H.61 Een kille greep

202 19 1
                                    

Traag liep ze door de gangen van het onderaardse paleis. Kaya wist in eerste instantie niet goed waar Mevrouw Griffheart op dit moment uit zou hangen, maar dacht toen snel aan wat ze had gezegd.

Ze zou in de grote hal van het paleis wachten.
Dus zo liep ze nu dan ook, naar de grote hal van het paleis.

Eigenlijk moest ze opschieten, maar haar benen gaven nu niet mee. Ze voelden nu al aan als elastiek, en dan te bedenken dat ze nog nieteens aan hun zogenaamde tocht begonnen waren.

Haar gedachten bleven afdwalen naar vanalles en nog wat. Er waren zo veel dingen gebeurt dezer dagen dat het haar moeite kostte alles op een rijtje te zetten. Wat ze te horen had gekreen in de bibliotheek, waren dat soort dingen echt waar?
Ze pakte het blauwe amulet dat nog steeds om haar nek hing onder haar shirt vandaan. Ze had het nooit prettig gevonden het sieraad op haar kleding te laten rusten. Ze hoefde er van zichzelf niet zo mee te pronken. Bovendien was ze, toen ze nog in het dorp woonde, bang geweest dat de mensen verkeerde dingen zouden gaan denken.

Gauw stopte ze het amulet weer terug op zijn plaats, want ze naderde de grote hal van het paleis. En daar, nog steeds op dezelfde plek als daarstraks was Mevrouw Griffheart, alleen deze keer stond ze niet, maar zat ze met haar neus in een boek op de grond.
Kaya kon nog net zien welk boek het was voordat Mevrouw Griffheart het dichtklapte en snel weer in haar grote leren tas stopte;
Het was het dagboek van Darconomium.

"Ah, zijn jullie daar eindelijk! Ik begon al te twijfelen of jullie nog wel op zouden komen dagen!" Even keek ze bedachtzaam om haar heen. Toen besefte ze pas dat Kaya alleen was gekomen.
"Waar zijn Nori en Ethan?" Vroeg ze terwijl ze om een hoek van de hal probeerde te gluren.

"Komt u maar mee, dan laat ik het u zien." Sprak Kaya zonder te wachten op enig antwoord van Mevrouw Griffheart. Meteen liep ze de hal uit, gevolgd door Mevrouw Griffheart. Deze keer liep ze met een hoger tempo. Het gevoel door iemand op de voet gevolgd te worden beviel haar namelijk niet zo.

Het gevoel niet precies te weten waar ze naartoe zouden gaan, dat beviel haar ook niet zo...

*

In paniek trok hij nogmaals aan zijn blauwe zwaard. Het zat vast in de grond en hij kon er niets aan doen.
Even dacht hij naast het galmen van de voetstappen door de gangen nog een ander geluid te horen, een sissend geluid.
Hij keek om zich heen en zag al snel waar het geluid vandaan kwam;
Van zijn zwaard.

Het zwaard, dat nog steeds muurvast zat in de vloer, was bloedheet. Het sissende geluid was het tapijt dat langzaam weg brandde door de hitte van het zwaard. Het heft voelde koud aan, maar aan het afgebrande stuk tapijt, het sissende geluid, de geur en uiteindelijk ook de rook die van het zwaard en tapijt afkwamen, kon je overduidelijk merken dat het lemmet bloed, maar dan ook bloed heet was.

In de vloer, waaronder in het tapijt, was nu een grote zwarte brandvlek te zien. Het zwaard was iets losser komen te zitten en trilde nu nog heviger dan voorheen.
Nogmaals zette Marth alle kracht in die hij in zich had om het zwaard los te trekken.

En eindelijk.
Het gaf mee.
Helaas niet zoals hij gehoopt had...

"Kleng!"

Met volle vaart schoot het zwaard uit de vloer om zich vervolgens in een plek in het plafond weer te vestigen.
Met Marth eraan vast.

Daar hing hij dan. Met volle vaart was hij meegeschoten, hij had het zwaard geen seconde los gelaten.
Het zwaard had zich in een van de balken van het plafond geboord. Marth bungelde nu zo'n negen á tien meter boven de grond. Met een kleine krachtsinspanning wist hij zich nu omhoog te trekken zodat hij boven op de steunbalk van het plafond kwam te staan.

Het Blauwe LichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu