H.54 Laat de reis beginnen!

280 28 13
                                    

De mist was alleen maar dikker geworden. Als het nog lang zou duren zou Meester Dragon geen hand meer voor ogen kunnen zien, niet dat hij nu bepaald veel zag...

Uit alle macht probeerde hij door te lopen, zonder ergens tegen aan te botsen of uit te glijden. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Hij probeerde hoe dan ook een spoor van Marth te kunnen ontdekken. De voetsporen die hij had gezien waren door de mist haast niet meer zichtbaar, wel had hij iets anders ontdekt. Iets waarvan hij het erg benauwd had gekregen.

In een van de wanden van het reusachtige doolhof zat een diepe gleuf. Maar dit was niet zomaar een gleuf, nee... Deze gleuf was precies groot genoeg voor een zwaard... Maar dat was nog niet alles... Er zat bloed aan... een klein straaltje bloed sijpelde naar beneden toen Meester Dragon bij de gleuf aan was gekomen. Meteen had hij het doods benauwd gekregen. Was dit bloed van Marth? Was hij hier geweest?

Ondanks dat hij zich heel naar was gaan voelen van deze ontdekking motiveerde het hem toch ook om verder te gaan. Hij moest Marth vinden! Niet alleen omdat hij de nieuwe zoon van de Koningin was, nee, die jongen had iets. Iets bijzonders... Iets dat hij nog nooit eerder bij iemand had opgemerkt. Nou ja, dat was niet helemaal waar... Iets aan die jongen deed hem denken aan... Aan zichzelf.

*

Ondertussen dat Meester Dragon door de dikke mist strompelde, ging het er op een andere plek in het LuchtElvenRijk geheel anders aan toe. Siërra had zichzelf ondertussen meesteres van de magie van het LuchtElvenRijk gemaakt.

Wat ze ermee zou doen? Koningin Celia had werkelijk geen idee. Het enige dat ze nu voelde was angst, hulpeloosheid en verraad.

De helderblauwe vlinder zat tot nu toe nog steeds in het potje. Aandachtig bestudeerde Siërra het insect. Was dit wekelijk de bron van de Magie?

Even wierp ze een blik op de Koningin. Deze zat, oftewel stond, nog steeds in de pijnlijke en ongemakkelijke houding. Toen Siërra zag hoe hopeloos de Koningin erbij zat, wist ze dat ze voor haar niets meer te vrezen had. Het vuur dat vroeger al die tijd in haar ogen had gestaan was als een uitgebrande kaars gedoofd.

Toch deed het iets met haar, de koningin zo weerloos te zien...

Snel schudde ze deze gedachte van zich af om vervolgens haar blik weer tot het magische insect te wenden.
De helderblauwe vlinder had op sommige kleine plekken niet meer de helderblauwe kleur die hij hoorde te hebben. Nee, een deel van de vlinder bleek haast afgestorven, of ook wel gezegd, uitgedoofd....

Weer keek ze naar Koningin Celia. Ze zuchtte diep en stopte het potje met de vlinder erin vervolgens in een van de diepe zakken van haar schort.
Nogmaals wierp ze een korte blik op de Koningin. Wat was het toch dat ze er telkens naar bleef kijken?

Daarover gesproken, wat moest ze met haar doen? Ze kon haar nu moeilijk weer laten gaan...
Moest ze haar hier laten? Of bij de rest in de kerker stoppen?
Had ze dit van tevoren maar uitgedacht!

Koningin Celia zag de twijfeling in Siërra's doffe, starre ogen staan. Ze besloot zich er niet mee te bemoeien, ze zou snel genoeg zien wat er zou gebeuren...

Even nam Siërra de kamer goed in haar op, liep vervolgens naar de deur toe en keek voor een laatste keer met een duistere glimlach naar Koningin Celia. Vervolgens verliet ze de kamer en sloot ze de deur grondig af, met een van haar magische sleutels.

Meteen voelde de Koningin dat Siërra de kamer niet zomaar had afgesloten. Nee, ze had er iets van een vloek over uitgesproken. Niet dat dit iets uitmaakte, als de koningin wou ontsnappen zou ze eerst los moeten komen uit de greep van de gouden sleutel...
Niet dat dat haar ooit zou lukken...
Zonder haar magie was ze hopeloos.
Ze was slechts een doodnormale elf die er niet in geslaagd was te doen wat haar familie al jaren lang deed;
de bron van de Magie van het LuchtElvenRijk bewaken.

Het Blauwe LichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu