H.50 Brief van Dragonius

324 33 4
                                    

'Uwe majesteitte, Koningin Celia,
Het spijt mij u te moeten verkondigen dat ik nog steeds niet terug ben van mijn zoektocht naar uw Zoon, Prins Marth. Mijn gevoel Zegt me dat ik heel dichtbij hem ben, maar helaas kan ik hierover niet met zekerheid spreken.
Graag zou ik ook willen onderzoeken wat de aanleiding van deze hele situatie is geweest, als ik antwoorden heb zal ik u alles uitleggen. Het enige wat ik nu dus eigenlijk van u vraag is: Zou u alstublieft niet boos willen zijn op mij vanwege het feit dat er voor mij de komende tijd geen mogelijkheid is om op het hof aanwezig te zijn?

In ruil hiervoor zal ik u de antwoorden geven op verschillende vreemde en mysterieuze vragen èn met Prins Marth aan mijn zijde wederkeren.

●DRAGONIUS

Verbaasd keek Koningin Celia op. Aan de ene kant was ze blij, Dragonius was op zoek naar antwoorden en hij was Marth op het spoor!
Helaas voelde het toch niet helemaal goed...
Dragonius zou lange tijd wegblijven, hij zou vast en zeker gevaar lopen op zijn zoektocht...

"Hoe komt deze brief hier?" Vroeg Koningin Celia, nadat ze een tijdje naar de brief had gestaard.
"Zwearco, de draak die de Meester met zich mee had genomen, is vroeg deze ochtend terug gekeerd met deze brief." Antwoordde Siërra.

Even bleef het stil tussen hun beide. Zo stil dat je haast een speld kon horen vallen. Uiteindelijk was het Koningin Celia die de stilte verbrak.

"Is het nog gelukt met de deur?" Vroeg ze, terwijl ze het antwoord op deze vraag eigenlijk al lang kende.
"Nee, het spijt me uwe majesteitte... Maar ik veloof u at ik er vandaag alles aan zou doen om hem open te krijgen!" Zei Siërra plechtig terwijl ze een buiging maar haar koningin maakte.

Ze had verwacht weer een lading met woedende argumenten over zich heen te krijgen, maar inplaats daarvan zei de koningin kalm: "Oke, maar zorg er wel voor dat je je andere plichten niet ontloopt."

Siërra was verbaasd, met moeite kon je haar verbaasde gezicht nog onderdrukken. "Goed uwe majesteitte." Antwoordde ze uiteindelijk ter bevestiging waarna ze meteen aan haar werk begon.

Met dat Siërra weg liep kwam er in Koningin Celia op dat het een onbegonnen klus was voor Siërra. Hoe kon zij in hemelsnaam een krachtig magisch zegel verbreken?
Het was de koningin zelf nieteens gelukt, dus hoe zou zij dat ooit voor elkaar moeten krijgen?

*

Ondertussen dat Koningin Celia de brief had gekregen, was Meester Dragon bij de ingang van het doolhof aangekomen.
Hij had de hele nacht doorgelopen, althans, dat had hij geprobeerd...
Een aantal keer was hij verdwaald in het duister of had hij een omweg moeten nemen omdat een deel van de weg was gebaricadeerd of zelfs helemaal was ingestord.

Als dit zo was moest je oppassen dat je niet in zo'n gat viel, anders was je er geweest. Dan zou je van hoog in de lucht, tussen het witte wolkendek, met een klap terechtkomen op het aardoppervlak. Dat zou je gegarandeerd niet overleven...

Gelukkig was Meester Dragon dit niet overkomen. Veilig en wel was hij bij de ingang van het doolhof aangekomen. Hij was erg moe, zijn ogen vielen haast dicht van vermoeidheid.
Rocco, die de meester totaan hier was gevolgd had dit overduidelijk door. Als een jonge kat wikkelde hij zich beschermend om hem heen. Eerst had de draag verwacht dat de meester nog wel zou gaan tegensputteren, maar dat deed hij niet.

Meester Dragon was zo moe dat hij meteen in slaap viel zodra hij zijn ogen had gesloten.

*

Kai, Scar en Marth hadden geen enkel benut van tijd meer. Gezamenlijk zaten ze nu in de halfverduisterde zitkamer. Scar was zonder protest bij de openhaard gaan liggen, Kai en Marth zaten samen op de grote leunstoel.

Het Blauwe LichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu