H.43 Op het nippertje...

343 38 6
                                    

Koningin Celia was ongerust en ongeduldig tegelijk. Waar was Marth? Was hij soms in gevaar?

Ondanks dat hij niet haar echte zoon was en ze hem niet eens officieel had geadopteerd, hield ze van hem.
Ze kon dus ook niet ophouden met denken aan wat er wel-niet allemaal met hem gebeurt was...

Ook zat haar nog iets anders dwars, iets dat niet met Marth te maken had...
De man, die haar beloofd had haar te helpen met haar "wraak actie" op Koning Roland en zijn nieuwe gezin, was ook plots verdwenen.

De man met de wolven oren had haar al beter geholpen dan ze ooit had verwacht. Wie deze man precies was wist ze nogsteeds niet, maar ze was in iedergeval wel blij met zijn aanwezigheid.

Ongeduldig stond Koningin Celia voor het grote raam in de troonzaal. Ze had toch echt voor vandaag hier met de man afgesproken...

De man had haar beloofd het een en ander uit te leggen over de plotselinge verstening van het hof. Koningin Celia, die erg nieuwsgierig van aard was, had niet kunnen wachten tot de man zijn geheim van de verstening en zijn verdere plannen aan haar zou onthullen.

Nu was ze dan ook erg ongeduldig en een beetje geïrriteerd omdat de man niet op de afgesproken tijd kwam opdagen.

Hij zou toch niets te maken hebben met de plotselinge verdwijning van Marth?
Als dat wel zo was dan zou hij er van lusten!

*

Na ongeveer 5 minuten op weg naar de bibliotheek gelopen te hebben, kwamen ze eindelijk aan.

Nori was de laatste die de bibliotheek betrad. Nori had wel door gehad dat de vrouw èn Ethan haar beide in de gaten hielden.
Had ze soms weer iets gedaan wat niet mocht? Of had ze perongeluk haar mond over iets voorbij gepraat?

Nori had geen idee wat ze verkeerd gedaan had, maar wat ze wel wist was dat ze zich niet bepaald op haar gemak voelde als er telkens naar haar werd om gekeken.
Waarschijnlijk kwam dit omdat ze altijd maar alleen was geweest. Telkens had iedereen beloofd terug te komen om haar weg te halen uit die bunker onder de grond, maar nooit was er ook maar iemand voor haar terug gekomen...

Toen ze allemaal in de bibliotheek aan waten gekomen bleef het nog een tijdje stil. Langzaam keek de vrouw iedereen kort in de ogen... Nou ja... Nori had het gevoel dat de vrouw haar net iets langer aankeek dan de rest.

Waarom toch?
Wat was er toch aan de hand dat die vrouw zo veel nadruk op haar legde?

Nog steeds flikkerde de lichtjes in de helderblauwe ogen van de vrouw in de helderblauwe ogen van Nori.

Die blik... Die lichtval in haar ogen...
Wat was het toch...? Waarom kwam het haar zo bekend voor?

Plots schoot er een vlugge gedachte door haar hoofd. Zou dat het zijn? Was die vrouw echt..?

Nee. Dat kon niet. Teminste...

*
Meester Dragon en zijn draak vlogen nu ook al een tijdje door de lucht. Hij hield zijn ogen wijd open gesperd om ook maar één teken van Marth te kunnen bespeuren.

Hij vloog langs alle plekken in het LuchtElvenRijk die hij maar bedenken kon. Het DonderwolkenBos, De RegenboogVallei, Het Wolkdorp en zelfs bij de grote Oceaan waar hij zijn familie verloren was...

Nergens vond hij Marth. Hij vroeg zelfs aan mensen en magische wezens of ze Marth hadden gezien, maar niemand bleek van zijn bestaan af te weten...

Toen herinnerde Meester Dragon zich een plek die hij lang geleden voor het laatst had bezocht.
Het was een plek waar hij gehoopt had nooit meer heen te hoeven. Maar nu, speciaal voor Marth, maakte hij een uitzondering.

*

Verder....
Nog ietsje verder....
Bijna....

Ja! Hebbes!
Eindelijk was het Marth gelukt om het zwaard stevig beet te pakken. Nu moest hij nog kracht zetten. Dit was makkelijker gezegd dan gedaan...

Doordat de ondergrond bevroren was en er een laagje ijs oplag, gleed hij telkens weg als hij kracht zette.
Als hij niet op zou passen en te veel kracht in één keer zou zetten, was de kans groot dat hij uitgleed en boven op het bloeddorstige wezen terecht kwam....

Voorzichtig zette hij zich af...
Na dat gedaan te hebben wenste hij dat hij dit niet gedaan had....
Hij voelde een stekende pijn door zijn hand gaan die doorliep totaan zijn schouders. Zijn greep op het zwaard verzwakte hierdoor dan ook en uiteindelijk glipte zijn had van het zwaard af...

Hij gleed uit...
Hij viel....
Boven op....

"Het Wezen...."

*

Nori schudde waarschijnlijk iets tè opvallend met haar hoofd aangezien iedereen haar nu vreemd aankeek.

"Is er iets mis Nori?" Vroeg Kaya, die zich vanaf het moment dat ze de vrouw hadden ontmoet totaal niet bewust was geweest van Nori's vreemde gedrag.

"N...nee... Er is niets... denk ik..." Zei ze, omdat haar dit nu niet het geschikte moment leek om over haar zorgen te gaan praten.
Ze konden het nu beter hebben over de Kamoji, luisteren naar wat de vrouw hen te vertellen had.

"Ik hoorde dat jullie al heel wat weten over de Kamoji." Begon de vrouw haar verhaal.
Nori die nu erg opstandig was geworden, vroeg een beetje geïrriteerd de vraag waar iedereen een antwoord op wou hebben.

"Ja ja, we weten inderdaad al heel wat over de Kamoji, maar de vraag die ons nu het meeste dwars zit is: Wie bent u?!"

Opeens draaide de vrouw zich om en sprak op een totaal andere toon dan ze voorheen had gedaan...
Ze zuchtte diep. "Nori, weet je zeker dat je dat nu wilt weten?"

Nori schrok een beetje van de manier waarop de vrouw had gereageerd.
"Nu wil ik het echt weten! Wie bent u?" Riep ze.

Weer zlaakte de vrouw een zucht. "Sorry Nori, maar dit was voor je eigen bestwil!"
Na dit gezegd te hebben fluisterde de vrouw een spreuk in een vreemde taal.

Ze transformeerde.
Vervolgens draaide ze zich om en keek Nori recht in haar ogen aan.

Nori's ogen werden zo groot als schoteltjes.
Haar gedachten waren juist geweest...

Het Blauwe LichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu