla aan haar verhaal begint. " Er zit een getuige van de laatste zaak in verhoorkamer 2. Ik wil dat Bram en Fenna met de getuige gaan praten, terwijl Evert en Menno uitzoeken hoe betrouwbaar deze getuige is. " Gelukkig kan ik gewoon aan het verhoor beginnen zonder dat het risico' s mee brengt voor de baby. Natuurlijk zijn er wel risico' s aanwezig maar minder erg dan als ik op pad zou gaan.

~ Evert ~

Nadat Bram en Fenna aan het verhoor zijn begonnen hebben ik en Menno de getuige nagetrokken. We hebben beide geen dingen gevonden die niet door de beugel kunnen dus zo als het er nu uitziet zouden we hem kunnen vertrouwen. Terwijl we samen nog een keer de informatie doorlopen die we hebben gevonden komt Liselotte binnen. Ze kijkt niet echt vrolijk, eerder een beetje chagrijnig, iets wat ik nog nooit eerder bij haar heb gezien. Zonder ons te begroeten loopt ze zuchtend naar het lab. Ik kijk kort naar Menno die opstaat en tegelijkertijd zijn schouders op haalt. Ik volg Menno's voorbeeld en loop achter hem aan naar het lab.

Liselot staat ruw haar handen, die onder een of andere zwart spul zitten, te wassen. In haar gezicht zitten ook allemaal zwarte vegen. " is er een probleem ? " is het de beurt aan Menno om de stilte te verbreken. " nee, hoezo ? " reageert ze net als of haar neus bloed. Menno haalt weer zijn schouders op, en ik wijs alleen naar haar zwarte, vieze handen. " ow dat. De ketting van mijn fiets ligt er af, en toen heb ik geprobeerd de ketting er weer op te zetten, vandaar die vieze handen " Ik frons mijn wenkbrauwen. Liselot die een fiets probeert te maken, dat had ik willen zien. " en nu ? " wil Menno weten. " nu was ik mijn handen zodat ze weer schoon worden " antwoord Liselot enigszins verontwaardigt. " ik bedoelde hoe je nu naar huis gaat komen zonder fiets. Lopen is waarschijnlijk te ver " " ik zie wel ". Ik moet lachen om de droge reactie' s van Liselot en Menno die er een beetje beduusd bij staat. " Ik heb wel een oplossing. Evert kan je fiets wel maken. Hij heeft zo te zien toch niks anders te doen dan lachen " oppert Menno. " ho ho, ik ben toch geen fietsenmaker ? " " klopt, maar Liselot ook niet en zij heeft het ook geprobeerd " Met een tevreden blik overhandigt Lies mij, haar fiets sleutels. Zuchtend loop ik richting het fietsenhok.

 Het was even uitzoeken hoe het nou allemaal moest, maar na een tijdje heb ik eindelijk die rot ketting er weer op gekregen. Nadat mijn handen weer schoon zijn laat ik me op mijn stoel zakken. Menno begint gelijk te vertellen over het verhoor dat Fenna en Bram net hebben afgelegd en hoe de zaak nu zo goed als zeker is opgelost. Tijdens zijn hele verhaal hebben Fenna en Bram beide niks van hun eigen laten horen, ze zijn het niet eens zelf komen vertellen wat ik toch een beetje apart vind. " waar zijn ze nu ? " " op locatie. Er was een burenruzie beetje uit de hand gelopen geloof ik" antwoord Menno als of het niks is. Eigenlijk is het ook niet zo' n erg incident, maar toch. Ik schiet overeind, vraag het adres en ik haast me naar de parkeerplaats. Net als ik door de deur naar buiten wil lopen schiet me te binnen dat ik niet eens een auto heb. Dan maar snel de auto van een collega lenen.Zodra ik terug ben ga ik eerst bij Carla klagen, het word nu wel eens tijd dat ik weer een eigen auto krijg.

Moordvrouw storyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu