H.67 Op de hals gehaald

107 15 1
                                    

Daar was ze dan, aangekomen bij de lange, slingerende gangen van de kerkers. De duisternis overspoelde haar als een warme dikke deken, maar ze wist dit gevoel al snel van zich af te schudden met behulp van de grote fakkel die ze bij haar droeg.

De kerkers van dit oord waren appart, het waren niet zomaar een aantal gerangschikte cellen. Nee, het begon wel met deze cellen, maar al snel ging dit over in een lang duister doolhof van gangen. De gangen waren zo lang en het waren er ook zo veel dat het niet mogelijk was deze allemaal in kaart te brengen. Bovendien wist niemand precies hoe de gangen liepen en of ze überhaupt nog weleens aan het oord vastzaten. Het was als het ware alsof je even van de kaart geveegd werd, alsof je je niet meer in de hemel, maar ook niet meer in Helyssiann bevond.

Met een brok in haar keel besloot Siërra dan maar de kerkers te betreden. De wezens die hier rondzwierven zouden haar niets doen, ze was immers gemerkt. Oftewel, ze was een soort eigendom van dit oord, een eigendom van haar meester. Het merk was het zwarte steentje in haar arm, dat ook had gedient als sleutel om de koepel die om het oord heen zat door te vliegen.

Ze voelde zich behekst. Gedwongen dingen te doen die ze niet wou, maar ze kon zich niet tegen zichzelf verzetten. Het was alsof iets het van haar over had genomen en nu in haar hoofd alles goed probeerde te praten. Nog even, en dan zou de vermoeidheid als een blok beton bovenop haar vallen. Maar ze ging door. Ze liep door de lange gangen en voor ze het wist was ze al meer dan een half uur onderweg.

Eventjes, heel even maar, had ze eraan getwijfeld om de magische bron van het LuchtElvenRijk zelf op te nemen, om alle kracht die het nu nog bevatte voor haarzelf te houden. Maar helaas, zodra deze gedachte in haar opkwam was het alsof ze door een pijnscheut die door haar hele lichaam ging gecorrigeerd werd.

Na een tijdje door de duistere en zwierige gangen gewandeld te hebben, begon ze zich eigenlijk wel op haar gemak te voelen. Ondanks dat ze niet wist waar ze heen ging had ze het gevoel dat ze goed zat.
Totdat ze plots een geluid hoorde...

Het leek wel of ze iets hoorde grommen, iets schel hoorde huilen, gevolgd door een aantal harde knallen en rammelende kettingen. Het leek wel of er iets of iemand probeerde uit te breken.
Met de grote fakkel nog in haar hand en het kleine beetje licht dat de vlinder in het potje nog gaf, liep ze op het geluid af. Iets in de manier van huilen en grommen was haar bekend voorgekomen, dit maakte dan ook dat ze minder bang was voor wat ze zou kunnen aantreffen.

Met de fakkel scheen ze alle gaten en hoeken van de kerker bij, totdat ze uiteindelijk nader genoeg was gekomen om te zien wat, of beter gezegd, wie dat geluid nou precies produceerde.

Scar!
Bij het zien van de grote ijzige wolf voelde ze zich meteen een stuk meer op haar gemak. Zodoende ze dichterbij was gekomen om hem te omhelzen, ontdekte ze dat het grote harige beest vastgeketend achter slot en grendel zat.
Even lachte ze haar zorgen weg. Dat was voor haar geen probleem, met een van haar bijna altijd passende sluitels zou ze de deur van die tralies zo open hebben.

Met dat ze haar sleutels tevoorschijn haalde om de getraliede deur te openen begon ze zich ineens af te vragen wat Scar hier deed, of beter nog, waarom hij hier zo vastgeketend zat. Zover zij wist was het een vriendelijk dier. Aleen als je hem of zijn meester echt kwaad had gemaakt kon het wolfsbeest je echt problemen bezorgen.

Zodra ze de deur had geopend aaide ze het beest over zijn altijd koude, maar toch zachte kop. Vervolgens ontdeed ze hem ook van de ketens die veel te strak om zijn poten en snuit geklemd zaten.
Toen hij zodadelijk van al zijn ketens verlost was bedankte hij Siërra met een vreugde sprongetje en een grote lik over haar gezicht.

Met dat hij haar likte had Siërra moeite met haar lachen in te houden. Toen het beest eenmaal klaar was en Siërra was uitgelachen vroeg ze hem naar Kai. Niet dat hij haar kon antwoorden, maar wie weet, Scar was een erg slim beest.

Het Blauwe LichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu