2.6

653 59 8
                                    

Ondertussen loop ik rustig door naar het hotel om te kijken of Dave misschien in onze kamer is. Wanneer ik via de deur naar binnen wil lopen hoor ik twee mensen tegen elkaar schreeuwen. Fronsend draai ik me om richting het geluid. Ik herken die stem. Langzaam loop ik naar de andere kant van het gebouw. De stemmen worden steeds duidelijker en herkenbaarder. "Je verpest alles. Ik had je gezegd ermee te stoppen!" Hoor ik iemand schreeuwen. Na een paar seconden besef ik dat het de stem van Dave is. Verbaasd begin ik naar het geluid toe te rennen. Ik hoor iemand spottend lachen als antwoord. Wanneer ik het hoekje omren, blijf ik verbaasd staan en hap ik naar adem. Dave heeft Liam bij zijn kraag gepakt en tegen de muur aangedrukt. "Ik heb nooit iets beloofd." Liam kijkt Dave met een grijns aan. Dave balt zijn handen tot vuisten en voordat ik tijd heb om iets te doen, heeft Liam een slag op zijn kaak te pakken. Dave laat Liam los en Liam zakt via de muur naar beneden, zijn gezicht vertrokken van de pijn. Dave trekt woest zijn been naar achterom om hem in zijn buik te schoppen, maar ik ontdooi uit mijn geshockeerde toestand en ren naar de jongens toe. "Doe normaal" schreeuw ik tegen Dave terwijl ik hem een duw geef. Dave lijkt met een schok weer tot de werkelijkheid te keren, want een verwarde blik maakt plaats in zijn ogen. "Lola?" stamelt hij. "Wat is er mis met jou?" schreeuw ik. Dave kijkt me gekweld aan. "Je snapt het niet. Ik kan het uitleggen" fluistert hij. Ik schud mijn hoofd en kniel naast Liam neer. Hij heeft zijn handen op zijn kaak gedrukt. Voorzichtig haal ik zijn handen voor zijn gezicht weg en bekijk de rode plek. "Je moet het koelen, anders is het morgen blauw." Mijn stem is niet meer dan een fluistering, nog steeds in de war van wat ik net heb gezien. Ik help Liam overeind en ondersteun hem. Terwijl we weglopen werp ik een blik achterom. Dave staat en verloren bij, maar in zijn ogen kan ik nog steeds de woede zien. Ik draai me weer om en loop met Liam richting het hotel. Doordat ik te druk bezig ben met mijn eigen gedachten, zie ik niet dat een triomfantelijke grijns zich op Liam's gezicht heeft gevormd.

"Hier, houdt dit er maar tegenaan." Ik overhandig Liam een zak met ijs. Dankbaar pakt hij hem aan. Wanneer de zak zijn gezicht aanraakt, betrekt zijn gezicht van pijn. Zuchtend ga ik naast hem zitten, niet goed wetend wat ik moet zeggen. "Je hoeft je niet schuldig te voelen." Verbaasd kijk ik op naar Liam. Hij heeft zijn hand troostend op mijn arm gelegd. Ik was helemaal vergeten dat hij er was, zo diep in gedachten gezonken was ik. Liam kijkt me twijfelend aan. "Het is goed, ik ben ook verder niet boos op hem." "Hoe kan je nou niet boos zijn? Dave heeft je net in elkaar geslagen. Ik zou woedend zijn." Liam haalt zijn schouders op, haalt de zak ijs van zijn gezicht af en staat op. "Ik moest weer eens gaan. Je zou met Dave moeten praten. Hij bedoeld het goed" en met die woorden vlucht Liam naar buiten. Verdwaasd sta ik op. Wat bedoeld hij daarmee? En hoe kan je het goed bedoelen als je iemand in elkaar slaat? Zuchtend schud ik mijn hoofd. Ik voel een bonkende hoofdpijn opkomen en druk mijn hand tegen mijn voorhoofd aan. Wat is er tussen die twee aan de hand? Ik ken Dave nu wel lang genoeg om te weten dat hij nooit zomaar iemand zonder rede in elkaar zou slaan.

Ik sla de deur met een klap dicht en zie Dave op bed zitten. Zodra ik naar binnen loop staat hij met een ruk op. Ik loop door naar de badkamer zonder nog maar een keer mijn blik op hem te werpen. "Lola..." Ik kijk in de spiegel en zie dat Dave in de deuropening is gaan staan. "Ik.." maar verder komt hij niet want ik onderbreek hem boos. "Echt, wat is er met jou aan de hand? Sinds wanneer vecht jij met mensen die je nog nooit gezien hebt?" Dave's gezicht wordt een tint donkerder en het duurt even een paar seconden, maar daarna besef ik het. Ik hap verbaasd naar adem. "Jij kent Liam" mompel ik. Dave balt zijn handen tot vuisten. "Ik wil het er niet over hebben" sist hij door opeengeklemde kaken. "Zie je wel!" schreeuw ik in zijn gezicht. "Je wilt niets zeggen. Maar hoe moet ik je kunnen vertrouwen als je dingen voor me verzwijgt?" Dave schudt zijn hoofd. "Ik wil het wel zeggen, maar ik kan het niet." "Oh, echt waar?" zeg ik sarcastisch. "Zitten we nu in een scène van een slechte romantische komedie waarin jij zegt dat het niet aan mij ligt maar aan jou? Echt, doe even normaal." Boos loop ik langs Dave heen en begin in mijn tas te graaien, gewoon om me een houding te geven. Ik hoor dat Dave achter me aan loopt en zie vanuit mijn ooghoek dat hij zijn armen om me heen wilt slaan, maar ik deins naar het raam. "Ik dacht het nu even niet." Mijn stem is op dit moment niet harder dan een fluistering. "Ik denk dat het goed is als je even gaat." Ik durf Dave niet in zijn gezicht te kijken, bang om in huilen uit te barsten. Ik hoor Dave slikken. "Het spijt me Lola" door zijn stem heen hoor ik veel emotie en dat is de reden dat ik toch opkijk. In zijn ogen staan tranen. Een brok ontstaat in mijn keel, maar voordat ik er iets over kan zeggen draait hij zich om en beent naar de deur. Hij slaat de deur niet hard achter zich dicht, maar sluit hem juist zachtjes. In tegenstelling tot mijn hart, die nu steeds verder barst en in stukjes hard neervallen op de grond. Ik laat me vermoeid neervallen op het bed en het duurt niet lang, voordat de eerste tranen mijn ogen verlaten.


A/N: Pfoeeh, ik weet niet wat ik van dit hoofdstuk moet vinden en of het goed is geschreven. Ik hoop in ieder geval van wel. Ik ben trouwens van plan om weer wat vaker te updaten :)

Het vergeten paardWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu