hoofdstuk 49

482 19 3
                                    

~ Fenna ~

Met een dienblad loop ik de kantoortuin in. Bram zit onderuitgezakt op zijn stoel met zijn benen op zijn bureau, met zijn telefoon in zijn hand. Evert zit aan zijn eigen bureau wat voor zich uit te staren. 'dat binnen zitten ben ik nu wel zat, hoor.' Evert zucht het uit. Hij hoopt met heel zijn hart dat zijn bureaudienst er bijna opzit. 'denk je dat ik het een plezier vind om binnen te zitten dan ?' De gevulde koffie bekertjes deel ik uit. Beide heren ontvangen er één en ook doe ik me zelf een plezier met de warme vloeistof. We zijn nu zo'n maand verder en nog steeds weet niemand iets. Iedereen is benieuwd naar de reden voor mijn soort van bureaudienst. Toch vragen ze er niet naar. 'jij mag tenminste af en toe nog naar buiten.' Daar heeft Evert gelijk in. Ik mag af en toe wel mee naar een plaats delict of mee bij een buurtonderzoek. Evert daarentegen niet. Hij zit écht de hele tijd binnen. De enige paar keren dat hij buiten komt op een dag is bij aankomst, pauzes, en vertrek. 'nou, weet je, ik heb een verrassing voor je.' Verbaasd kijkt hij op. 'jij mag dalijk lunch gaan halen, kom je toch nog even buiten,' grijns ik. Hoofdschuddend kijkt hij me aan. Ik ga tegenover Evert zitten en gelijk rolt Bram zijn bureaustoel naast die van mij. Terwijl hij me een filmpje op zijn telefoon laat zien komt Carla de kantoortuin binnen gelopen. 'jongens mag ik even jullie aandacht?' We knikken alle drie en Bram doet zijn telefoon weg. Dat filmpje kijken we zo wel af. 'in het grote winkelcentrum is er een schietpartij. Het zou gaan om een man rond de veertig, identiteit nog onbekend. Hij zou uit het niets een stuk of tien schoten hebben gelost op winkelend publiek. Zijn motieven zijn nog onbekend. Ik wil dat Bram en Fenna er naar toe gaan, het AT is al onderweg. Ik zelf ga ook mee.' Beide staan we op. Ik trek mijn jasje aan en wacht op Bram die het zelfde doet. 'Carla, kan ik met Fenna ruilen ?' Onverwacht begint Evert opeens moeilijk te doen. Carla schud haar hoofd. ' je weet wat we hebben afgesproken. Jij hebt bureaudienst.' Ook Carla is inmiddels bezig met haar jas aan te trekken. 'ja, ik weet het. Maar ik ben al volledig hersteld. Ik heb nergens meer last van en naast dat wil ik eigenlijk ook niet dat Fenna dat winkelcentrum binnen gaat.' Weer schud ze haar hoofd. 'we weten allemaal wat je van haar werkwijze vindt maar ik dacht dat jullie daar onderhand wel overheen waren.' Evert knikt z'n hoofd. 'ja, dat is ook zo. Daar gaat het ook niet om.' Protesteert hij. Ze heeft het zelf ondervonden in het ziekenhuis, dacht ik. Blijkbaar heeft ze het dus nog niet helemaal door. Of het ligt gewoon aan mij. 'je vertelt het me later maar. We hebben geen tijd te verliezen. Dalijk vallen er nog meer slachtoffers omdat jij je te trots voelt om Fenna naar binnen te laten gaan.' Verontwaardigt gooit hij zijn handen in de lucht. Ik en Bram staan er maar gewoon een beetje bij terwijl Carla haar geduld begint te verliezen. 'het heeft niet met trots te maken. Ik wil gewoon niet dat ze naar binnen gaat. Klaar.' Ik heb het gevoel dat Evert niet veel verder kan gaan. Carla begint zich te ergeren aan hem. Langzaam maar zeker. Hij moet oppassen. Dalijk word zijn bureaudienst periode verlengt.' daar heb jij niks over te zeggen. Ik heb hier de leiding en ik zeg dat Fenna en Bram naar het centrum gaan. En jij, meneer Numan, jij meld je op mijn kantoor zodra ik terug ben,' wijst ze dreigend met haar vinger in zijn richting. 'in deze situatie vind ik dat ik er wel wat over te zeggen heb.' Evert begint zich langzaam aan ook op te winden. Ik snap ze beide. Ik wil alleen gewoon graag weg. Dit is inderdaad kostbare tijd verliezen. 'nou dat is dan fijn voor je, Evert. Zodra ik terug ben hoor ik je verhaal graag.' Carla loopt weg. Zo de kantoortuin uit. Evert achterlatend. Bram loopt achter haar aan. Ik begin ook maar te volgen. Evert is het daar alleen niet mee eens. 'het enige wat ik vraag is; of Fenna alsjeblieft buiten dat winkelcentrum gehouden kan worden.' Hij schreeuwt zo wat. Carla blijft abrupt staan. Ze draait zich om en kijkt hem venijnig aan. 'en ik kreeg geen duidelijk antwoord,' verwijt ze hem. 'omdat ze verdomme nog steeds zwanger is.' Het punt van schreeuwen is bereikt. Eindelijk lijkt ze het zich te herinneren. 'Bram haal Liselotte. Zij neemt de plek van Fenna in.' Bram knikt en loopt richting het lab. 'oh, want een wapen lijkt zo veel op een microscoop.' Evert gooit zijn handen in de lucht. 'geen gezeur meer. We hebben al kostbare tijd verloren. Jij blijft hier samen met Fenna en ik duld geen tegenspraak meer. Is dat begrepen ?' Carla kijkt hem nog altijd bestraffend aan. Met moeite knikt hij maar. Ik sta er maar een beetje bij. Niet van plan om me in deze discussie tussen mijn partner en chef te mengen. Het privilege om af en toe naar buiten te mogen voor een onderzoek wil ik namelijk niet kwijt raken. Dat binnen zitten is helemaal niks voor mij. De deur van het lab gaat open. Haastig komen Bram en Liselotte naar buiten. Bij beide is ongeloof van het gezicht af te lezen. Ze snappen er niks van. Ik kan me er iets bij voorstellen. Tijd om vragen te stellen hebben ze echter niet. Ze moeten weg. Naar een schietpartij in een winkelcentrum. Waar ze eigenlijk een kwartier geleden al hadden kunnen zijn. Zodra ze uit het zicht zijn leunt hij tegen het bord aan. Met zijn handen gaat hij door zijn haar. 'moest dat nou zo ?' Hij kijkt op. Even zoekt hij naar de juiste woorden. 'het kwam er gewoon uit voor ik er erg in had.' Ik knik. 'dat heb ik gemerkt, ja.' Langzaam voel ik woede opkomen. Hij zucht. 'het was niet de bedoeling.' Nee, daar heb ik lekker veel aan. 'de bedoeling of niet, je hebt het gezegd.' Hij draait zijn hoofd weg. Iemand normaal aankijken tijdens het praten zit er hier dus ook niet meer in. Van binnen word ik steeds bozer.
'ze zouden er binnenkort toch achter zijn gekomen,' mompelt hij. Nijdig kijk ik tegen zijn achterhoofd aan. Misschien maar beter ook, voor hem. 'ja, dat weet ik. Ik wou het alleen graag op een andere manier vertellen. En zelf. Samen.' Nog steeds heeft hij niks gezegd. Ik ben er klaar mee. Hij had zich op z'n minst kunnen verontschuldigen. Dat is blijkbaar ook te veel gevraagd. 'Weet je, jij bent ook niks veranderd. Je bent nog steeds een eikel.' Boos loop ik weg. Iets wat ik al veel eerder had moeten doen. In z'n eentje blijft hij achter terwijl ik de parkeerplaats op loop.

Moordvrouw storyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu