H.34 Ongelooflijk...!

424 42 8
                                    

De mysterieuze man was niet bepaald vrolijk. Marth had weten te ontsnappen, en hij had simpelweg toegekeken!

Chagrijnig dat hij nu weer op zijn hoede moest zijn liep de man steeds dichter naar de grote wand met zijn muurschildering toe.

Als die jongen dat zwaard te pakken zou krijgen was er slechts één kleine kans dat hij het zwaard nog van hem af zou kunnen nemen...

*
Ethan was ondertussen weer terug gelopen naar de ingang van de grot waar hij daarstraks uit was gekomen.

Het was al laat. Zijn ouders zouden zich nu vast al wel gaan afvragen waar hij was gebleven.
Als hij de hofkanselier tegen zou komen, zou hij vast wel weer op hem gaan mopperen dat als hij zich niet snel om zou kleden hij te laat zou komen voor het diner.

Ethans gedachten zaten nog steeds bij de vrouw die hem vanmiddag was gevolgd. Hij begreep gewoon niet goed wat ze had bedoeld...

Toen hij had aangekondigd dat hij terug naar het paleis zou gaan, had de vrouw geantwoord dat zij nog eventjes alleen wou blijven en dat ze er zo ook aan zou komen.

Ethan was benieuwd of de vrouw vanavond ook mee at aan de koninklijke dinertafel.
Meestal waren het alleen gasten van hoge afkomst die bij de koning en koningin aan mochten schuiven.

Als de vrouw met hen zou gaan eten, dan was ze dus niet zomaar een mysterieuze vrouw die aan magie deed...

*

Nog steeds hield Nori haar ogen stevig dicht. De spreuk was nog steeds niet af...
Het duurde erg lang, Nori had moeite met haar concentratie vasthouden. Als het nog lang zou duren, zou ze het niet lang meer vol kunnen houden...

Het boek was er ook niet bepaald gerust op. Sinds hij hier aan was gekomen had hij al het gevoel dat ze van een afstandje bekeken werden....

*

De grote, met klimop bedekte pilaar had Marth de mogelijkheid gegeven om een stuk verder omhoog te klimmen.

Ondanks dat het er wel stevig uitzag moest hij nog wel steeds oppassen. Als hij een verkeerd stuk plant zou beetpakken kon hij alsnog ver naar beneden vallen...

Na niet zo'n lange tijd was Marth op de hoogte van het zwaard aangekomen. Hij probeerde het zwaard te pakken, maar nog steeds was hij niet dichtbij genoeg.

De uitstekende stukken steen staken verleidelijk uit de wand. Ondanks dat Marth al eens had geprobeerd om eraan te hangen en dit niet al te goed was verlopen, besloot hij het nog eens te proberen.

Voorzichtig testte Marth of het stuk steen dat hij had beetgepakt hem kon houden.

Gelukkig! Het ging goed! Maar nog steeds vertrouwde hij de stenen niet... Zo snel hij kon besloot hij dus maar van steen naar steen te zwaaien, voordat ze misschien wel zouden breken...

Wanneer hij kon zette hij zijn voeten tegen de wand om wat extra steun te hebben.

Ongelovig keken de man en zijn zwarte draak toe hoe Marth behendig steeds dichter bij het zwaard kwam.

De man was boos en vloekte binnensmonds. Hoe kon dat joch....? Ach, wat maakte het ook uit of hij bij het zwaard zou komen, hij zou het nooit uit het hart trekken!

Daar dacht Marth immers anders over. Nog maar een klein stukje en hij zou het zwaard uit het hart kunnen trekken, dacht hij bij zichzelf.

Enthousiast dat het hem bijna was gelukt zette Marth zijn handen en voeten op het laatste stuk rots, strekte zich vervolgens uit en greep het zwaard stevig vast.

Behoedzaam staarde de man naar Marth. Het kon hem toch niet gaan lukken...?

Marth had het zwaard nu stevig vast gepakt. Met zijn voeten zette hij zich af tegen de muur en trok.

Hij trok het zwaard uit het hart.

Hij hoefde niet eens hard te trekken, het zwaard gleed uit het hart als een mes door de boter.

Marth had het zwaard nu helemaal uit het hart getrokken!

Bewonderend keek hij naar het grote, scherpe blauwe wapen.

"Ongelooflijk....!" Fluisterde de mysterieuze man vol verbazing. Het was hem gelukt....?!

Nog steeds keek Marth bewonderend naar het zwaard. Hierdoor vergat hij zich alleen wel vast te houden aan de rotswand!

Hij viel!

Hij stortte met volle vaart naar beneden!

*

Nori had haar ogen inmiddels geopend. Ze had de spreuk nog maar net optijd af gemaakt.

Ze was uitgeput. Nog nooit had ze zo'n ingewikkelde genezingsspreuk moeten gebruiken.

Nori ging naast Kaya zitten om te kijken of het al weer beter met haar ging.

Voorzichtig legde ze haar hand op Kaya's hoofd. Deze voelde helaas nog steeds warm aan. Het was al wel iets minder geworden, maar nog steeds niet helemaal oke...

"Kaya... Denk je dat je verder kunt?" Vroeg Nori bezorgd. Kaya's wangen waren nog steeds vuurrood van de koorts.

Kaya keek Nori aan en knikte voorzichtig. "J...-ja... I...-k d...-denk van wel..." Stotterde Kaya. Ze was een echte doorzetter, vond Nori.

Al leunend op Nori wisten ze zich uiteindelijk uit de voeten te maken.

Ze wisten nog steeds niet waar ze nou eigenlijk naar op weg waren....

Het Blauwe LichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu