Hoofdstuk 21

64 10 2
                                    

Wauw, wat gaat de tijd toch snel! Omdat Thomas dhampier is, is hij extra snel genezen en mag hij zo uit zijn gips. Vanmiddag komt Fabian langs. Overmorgen gaan we weer verder met de missie. Ik ben best zenuwachtig. Ik zit nu bij Liv in de auto. Ik zit voorin en Bart, Robin en Thomas zitten achtereen. Het been van Thomas ligt op de schoot van de andere jongens. We moeten nog een kwartiertje in de auto zitten.

We zitten in de wachtkamer. Thomas is net met de dokter mee en wij moeten gaan wachten. Ik lees in een tijdschrift als Bart me opeens aanstoot. 'Amber?' Fluistert hij. 'Ja?' Fluister ik maar terug. 'Ik moet je iets vertellen.' 'Vertel.' 'Ik ben verliefd.' Zegt hij nog steeds fluisterend. Mijn ogen worden groot. 'Op wie?!' Bart legt zijn vinger op zijn mond. 'Niet zo hard anders weten zij het straks ook.' Fluistert Bart terwijl hij naar Liv en Robin wijst. Ik grinnik en richt me dan weer op wat hij me had verteld. 'Op wie?' Dring ik verder aan. Bart kijkt verlegen weg. 'Op Maud?' Vraag ik. Gelijk kijkt Bart me aan. Op zijn wangen kleuren zachte blosjes. 'Ja! Klopt het?!' Vraag ik weer. Bart knikt verlegen. 'Vet schattig!' Hij geeft me een zacht duwtje. 'Maar, ga je er iets mee doen?' Vraag ik voorzichtig. Hij haalt zijn schouders op. 'Ik weet het niet... Misschien vindt ze mij helemaal niet leuk en heeft ze een oogje op Simon.' 'Hoe kom je daar nou bij?!' Fluister ik nog steeds. 'Ik weet het niet. Ik ben niet zo goed met meiden en Simon volgensmij wel.' 'Ja maar Maud is anders. Ze wil niet het beste van de wereld, ze wil de beste voor haar. Al vind iedereen je raar en stom, wat niet zo is maar stel, dan zou zij alsnog voor jou gaan.' Hij knikt verlegen. 'Wil je me helpen?' Vraagt hij stilletjes. 'Tuurlijk!' Roep ik. Nu we niet meer fluisteren kijken Robin en Liv gelijk mijn kant op. 'Wat?' Ik zie Bart naar me kijken. 'Oh nee, iets in het tijdschrift.' Ze halen hun schouders op en gaan weer verder met klef doen.

Thomas komt aanhuppen. 'Ik mag wel lopen maar na een half uur moet ik rusten. Als het na het half uur gewoon goed gaat mag ik een uur lopen, als het dan n og goed gaat mag ik anderhalf uur lopen enzovoorts.' Zegt hij trots. 'Waarom hup je dan in plaats van lopen?' Merkt Robin op. 'Omdat het nu nog stijf is omdat ik er nog niet op heb kunnen lopen of huppen ofzo.' Zegt Thomas.
We lopen naar buiten, ook Thomas. Op het begin ging het moeilijk maar toen we de gang uit liepen ging het al beter. Het gaat heel snel. "Dhampier voordelen" noem ik dat.

Ik maak de deur open en help Thomas over het drempeltje heen. Simon staat gelijk klaar om mij en ook Thomas te helpen.

*de volgende ochtend*

Ik word wakker en voel de armen van Thomas om me heen. Ik kijk op de wekker die half tien aangeeft. Ik kruip tegen Thomas aan en probeer verder te slapen.

Ik kijk weer op de wekker. Ik ben niet in slaap gevallen. Het is tien uur. Ik maak me los uit Thomas' greep en pak wat kleding uit de kast >zie media voor outfit <

Beneden tref ik Maud en Kim aan. Ze zitten aan tafel en hebben voor iedereen ontbijt gemaakt. Ze halen net de broodjes uit de oven. 'Ik haal iedereen wel.' Zeg ik met een knipoog. Ze knikken en ik loop weer naar boven waar ik iedereen wakker maak. Niet iedereen kon het waarderen omdat ze verder wilden slapen.

Eenmaal aan tafel zit iedereen te genieten van het overheerlijke ontbijt, ook de mensen die het niet konden waarderen dat ik ze hiervoor wakker had gemaakt.

Ik zit op de bank met Kim en Simon. Ze zijn samen op de wii druk bezig. Thomas komt binnen gelopen. 'Die ene Fabian zou toch komen vandaag?' 'Ja hij kan elk moment komen.' Hij knikt. 'Oh en zullen we afspreken dat we niet al te klef doen? Af en toe een kus kan natuurlijk wel en in je armen zitten ook maar geen lange kussen ofzo. Dat word ongemakkelijk voor hem.' Zeg ik halflachend. Thomas lacht ook. 'Waar slaat dat op?!' Roept Simon terwijl hij zijn armen in de lucht gooit. Hij heeft verloren met het racen. Kim ligt in een deuk. 'Simon is verslagen door een meisje! Simon is verslagen door een meisje!' En zo ren in zingend en gillend door het huis heen met Simon op mijn hielen. Als ik weer in de woonkamer ben en langs Thomas ren steekt hij zijn "goede" been uit waardoor Simon, die nog geen halve meter van me verwijderd is, op de bank valt. Ik lach en Kim kijkt me nep-boos aan. 'Tja, hij heeft verloren van een meisje.' Zeg ik met een grijns. Ik plof weer op de bank naast Thomas. Ik kruip tegen hem aan en geniet van zijn warmte.

Een kwartier later gaat de bel. Ik zucht en sta op. Als ik de deur open doe kijk ik recht in de ogen van Fabian. 'Hoi! Kom binnen!' Ik stap opzij zodat hij er langs kan. Hij knikt dankbaar en loopt naar binnen. Hij hangt zijn jas op aan de kapstok en loopt achter mij aan, de woonkamer in. Ik stel iedereen die in de woonkamer is voor. Hij geeft iedereen een hand en komt weer naast me staan. Hij legt zijn hand op mijn onderrug. 'Wil je wat drinken?' Vraag ik snel. 'Ja lekker, hebben jullie Fanta?' Ik knik en loop naar de keuken.

Als ik terug kom zitten Simon en Fabian gezellig te kletsen. Thomas en Kim luisteren alleen maar en zeggen niets. Ik zet het drinken op tafel en voel dat ogen op mijn kont gericht zijn. Ik draai mijn hoofd om en zie dat ik gelijk heb, Fabian. Ik ga naast Thomas zitten. Hij legt zijn hand op mijn been en wrijft er zachtjes over. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder en luister mee naar het verhaal van Simon.

We hebben intussen een film opgezet en zitten met z'n alle op de bank. 'Amber, wil je even mee lopen naar de wc? Ik ken de weg niet en het is hier best groot. Voor ik het weet staan ik per ongeluk in de verkeerde kamer waar ik misschien helemaal niet mag komen.' Ik knik en sta op. Fabian loopt achter me aan en samen lopen we door de hal. Het is niet zo heel verwarrend, maar ik snap hem wel. Hij kent het hier niet, ik zou hetzelfde hebben. 'Hier is het toilet.' Zeg ik terwijl ik naar de deur wijs aan het einde van de gang. 'Meisje toch, dacht je nou echt dat ik niet alleen naar de wc durfde?' Hij loopt dreigend op me af. Ik loop naar achter en voel al snel de muur in mijn rug. Hij lacht gemeen. Ik wil weg rennen maar kan geen kant op. Hij zet me klem tegen de muur, zijn lichaam maar een paar centimeter van dat van mij verwijderd.

Dhampiers?! (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu