H.56 Gefluister uit het Duister

236 30 2
                                    

Het gekrijs was zo luid dat zijn oren waren dichtgeslagen.
Hij had zo snel hij kon zijn handen op zijn oren geslagen en was met volle vaart op de grond geklapt.

Dit geluid, hij kon het niet aan.
Het was te sterk voor hem, hij hield het niet langer uit.

Langzaam hoorde hij het geluid zachter worden, hij voelde zichzelf wegzakken.
Wat was dit...?

*

Toen Kaya en Nori de grote hal van het onderaardse paleis in kwamen lopen stond mevrouw Griffheart al op hen te wachten.
Zo, iedereen was er...
Of...?
Nee, alleen Ethan ontbrak nog. Waar bleef hij? Waarom liet hij zo lang op zich wachten?

"Ik dacht dat wij laat waren..." zei Kaya terwijl ze de mogelijke kanten opkeek vanwaar Ethan zou kunnen komen.

Nori keek ook om haar heen. "Misschien word hij opgehouden door iets of iemand...?" Vroeg ze.

"Dat moet wel, anders zou het nooit zo lang duren." Concludeerde Kaya.

Nog een aantal keek keken ze zoekend om zich heen, tot ze ineens een aantal stemmen dichterbij hoorde komen.

"Het spijt me jongen, maar je bent een Prins. Je kan niet zomaar weggaan, je moet je plichten als Prins dagelijks kunnen vervullen!" Klonk een lagere, licht bekakte, stem vanuit de welverlichte gang.
Het was de Koning.

Samen met zijn vrouw, oftewel de koningin, en Prins Ethan liep hij op het groepje bestaande uit Mevrouw Griffheart, Nori en Kaya af.

De Koningin keek ernstig toen haar man aan het woord was. Waarschijnlijk was ze het niet helemaal met hem eens...

"Het spijt me, maar je kunt nu echt niet weg."
"Maar vader...!"
"Geen ge-maar jongen! Het is nou eenmaal zo!"

Ethan zuchtte hoorbaar en stond teleurgesteld met zijn armen over elkaar naast zijn ouders; De Koning en koningin van het EdelsteenRijk.

Nu richtte de Koning zich tot het overstaande groepje.
"Het spijt ons verschrikkelijk... Wij waren van het verblijf van een paar van jullie niet eens op de hoogte..."

"Uwe majesteit," begon Kaya beleefd terwijl ze een kleine buiging maakte. "U hoeft zich niet te verontschuldigen, we zijn uitstekend behandeld en zijn niets te kort gekomen. Dat allemaal dankzij uw zoon, Prins Ethan."

Nori stond er een beetje als een zoutzak achter en deed moeite haar lachen in te houden.
Kaya zo beleefd te zien, het was haast spottend, dacht ze bij zichzelf.
Ach ja, het was ook wel een beetje een schampere vertoning...

Aan Kaya kon je nu amper zien dat ze een meisje was. Haar donkere haren zaten stevig bijeen gebonden in een hoge knot waar wel duizend plukjes uit leken te steken. Verder droeg ze een simpele broek met daarop een witte blouse die ze in haar broek gepropt had, hopend dat deze daardoor wat minder af zou zakken. Gelukkig voor haar had Ethan een paar oude bretels bij de hand gehad die ze wel goed kon gebruiken. Aan haar voeten droeg ze een paar bruine rijlaarzen en tot slot het blauwglimmende amulet om haar nek.

Ook de koning en koningin namen haar nog eens goed in hen op. Was dit het meisje waarvoor ze stad en land waren afgereisd omdat zij de nieuwe prinses was...? Was dit echt de nieuwe dochter van Koning Roland...?
De koning besloot haar niet op haar uiterlijk te beoordelen.
"Dat is goed om te horen. Helaas spijt het ons nog meer om te verkondigen dat onze zoon, Prins Ethan, niet met jullie mee kan gaan op jullie... ehhmmm... tochtje..."

"Maar vader, ik...-"
"Sorry jongen, niets aan te doen..." Greep de koning meteen in.

Nog steeds keek de Koningin met een vertwijfeld gezicht naar het tafereel.

Het Blauwe LichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu